Een klassieke Britse sportauto plus een mooie Amerikaanse motor min een wiel is plezier.
 
Het is een dunne lijn tussen retro en klassiek, en het is gevaarlijk om die grens over te steken. Retro is het door het geheugen mooi gemaakte net gedateerde, en klassiek is, nou, klassiek is gewoon oud. Ik houd – in het algemeen – niet van gerimpelde, zeer belegen vrouwen, en het verschil tussen retro en klassiek werkt zo ongeveer als volgt: ‘retro’ is het automobiele equivalent van uitgaan met een getrouwde vrouw. Er is nog een paar relevante punten van herkenning, en je leert er vast wat praktische trucs van. ‘Klassiek’ is een relatie met een bejaarde die naar lavendel ruikt. Niets werkt meer zoals het ooit was bedoeld, en hoewel het ooit vast geweldig is geweest, ruikt het nu wat muf en functioneert het allemaal nogal vaag. Om het anders te zeggen: als ik iets moet aanzwengelen – wat dan ook – dan ben ik niet langer geïnteresseerd.
 
Precies daarom vind ik Morgans een beetje verdacht. Voor Morgan betekent ‘heden’ iets wat er in 1950 mee is gestopt en nooit meer wilde starten. Oké, ze hebben hun vlagen van Batman-achtige genialiteit gekend – de Morgan Aero SuperSports ziet er te gek uit, en het Eva GT-concept is erg gelikt – maar het gros bestaat uit de Plus-serie, dat er nogal, eh, klassiekerig uitziet.
 
Dus waarom begin ik, als ik me als in een tijdmachine vast gordel in de ‘nieuwe’ Morgan 3Wheeler, meteen zo breed te grijzen dat het eruit moet zien alsof ik mijn eigen hoofd wil gaan verorberen? Misschien omdat ie eenzelfde geluid maakt als de midlifecrisis-Harleys waarvan ik zo veel houd (maar wat ik nooit zou toegeven natuurlijk) – een soort langzame, natte roffel van een grote tweecilinder. Een kleverig gegorgel van de V-twin, een plakkerig, lijmachtig geluid dat uitgroeit tot een katachtige brul bij meer dan 3.000 toeren.
 
Bij 5.000 tpm houdt het allemaal alweer op – maar dat maakt niets uit. Dit is in feite de soundtrack van Easy Rider, maar dan zonder dat vervelende motorrijbewijs.
 
Misschien komt het omdat ik in de donkergroene, op de RAF geïnspireerde versie zit, met de beroemde haaientanden uit de Tweede Wereldoorlog, en de eerste mensen die ik bij de Morgan-fabriek zag toen ik even een donutje deed, waarbij het achterwiel dreigde te veranderen in een hoopje gesmolten rubber, twee Duitse kerels waren (ik verzin dit niet), en ik een luide en fraaie vertolking van het Engelse volkslied inzette. Puberaal, het sloeg nergens op, en toch moest ik lachen. Je wordt echt meteen een ander mens zodra je in de cockpit van de 3Wheeler bent gestapt. Een beetje zoals je iemand anders wordt als je je carnavalstenue aantrekt. Denk ik.
 

 
Maar eerst eens wat feiten. De 3Wheeler is niet zozeer een hommage aan het origineel als wel een nieuwe creatie, een frame van stalen buizen met daarop een houten karkas, dat bekleed is met aluminium platen, en een 2,0-liter Harley Davidson V-twin voorop heeft, die 116 pk en 135 Nm levert.
 
De motor is dus helemaal naar voren geplaatst – de glimmende, vierkante punt zit voor de vooras en drijft dat enkele achterwiel aan door middel van een miniatuur aandrijfas en een tandriem, wat een beetje op een supercharger lijkt, of op dat van echte motorfietsen. En dat is zo’n beetje dat. Er zijn twee stoelen in de cockpit – om dit een interieur te gaan noemen, voert me echt wat te ver – een paar tellers en paar knoppen, een stuur en een pook, en twee piepkleine vliegenschermpjes, hetgeen je al met al het idee geeft dat je jezelf net op een torpedo hebt vastgegespt, of in ‘s werelds snelste kano bent gestapt.
 
Hij zou dus, dit alles gezegd hebbende, gewoon een stuk troep moeten zijn. En op die teleurstelling was ik volledig voorbereid. Ik had een vliegeniersbril en een platte pet meegenomen, omdat ik – nu ik toch meedeed aan de klassieker-onzin – er ook best voor wilde worden gestraft door te worden uitgelachen. Maar al na een paar kilometer zet ik beide attributen af en vervang ze door een normale zonnebril. Deze 3 is te goed voor spotternij.
 
‘Op de snelweg trilt ie zo erg dat de buitenspiegels al snel alleen nog de onderkant van de auto laten zien’
 
Maar eerst nog moeten we precies begrijpen waarmee we te maken hebben, want, ben gewaarschuwd: vergeleken met alles dat een beetje modern is en een bepaalde prestatiecurve heeft, is de Morgan 3Wheeler niet erg snel, inschikkelijk, accuraat of dynamisch.
 
Hij gaat kwiek genoeg door z’n versnellingen, maar hij is pas echt snel als je optrekt – zo snel dat je wat tanden bij jezelf kunt trekken als je ze aan een touwtje bindt dat met je voordeurknop is verbonden. Ga de bocht in, en de Avon-voorwielen – superdun en zo te zien direct van een crossmotor geleend – proberen zich binnenstebuiten te keren, piepen eens hard en gooien zich dan in fervent onderstuur.
 
Elke poging om dit enthousiaste weggedrag te temperen door met het gaspedaal te spelen, zal erin resulteren dat je rechtdoor gaat en in een heg belandt, tenzij het toevallig erg regenachtig is, sneeuwt of ijzelt.
 
De bak is prima, aangezien ie uit de Mazda MX-5 komt, maar de koppeling grijpt alleen aan tijdens de eerste zeven millimeter dat je het pedaal intrapt. Het maximum koppel is beschikbaar vanaf 500 tpm. De pedaaltjes zijn klein, dus adviseer ik mensen met grote voeten om zeer kleine schoenen te dragen. Over ruimte gesproken: de Morgan is aan de knusse kant van het claustrofobische spectrum – voor je onderlijf is nagenoeg helemaal geen plaats – maar een onvoorzien voordeel daarvan is dat je de driepuntsgordel niet echt nodig lijkt te hebben. In geval van een ongeluk kun je geen kant op en zal je blijven zitten waar je zit, tenzij bij dat ongeluk toevallig een enorme blikopener en een industriële katapult zijn betrokken.
 

 
Op de snelweg trilt ie zo erg dat de buitenspiegels al snel alleen nog de onderkant van de auto laten zien, en zorgt de huilende bak ervoor dat de botjes in je oren zo hard gaan trillen dat je ter plekke ineens doof bent. En blijft. Steentjes veranderen in dodelijke projectielen die onophoudelijk op je voorhoofd worden afgeschoten, en sigarettenpeukjes vliegen je om de oren, draaien een rondje in de cockpit, en landen dan zonder uitzondering in je kruis, dat dan ook meermalen per reis in brand zal vliegen.
 
Na ‘m een paar uur te hebben gereden, raak ik ervan overtuigd dat deze Morgan waarschijnlijk de meest ter zake doende actieauto is die op dit moment te koop is. Misschien moet ook jij je vooroordelen nu eens even opzijzetten.
 
Dus blijf er even bij. Je kunt voor 47.500 euro genoeg razendsnelle, hete hatches kopen die gehakt maken van deze kleine rakker, en je op de koop toe airconditioning en leer bieden, plus een stereo waarvan je wangvet gaat schudden. Maar zet een van die autootjes in z’n vierde versnelling – en dan rijd je doorgaans al tegen de 150, 160 km/u – en je bent alleen nog maar bang dat je bent geflitst, dat je een camera over het hoofd hebt gezien, en dat je binnenkort een brief in de bus zult krijgen waarin staat in welke gevangenis je aanstonds je maagdelijkheid zult gaan verliezen.
 
‘De truc met de nieuwe 3Wheeler is dat hij altijd en overal moet worden gereden als een krankzinnige’
 
De Morgan 3Wheeler levert je een geheel ander soort adrenaline. Niet door z’n snelheid alleen – want die ken je vlug genoeg – maar door allerhande zintuiglijke sensaties. Een fysiek bombardement. Een driedimensionaal spektakel.
 
De Morgan is zo open, zo laag en zo klein dat iedereen die langsrijdt letterlijk bij je naar binnen staart. Niks geen harnas meer, niks eigen persoonlijke ruimte. En op een gekke manier werkt dat heel bevrijdend. Mensen – en ik gebruik dit begrip hier in de breedst mogelijke context – mensen, dus, houden van de 3. In een voorstad word ik door een man gegroet die zich Jezus noemt en me, vrolijk kwijlend, complimenteert met de 3. Hetzelfde doen wat jochies wier riemen en gulpen ter hoogte van hun knieën hangen – ze slaan kreten uit die ik niet helemaal begrijp, maar hun handgebaren zijn positief.
 
Op de snelweg word ik ingehaald door een gloednieuwe, zwarte Audi A8L, waarin de oudere, waardige man op de bijrijdersstoel de 3Wheeler eens rustig bestudeert, dan flink aan zijn Monte Cristo zuigt, en daarna het bekende ‘O’-gebaar met zijn duim en wijsvinger maakt. Ik ontbloot mijn tanden en probeer te grijnzen, en… salueer. Het lijkt vanuit deze 3 het enig juiste gebaar te zijn.
 

 
In deze mini-Morgan word je een ware deelnemer aan elke reis, heel anders dan wanneer je door een voorruit staart en maar wat voortsukkelt. Steek je hand naar buiten en je kunt je branden aan de uitlaatpijp, of je knokkels openhalen aan het wegdek, of je kunt de andere kant van de cockpit vastgrijpen zonder je uit te hoeven rekken. Kijk schuin voor je, en je ziet de motor, en delen van de ophanging heen en weer bewegen, en in mijn geval zie ik die haaientanden van de RAF bijna bijten. Het is alsof ik de Battle of Britain in levende lijve meemaak, maar dan op een soeplepel.
 
De warme, veilige omgeving die moderne auto-interieurs je geven, heb je in de 3 niet, en je wordt je snel bewust dat een 3Wheeler je niet mooier maakt dan je bent, je niet flatteert, en je niet verwent met het gemak van enige elektronica. Als het regent, word je nat. Als je deze ervaring omhelst, ga je door de bochten als een blije Muppet. En dan rijd je nog steeds maar op twee derde van de veilige snelheid die een Kia Ceed diesel je zou kunnen bieden. De 3 zorgt ervoor dat elke andere auto ineens een lijk lijkt.
 
Het probleem met echte klassiekers is dat ze kostbaar zijn, en dat je er dus voorzichtig mee moet doen. De truc met de nieuwe 3Wheeler is – hoewel ie zo keurig en netjes lijkt – dat hij altijd en overal moet worden gereden als een krankzinnige. Accelereer hard, gooi jezelf rotondes op, arriveer overal in een kakofonie. Geef gas als je voor het stoplicht staat, en schakel gewoon eens terug om de boem en de knal uit de motor te horen komen. En omdat dit stuk vrolijkheid je dus geen ton kost, of zoiets, nee, omdat de basale 3Wheeler 47.500 euro kost (in Nederland dan, in België is ie wat goedkoper), durf je dat soort dingen dus ook echt te doen. Je start en rijdt zoals God het heeft bedoeld: hard.
 
‘Ze bouwen geen auto’s meer zoals vroeger’, hoor ik vaak. Nou: goed zo. Want vroeger vlogen auto’s in brand en gingen stuk. De 3Wheeler start door middel van een knop – letterlijk de knop van een straaljager, onder een flapje – en heeft alleen moderne dingen aan boord die echt nodig zijn, zoals de bak van Mazda. De rest is zo simpel dat het eigenlijk geen uitleg vereist. Ik heb het niet geprobeerd, maar ik vermoed dat de S&S Harley-motor net zo makkelijk op diesel zou rijden als op benzine.
 
Ook dat zou toekomstige eigenaren gerust moeten stellen. De 3Wheeler voelt aan alsof je ‘m dertig jaar in de garage kunt laten staan, en ‘m dan, op een dag dat je echt wilt, zo zou kunnen starten en wegrijden.
 
Dus. Als we het hebben over een auto die je alleen wilt hebben om op mooie zondagen mee te rijden en af en toe eens een weekeindje mee weg te gaan, wil je dan iets dat heel snel is maar waarvan je eigenlijk een beetje bang bent dat het stuk gaat, of wil je dan de 3Wheeler? Die is niet zo snel, kan eigenlijk geen bochten nemen, doet je pijn, maakt je nat en doof. Dat is allemaal waar. Maar ik weet wel wat ik zou kiezen.
 
Want hoewel ie een wiel mist, mist de Morgan 3Wheeler bepaald niet het allerbelangrijkste dat een auto je kan bieden: plezier. De auto die je plezier geeft, is de auto die je moet hebben.

Morgan 3Wheeler

 

Cijfers

Motor: 1.910 cc, V-twin, 116 pk @ 5.000 tpm, 135 Nm @ 500-4.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 4,5 s, top 185 km/u, 6,3 l/100 km (gecombineerd)

Transmissie: handmatige vijfbak, achterwielaandrijving

Gewicht: 495 kg

 

Prijs

NL: € 47.500

BE: € 37.000 (schatting)

Reacties