Zesendertig rijders uit acht landen, een handvol Mazda’s en een bevroren Russisch meer met een kilometers lang circuit erin gekerfd. We binden een MX-5 onder en verdedigen de Nederlandse eer op het ijs.

Van koning naar kneus in vier seconden: het is me gelukt. Zojuist schoof ik met de MX-5 nog heldhaftig dwars door een scherpe bocht met een waaier van sneeuw en ijs achter me aan; nu hang ik scheef en wil ik mijn helm in het dashboard begraven. In mijn spiegels zie ik de sleepwagen verschijnen die zich nog geen minuut na aanvang van de vrije training al uit de pitstraat naar de tweede bocht heeft moeten spoeden. Ik gloei van schaamte terwijl de norse Russen – ik vermoed dat ze hun best doen om niet te gniffelen – een kabel vasthaken en de MX-5 met zijn neusje van de brokkelige sneeuwmuur af sleuren. De marshall zwaait met zijn gele vlag terwijl de rest van het veld geamuseerd langs kruipt.

Het is dag 1 van de Mazda Ice Race, een jaarlijks evenement dat wordt georganiseerd door Mazda Rusland en waarvoor verschillende internationale teams worden uitgenodigd. Teams die zijn opgemaakt uit coureurs voor maximaal resultaat, uit media voor maximale publiciteit, of uit allebei. De verzameling rijders die Mazda Nederland heeft samengesteld, bestaat uit Ron (journalist), Peter (journalist), Gerben (journalist) en mij. Geen coureurs, dus.

Nadat ik vanochtend aan het circuit mocht snuffelen in een Mazda 3 heb ik de bochten nog lang niet in mijn hoofd zitten. Er is een snel gedeelte, zo veel weet ik nog wel, en een langzame sectie met verraderlijk nijpende haarspeldbochten. Hier en daar ligt geen sneeuw, alleen ijs, en is er dus nauwelijks grip. Alles lijkt op elkaar. De baan beslaat een enorm gebied: een snel rondje rijden, duurt iets minder dan vier minuten. Tenminste, als je je auto van start tot finish tussen de witte wanden kunt houden. Dit was geen al te veelbelovend begin.

Terwijl ik mezelf voor mijn kop blijf slaan, zie ik de sleep-Rus zijn kabel loskoppelen en zwaaien dat ik mijn weg mag vervolgen. Ik geef gas; iets bedeesder, dit keer.

Een mooier instrument dan deze MX-5 zal je voor dit glibberige driftwerk niet vinden. Het beestje, dat dit jaar zijn 25ste verjaardag viert, werd speciaal geprepareerd voor de Ice Race en is ‘Aori’ gedoopt, wat Japans is voor ‘krachtige luchtstroom’ en vooral betrekking heeft op de opvallende bestickering. Die dient er vermoedelijk toe dat figuren zoals ik makkelijker zijn terug te vinden als we onszelf weer eens met hoge snelheid ergens onder een hoop sneeuw hebben begraven. Technisch werden er subtiele maar doeltreffende ingrepen gedaan: een iets aangepast onderstel, Michelin-spijkerbanden, een kuipstoel met vierpuntsgordels, een dikke rolkooi, geen interieur.


De Aori’s zijn het spektakelstuk van de Mazda Ice Race, maar voor het eerst verschijnt er dit jaar ook een tweede type auto aan de start: een Mazda 3 met 2,0-liter benzinemotor en automaat, op de banden na volledig standaard. Hiermee zullen we morgen de kwalificatie en de eerste race rijden. Daarna wordt het 90 minuten knallen met de MX-5’jes en worden de uitslagen van beide races samengevoegd voor het overall eindresultaat.

Aan vertrouwen in de MX-5 ontbrak het nooit, maar nu ik ben bekomen van mijn gênante uitstapje begint ook mijn eigen stuur- en inschattingsvermogen me weer lekker te zitten. Behalve tijdens een paar gewenningsmomenten, waarbij het plotselinge gekrijs vanachter mijn vizier op flinke afstand waarneembaar moet zijn, weet ik de MX-5 nu in het gareel te houden op een manier die niet doet vermoeden dat ik figureer in een lokale dashcam-video. Na een paar rondjes durf ik zelfs te beweren dat ik gecontroleerd en vlot het circuit rond kom. Het Mazdaatje glijdt (soort van) vloeiend van bocht naar bocht en het begint me al snel te dagen: dit is het leukste wat je met een auto kunt doen.

'De feedback die de MX-5 geeft, is dezelfde die je krijgt van je hoge noren'

Terug in de pits leert een blik op de tabel met rondetijden dat ik zo’n dertien seconden langzamer heb gereden dan de snelste Russen, maar ook negentien seconden sneller dan het langzaamste team uit Groot-Brittannië. Mijn tijd van 3 minuut 50 is de vijfde van de negen, waarmee ik dus de meest middelmatige rijder van allemaal ben. Een aardig voorzetje voor de races van morgen, waarvoor ik de kwalificatie trouwens mag verzorgen. Ik sla de wodka vanavond even over.

De volgende ochtend springt er een licht op groen en stuif ik in een oranje Mazda 3 de pitstraat uit. Je moet de automaat zelf z’n werk laten doen, was het advies van onze Russische coach, die tevens professioneel rally-navigator is. Sinds ik een rondje met de goedbedoelende kerel meereed en hij zelf ongeveer acht keer bijna de muur in stuurde – ‘oh, best glad, oh, even mijn concentratie kwijt’ – neem ik echter niet al te veel meer van hem aan. Ik flipper de bak naar hoge versnellingen voor zo weinig mogelijk toeren en een nauwkeurige dosering van het koppel, en dat werkt goed: de 3 vliegt over het ijs als een haasje door de wei, maar dan zonder grip.

De baan is een ramp. Omdat het maar een graad of nul is en de zon volop schijnt, is het oppervlak van het twee meter dikke ijs waterig geworden. Hier en daar zijn plassen ontstaan, en op sommige gedeelten waar gisteren enige houvast al nauwelijks te vinden was, is het nu definitief zoek. Langzamer is sneller, bedenk ik, en ik kruip met de 3 door de haarspeldbochten om catastrofaal onderstuur en tijdsverlies te voorkomen. Uiteindelijk rijd ik zeven seconden langzamer dan gisteren, goed voor een wat teleurstellende zevende startpositie. De ervaren race-Rus op pole was negen seconden trager dan voorheen. Ik moet ergens hoop uit putten.


Als degene die van ons vieren het vaakst competitief heeft gereden, neemt Peter de eerste stint van de Mazda 3-race voor zijn rekening, waarbij hij keurig een positie weet te winnen. Rijderswissels vinden plaats tijdens een verplichte pittijd van drie minuten, wat sommige teams ertoe beweegt om in de laatste minuut tergend langzaam naar het einde van de pitstraat te kruipen om precies op tijd de baan weer op te gaan. Dit veroorzaakt oponthoud en frustraties. Ik wil grote harde sneeuwballen smijten naar de Oekraïners die ons bij de eerste wissel de weg versperren en zo onze positie weten te jatten. Onze coach maakt zich schreeuwend druk en de valsspelers krijgen een stop & go-straf aangemeten.

Ik stap in voor de laatste stint en heb vrij baan, zowel in de pit-straat als op het circuit. Er zijn enorme gaten tussen de deelnemers gevallen en ik kom onderweg niemand tegen. Ik heb dus tijd om wat te spelen en dingen uit te proberen: liften en de kont omgooien, een beetje bij-remmen met links, de handrem er kort bij pakken in het laatste deel van de bocht om de neus de goede kant op te laten staan. Het is een lastig, maar verslavend spelletje van gewicht en momentum. Wie zegt dat voorwielaandrijvers op ijs niet leuk kunnen zijn? Ik niet.

Voor de MX-5-race starten we wederom als zevende en hanteren we dezelfde rijdersvolgorde. Als de vlag valt, schuift Peter ons wederom een positie naar voren. We zien onze auto met startnummer 2 zij aan zij met een van de drie Russische teams door de eerste bocht glijden. De spatbordjes kussen elkaar terwijl het veld uit zicht verdwijnt. Als ze na een paar minuten weer langskomen, is het lang zo close niet meer, en na een halfuurtje zien we in de pit hoe dat kwam: het zuignap-cameraatje dat op de voorruit was bevestigd, blokkeerde de ruitenwisser, waardoor Peter in de waas van opgeworpen sneeuw en water niet kon zien waar hij heenging.

Na een collectieve vloek en zucht, en twee solide stints van Ron en Gerben, is het aan mij om de MX-5 over de finish te helpen. We liggen verdienstelijk vijfde als ik de baan op blèr, wederom zonder iemand voor of achter me. Alle ruimte om te genieten van mijn laatste rondjes op dit fantastische circuit.

Als de MX-5 bij zijn conceptie een onderliggend levensdoel is meegegeven, moet dit het zijn. Hij is gemaakt voor dit soort dingen, dingen waarbij een fijnzinnige balans cruciaal is en het verschil betekent tussen perfect binnen of roekeloos buiten de lijntjes kleuren. De feedback die hij geeft, is dezelfde die je krijgt van je hoge noren. Tot op de millimeter weet je wat de auto aan het doen is, en met mijn ontnuchterende momentje van gisteren in het achterhoofd weet ik nu ook hoe ik mijn interne bravoure-draaiknop precies moet instellen. Goed vooruitkijken, hoge versnellingen gebruiken, niet te gek doen. Ik wil me het ijs eigen maken, feilloos de baan rond vegen. De Mazda maakt het me makkelijk. Bij een toefje gas breekt de kont meteen lichtjes en controleerbaar uit. Til je voet op, en je volgt ogenblikkelijk het spoor weer; geef meer gas, stuur tegen, en je belandt in de onbeschrijflijk zachte en heerlijke droomwolken van de drifthemel. Al bonst je helm nog zo hard tegen de rolkooi als je met een gangetje van 90 km/u zijwaarts over ijzige hobbels klapt.

Wanneer ik kwispelend over de finish kom, juicht het hele team en wappert de Nederlandse vlag. We eindigen als vijfde, uiteindelijk zesde overall, en dat is goed voor een derde plaats – na Oekraïne en Australië – in de Nations Cup van niet-Russische teams. Trots nemen we onze bekers en een douche van een champagne-achtig goedje in ontvangst. Trots, maar vooral ook verliefd; op de MX-5 Aori, het ijsmeer van Baltym en de onnavolgbare combinatie van de twee.

Reacties

Meer van TopGear