We kennen hem niet persoonlijk, maar Akio Toyoda moet een bijzonder mens zijn. De net 60-jarige topman van Toyota, die zes jaar geleden aantrad, kon als vuurdoop meteen diep door het stof bij de beruchte terugroepacties – ook een leuke manier om je nieuwe baan te beginnen. Op zijn visitekaartje staat onder ‘CEO Toyota’ ook ‘Master Testdriver’, wat erop duidt dat meneer geen pure technocraat, maar ook pure liefhebber is. Hij racete (onder meer drie keer de 24 uur van de Nürburgring) en deed dat niet eens onverdienstelijk: hij werd in de LFA een keer vierde.

Vele malen belangrijker is het feit dat hij aan de basis staat van de belangrijkste koerswijziging die het concern heeft doorgemaakt, of eigenlijk: waar het middenin zit. Dat Toyota en Lexus goede, brave auto’s maken, dat weet iede­r­een nu wel. Toyoda vindt het echter tijd geworden dat mensen een Toyota of Lexus kopen omdat ze dat willen, niet omdat hun hoofd zegt dat het moet. Hij heeft ook nog een vrij goed idee hoe dat voor elkaar te krijgen: door een aansprekender uiterlijk en (naar wens) ook een veel aansprekender innerlijk. Zo is hij de drijvende kracht achter de metamorfose van Lexus, achter de LFA en achter alle andere F-modellen die volgden. Een man met visie, wat je zegt.

Zonder hem zou ook deze immens blauwe Lexus GS F geen schijn van kans hebben gehad?

Zeg nou zelf: als iemand tien jaar geleden had voorspeld dat die boomknuffelende accu-Japanners nog eens zouden komen met iets dat er zo bruut uitzag, had je hem keihard voor gek verklaard, toch? En terecht, trouwens. Maar toen kenden we meneer Toyoda nog niet.

Het oogt in ieder geval erg smakelijk wat hij ons hier voorzet. Of het gewenning is, of dat het gewoon beter bij de auto past, we weten het niet, maar zelfs die zandlopervormige spindle grille ziet er hier voor het eerst uit alsof hij echt voor de auto bedoeld is, en niet als een designgrap die er per ongeluk doorheen geslipt is. De Nissan GT-R-achtige luchtgaten achter de voorwielen, het dikke 19 inch lichtmetaal, de vier ‘getrapte’ uitlaten – alles lijkt behoorlijk op zijn plek te vallen bij de Lexus GS F.

Hoe zit het met de concurrenten van de Lexus GS F?

Er zijn al behoorlijk wat potente power-types actief (BMW M5, Audi S6/RS6, Cadillac CTS-V, Jaguar XF S, Mercedes E AMG, al moet die laatste nog komen) en de boel staat vanwege downsizing enerzijds (in de zin dat men steeds kleiner gaat rijden) en de opkomst van de SUV anderzijds toch al fors onder druk. Dan kun je maar beter met iets goeds komen, en op papier heeft de GS F dan al meteen een probleem. Al z’n concurrenten hebben om en nabij de 100 pk meer, en zijn technisch een stuk geavanceerder.

Want wat je wellicht niet zou verwachten, is dat de toch hypermodern ogende sedan uit een land dat bekend staat om zijn innovatiedrang, technisch behoorlijk old school te werk gaat. Turbo’s, waarvan de meeste concurrenten er minimaal één en vaak meer aan het werk zetten? De Lexus GS F heeft er nog nooit van gehoord. Gewoon een atmosferische, niet kunstmatig beademde 5,0-liter V8 met dus ‘maar’ 477 pk. Adaptieve dempers, waarmee je de auto aan je rijstijl kunt aanpassen? Bij iedereen standaard, maar de GS F doet ook hier alsof z’n neus bloedt: één setting, en daarmee moet het goed zijn. Je kunt wel andere standen selecteren, maar die beperken zich dan tot het gedrag van de automa­tische versnellingsbak, de gasrespons en de zwaarte van de besturing.

Heel eerlijk gezegd: daar is best wat voor te zeggen. Lexus gaat uit van één basis, en heeft die zo geperfectioneerd dat hij onder alle omstandigheden doet wat er van hem gevraagd wordt. Bij het eindeloos tweaken van allerlei settings kun je gemakkelijk uit het oog verliezen dat zonder optimale basis, alles wat je verandert de auto alleen maar slechter zal maken. Als alles optimaal is, hoef je helemaal niets te veranderen. Het is een beetje de visie van Lotus, dat lange tijd zelfs het stuur niet verstelbaar maakte: ‘Wij hebben het met al onze kennis zo bedacht, jouw “voorkeur” zit perfectie alleen maar in de weg.’ Een valide argument, dat alleen een beetje vreemd aanvoelt in een hoge middenklasser van dik anderhalve euroton (of, voor onze Belgische vrienden, vous êtes des lucky bastards, net iets meer dan 100.000 euro).

Hoe vervelend is dat?

Het grappige is dat de Lexus GS F, als je een tijdje met ‘m rijdt, ook allerminst last heeft van die ‘tekortkomingen’. Hij heeft een verfrissende dit is wat ik ben-uitstraling, waardoor je je beter kunt focussen op wat ie dan wel precies is. Want zo ééndimensionaal als het voorgaande zal lijken; de GS F beschikt wel degelijk over diverse karakters. Rij ‘m rustig en hij is een zalig comfortabele sedan met een sonoor ronkende V8 die zich alleen laat horen als je dat wilt. Laat de automaat voor wat hij is en schakel met de flippers, ram door tot dik boven de 7.000 tpm en z’n karakter verandert van een kabbelende brave bak in een gillende veeg­machine. De motor zet een heerlijk schorre keel op en zelfs de braafste setting laat hier en daar wat wielspin toe. Haal nog wat veilig­heidssystemen weg en je kunt letterlijk alle kanten op met de Lexus GS F.

Alles halleluja en jubel dus? Nou, dat ook weer niet. Lexus blijft vasthouden aan een best wel lullig joystickje waarmee je alle zaken op het grote scherm moet bedienen en dat blijft een draak van een systeem. Hoewel de afwerking op zich best in orde is, is het geen schim van de manier waarop de Grote Duitse Drie met dat soort dingen omgaan.

In alles is te merken dat dit vooral een auto is voor de Amerikaanse markt: het aantal piepjes en blingetjes als je je gordel net even te laat om hebt of iets anders doet wat enige vorm van liability oplevert, is gekmakend. Zaken als spiegels die omlaag gaan zodat je de stoep kunt zien, lijken handig, maar als je daardoor in de andere spiegel het aanstormende verkeer niet kunt zien, ga je je alleen maar ergeren. Of zo’n stoel die, als je het contact uitschakelt, naar achteren schuift om je uitstap te vergemakkelijken. Leuk, maar zie, als je de volgende morgen weer instapt, vanuit die positie de deur maar weer eens dicht te krijgen: veel te ver weg. Het zal onze Europese blik zijn, maar het maakt van een auto die zo z’n best deed om down to earth te blijven, toch weer een eigenzinnig apparaat dat dingen beter denkt te weten.

Het zijn de kleine dingetjes die deze Lexus op afstand van de Grote Drie weten te houden. Hoewel ie in een aantal opzichten heus zijn punt maakt en een vriendelijker prijs als overtuigend argument biedt, voorspellen we in onze contreien moeilijke tijden voor ‘m.

Motor
4.969 cc
V8
477 pk @ 7.100 tpm
530 Nm @ 4.800 tpm
Aandrijving
achterwielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 4,5 s
top 270 km/u
Verbruik (gemiddeld)
11,2 l/100 km
260 g/km CO2
G-Label
Afmetingen
4.915 x 1.845 x 1.400 mm (l x b x h)
2.850 mm (wielbasis)
1.765 kg
66 l (benzine)
520 l (bagage)
Prijzen Lexus GS F
NL € 155.495 (25%)
B € 103.650

Het Vonnis
Karakter heeft ie, de F. Concurrentie is sneller maar ook veel duurder, en het idee dat er voorlopig niks stuk gaat (blijft Toyota, maar dan strenger) is bij dit soort auto’s ook een pre. Maar om er een M5 of S6 voor te laten staan?

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear