We halen de nieuwe Porsche Macan, de Audi SQ5 en de Range Rover Evoque van de straat en brengen ze waar ze thuishoren: in het terrein.

Het heeft een ontnuchterend effect wanneer je in je achteruitkijkspiegel een tank ziet opdoemen. Zeker als die tank met een enorme vaart op je af komt stormen. Hoezeer de Porsche ook z’n best doet, het enorme kakikleurige rupsvoertuig vliegt achter de Macan aan, en hoewel er natuurlijk geen kwade intenties achter zitten, blijft het een angstaanjagend tafereel.

De FV430-tank is ingeroepen om ons wat mooie plaatjes te bezorgen, maar de enorme afmetingen van het gevaarte en het intimiderende gekrijs en gekletter van de rupsbanden geven je een heel kwetsbaar gevoel. Een gevoel dat in geen enkel opzicht te plaatsen is bij het pastorale landschap waarin we ons bevinden.

De FV430 is een compromisloze blikken reus. De bemanning heeft geen greintje comfort. Ze zitten nauw opeen gepakt in een stalen beest zonder ramen. Het lawaai binnenin het gedrocht is onvoorstelbaar en tijdens gevechtshandelingen in de woestijn kan de temperatuur in zo’n tank al snel oplopen tot boven de 60 graden. Een genadeloze off-roader is het zeker, maar het verschil met onze drie luxe, bijna decadente crossovers kan niet groter zijn.

Porsche beweert dat de Macan een snelheidsspecialist is. ‘De eerste sportwagen onder de compacte SUV’s’, zeggen de Duitsers. ‘Wij verrijken het dagelijks leven met de sportiviteit van het circuit’, zo meldt de Porsche-website. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Ferdinand Porsche betrokken bij de productie van tanks, maar we gaan ervan uit dat de Porsche Macan niet zo onvergeeflijk en compromisloos is als de FV430. De Macan is door Porsche ontworpen om op het circuit zo snel te zijn als voor een SUV denkbaar is. Dit testmodel doet dat met twee 21-inch grote 295/35-banden op de achteras.

De Macan is een verre neef van de Audi Q5, maar is zo ver doorontwikkeld dat er weinig overeenkomsten zijn tussen de Porsche- en Audi-crossover. De Macan is een heuse Porsche, met Porsche-rijeigenschappen.

Nu zou je kunnen denken dat het tunen van een SUV voor het circuit zo ongeveer hetzelfde is als een nijlpaard leren borduren. Wanneer je dat denkt, heb je natuurlijk gelijk, maar het is toch een prestatie van formaat die Porsche geleverd heeft. Een zinloze prestatie weliswaar, maar desalniettemin een huzarenstukje.


Daarmee is trouwens niet alles gezegd. Je kunt trachten een nijlpaard de fijnere kunst van het naaldwerk aan te leren, maar daarmee wordt het nog geen balletdanseres. Het beest zal nog altijd zijn muil wijd opensperren om onbedaarlijk te geeuwen en op z’n tijd zal het een bloeddorstig gevecht aangaan met een ander nijlpaard. De lompe eigenschappen waarover een nijlpaard beschikt, zijn niet op slag verdwenen.

Hetzelfde geldt voor de Macan. Die mag dan snel zijn op het circuit, maar het blijft een SUV met alle rijeigenschappen die we daarvan gewend zijn. Tijdens stadswerk is de vering bovendien veel te hard en ook op de buitenweg confronteert de Macan je gedurig met zijn onvermurwbaar strenge onderstel. De pdk-bak, ontworpen om razendsnel te schakelen, is schokkerig en onvoorspelbaar bij lagere snelheden, zeker tijdens het terugschakelen. De remmen zijn gemaakt om het bijna 2.000 kilo wegende gevaarte in een mum van tijd af te remmen, maar bij dagelijks gebruik zijn ze bespottelijk zwaar overbekrachtigd. Al met al is de Macan in veel opzichten nog altijd een weinig verfijnd instrument. Een nijlpaard in een balletrokje. Koddig, maar niet erg subtiel.

'De 21-inch velgen hinderen de Macan zowel op de weg als in het terrein'

Je zou verwachten dat wanneer je de Macan er flink van langs geeft op een bochtig weggetje, de auto eindelijk z’n ware karakter laat zien en een feest is om in te rijden. Helaas valt dat wat tegen. De Macan is zeker snel genoeg en de rijeigenschappen imponeren. Overhellen doet de Porsche nauwelijks, de laterale grip is fenomenaal, de besturing precies en progressief, maar het probleem zit ‘m in de motorisering. De V6-diesel in de S is stil en soepel, maar komt absoluut tekort. Zou dit de Macan Turbo zijn, met benzinemotor, dan kan de Porsche door het grotere acceleratievermogen waarschijnlijk wél overtuigen, maar deze S Diesel doet dat absoluut niet. De verre neef, de SQ5, heeft een krachtiger V6 biturbodiesel en dat is een stuk beter.

Toch is alleen het gebrek aan vermogen niet het hele verhaal. Als voorbeeld noemen we de basisuitvoering van de Porsche Boxster. Die is heus niet vreselijk snel, maar hij geeft je wel een ongekende hoeveelheid feedback. Een verbinding die je één maakt met de auto. De Macan S Diesel doet dat niet. Voor een SUV zijn de rijeigenschappen beslist niet slecht, maar vergeleken met een normale snelle auto (niet eens een echte sportauto, maar gewoon iedere willekeurige sportieve auto) is de Macan afstandelijk en terughoudend.

Niet dat onze Porsche helemaal zonder kwaliteiten is. Achterna gezeten door onze tank, toont de Macan z’n vierwielcapaciteiten. De luchtvering biedt de mogelijkheid de bodemvrijheid verder te vergroten en het elektronische systeem dat tractie en differentieel controleert, werkt uitstekend. Ondanks dat alles, voel je al snel aan dat je op ijs en sneeuw geen enkele kans zou maken. De banden zijn hopeloos. Ook op deze stoffige zandpaden. Onzichtbare schade aan de wang van de band zorgt ervoor dat we al snel met een platte band staan terwijl we tot op dat moment nog niet boven de 35 km/u waren gekomen. Er is geen reservewiel voorhanden en het vinden van een vervangende 21-inch 295/35 blijkt een hele toer te zijn. Uiteindelijk strandt hierdoor de Macan. Het fabeltje van de onoverwinnelijke SUV blijkt een luchtballon die wreed wordt doorgeprikt.


Ook de SQ5 kreeg het zwaar te verduren in het terrein, vooral omdat de bodemvrijheid beperkt is en niet valt te verhogen. Desondanks wist de Audi zich er manmoedig doorheen te slaan. Op de buitenweg liet de SQ5 dankzij het extra vermogen de Macan ver achter zich. De Audi levert 313 pk, tegen de 258 pk van de Porsche, ondanks dat de SQ5 in de basis over hetzelfde motorblok beschikt als de Macan. De V6 in de Audi is uitermate soepel en stil voor een diesel, tenzij je echt het onderste uit de kan probeert te halen. De 8-traps ZF-automaat met koppelomvormer is zonder twijfel de beste versnellingsbak van alle drie de auto’s die we testten.

De Audi is aanmerkelijk stiller dan de Porsche. In eerste aanleg is het weggedrag van de SQ5 wat minder fijn. Grotere hobbels en bulten hebben de neiging ‘m meer uit koers te slaan dan de Porsche en op snelheid helt de Audi in de bocht ook veel meer over. Met kleine oneffenheden gaat de SQ5 weer veel behendiger om dan de Macan dat doet.

Die mindere wegligging zal voor een groot deel komen doordat het chassis van de SQ5 niet adaptief is. Ook de besturing van de Audi is wat gevoellozer. Zo er al wat wordt doorgegeven, dan is het een licht onderstuur. We vragen ons af of een A6 met dezelfde motor niet veel fijner rijdt.

Wat de Porsche betreft, zouden wij deze Macan wel eens willen rijden met 19-inch velgen. Het optionele onderstel van deze Macan kan waarschijnlijk veel beter overweg met een normaal setje banden. De 21-inch velgen hinderen de Macan zowel op de weg als in het terrein.

Vergeleken met de krachtige V6-motoren van de Porsche en de Audi heeft de Range Rover Evoque een flinke achterstand. De 2,2-liter viercilinder moet flink boksen om de gang erin te houden. Het geluid dat de viercilinder van de Evoque maakt, klinkt natuurlijk ook veel alledaagser. Toch verraste de Range Rover. Wat acceleratievermogen bij lagere snelheden betreft, blijft de Evoque niet zover achter als we hadden gevreesd. Daar zijn twee verklaringen voor. Ten eerste is de Range Rover ongeveer 15 procent lichter dan de Porsche en de Audi, en ten tweede beschikt de Evoque over een 9-traps automaat, die dit jaar voor het eerst op deze Range Rover wordt geleverd. Pas wanneer je op snelheid bent en de luchtweerstand een belangrijker obstakel wordt dan het gewicht van de auto, merk je dat de Evoque op achterstand komt.

De nieuwe versnellingsbak is interessant. Die biedt een korte eerste versnelling voor terreinwerk, maar ook een lange negende versnelling voor relaxed rijden op de snelweg. Dat laatste levert vanzelfsprekend ook een flinke brandstofbesparing op. Toch is het niet allemaal goed nieuws. Je moet erg aan de versnellingsbak wennen, want wanneer je niet heel voorzichtig bent met het gas, krijgt de bak het heen en weer en komt er geen eind aan het schakelen. De Jeep Cherokee, die gebruik maakt van dezelfde versnellingsbak, heeft ook met dit probleem te kampen. Het zal een kwestie van tijd zijn voordat de twee producenten dit probleem weten op te lossen, maar intussen is het niet plezierig wanneer je de bak op en neer voelt schakelen.


Het mag de Range Rover dan ontbreken aan pit, maar of het onderstel van de Evoque overweg zou kunnen met meer vermogen is de vraag. De besturing is heel evenwichtig, maar zodra je wat meer vaart maakt, krijg je niet het gevoel dat je onder alle omstandigheden de boel volledig onder controle hebt. De Evoque wordt soms wel eens wat springerig en bij fors remmen moet je moeite doen om de Range Rover in het spoor te houden. De rijeigenschappen zijn niet zo sereen en onbewogen als we van Range Rover gewend zijn en het motor- en weggeluid zijn op de snelweg duidelijk hoorbaar.

Om dat geruis tegen te gaan, kan je wel met een gerust hart de volumeknop van de stereo een slinger geven, want voor het optionele Meridian-systeem in de Range Rover is de veel duurdere, maar blikkerig klinkende Burmester-audio in de Porsche geen partij.

Waar de weg ophoudt, begint normaal gesproken de overmacht van Range Rover. Dat is bij de Evoque niet anders. De auto voelt oppermachtig aan en is voorzien van handige terreintrucjes, zoals een terrain response-systeem en dieptesensoren, die je waarschuwen wanneer het water waar je doorheen waadt zo diep wordt dat de Evoque dreigt te verdrinken. Met de offroad-capaciteiten zit het dus wel goed.

'Breng een Evoque op gelijk niveau met een Macan of een SQ5 en het prijsverschil valt moeilijk goed te praten'

Hoe is het gesteld met de afwerking en het gevoel van luxe in de cabine? De Range Rover heeft zonder meer het meest zachte en soepele leer. Dat is niet zaligmakend voor het comfort, maar het is wel een lekker gevoel. Belangrijker is dat de Evoque als enige niet aanvoelt als een auto. Range Rover maakt namelijk geen auto’s. Range Rover maakt luxueuze crossovers. Dat is maar goed ook, want waarom zou je het moeten doen met het gevoel van een opgewaardeerde en opgehoogde middenklasser, wanneer je een crossover wilt hebben.

Dat is precies het probleem met de SQ5. Die voelt aan als een opgeleukte A4. De A4 heeft weliswaar een van de meest exclusieve en degelijk afgewerkte interieurs die je kunt bedenken, maar waarom heeft Audi er voor de SQ5 niet een andere draai aan willen geven? Ook de Macan heeft het interieur van een normale auto. In dit geval afgekeken van de 911, dus hebben we er iets minder moeite mee, maar het blijft dezelfde uitstraling en sfeer als je in een ‘normale’ auto vindt. Wat een goede crossover zou moeten onderscheiden, is de uitstraling. Een uitstraling die je niet vindt in een normale personenauto.

Een tweede punt van onderscheid is de hoogte. Die hoogte maakt dit concept voor veel mensen ook zo aantrekkelijk. Zodra je op de weg zit, maken die paar decimeters een enorm verschil en voel je jezelf letterlijk verheven boven andere weggebruikers. Je horizon verbreedt zich en je hebt een duidelijker en plezieriger perspectief op de weg. Dat is luxe. Net als voldoende ruimte een grote luxe is. De Evoque weet ondanks de sterk aflopende daklijn achterin nog net genoeg hoofdruimte te bieden, maar beenruimte is er niet of nauwelijks en je voeten zitten klem onder de voorstoelen. Ook de kofferruimte valt tegen en kan aanzienlijk minder buitensportattributen bergen dan die van de Porsche en de Audi.


In de twee Duitsers is het allemaal wat ruimer opgezet, maar wat ons betreft is het de Range Rover vergeven. Het opvallende, sterk naar achter aflopende ontwerp betekent nu eenmaal dat je wat compromissen moet sluiten op ruimtegebied. Het design oogt nog steeds fris, zelfs naast de zachte welvingen van de Macan. De Audi ziet er veel plomper uit.

Prijstechnisch is het een ander verhaal. Met z’n krachtige V6 is de Audi bijna populair geprijsd in vergelijking met de Range Rover. Het verschil in motorisering is zo enorm, dat het geringe prijsverschil tussen de SQ5 en deze Evoque zich moeilijk laat verklaren. Bij de Porsche is het nog extremer. Die is zelfs goedkoper dan de Evoque. De Range Rover is in basisuitvoering natuurlijk veel minder prijzig dan deze Autobiography, maar een vergelijking tussen het karige instapmodel van de Evoque en de basisuitvoering van de SQ5 en de Macan gaat helemaal scheef.

Ons testmodel van de Macan zat vol speeltjes. Dure, elektrisch bediende stoelen met verwarming en ventilatie bijvoorbeeld. Van de prijs van alle opties en extra’s op ons testmodel kun je al een heel aardige Dacia Duster kopen. Of een paar mooie tweedehands FV430-tanks. Toch is de Macan ook zonder al die extra’s een heel aantrekkelijke auto en hoewel het woord goedkoop bij dit soort bedragen niet op z’n plaats is, zijn zowel de Audi als de Porsche in vergelijking met een op niveau gebrachte uitvoering van de Evoque beslist niet overdreven geprijsd.

De Evoque verkoopt wereldwijd heel aardig en zelden zie je een exemplaar in basisuitvoering. Je kunt het Range Rover dus niet kwalijk nemen dat ze gebruik maken van de situatie, maar breng een Evoque op gelijk niveau met een Macan of een SQ5 en het prijsverschil valt moeilijk goed te praten. Zeker niet wanneer het betekent dat we dan nog steeds een viercilinder diesel moeten vergelijken met twee V6-diesels.

De Macan kwam er niet genadig vanaf in deze test, dus onze conclusie kan wat merkwaardig overkomen. De Porsche is namelijk een heel capabele auto. Ongelooflijk goed eigenlijk. De Macan is uiterst behendig, solide gebouwd, praktisch en erg stil.

Het zijn de extreem grote wielen die de boel verpesten. Tijdens onze eerste kennismakingen met de Macan, in Duitsland, waren de auto’s steevast uitgerust met 18-inch wielen en winterbanden. En het waren geen diesels. Daar waren we toen heel tevreden over. Let wel, we waren tevreden. We werden er niet op slag verliefd op. De Macan is niet de sportwagen die Porsche belooft. Een sportwagen kietelt al je zintuigen. Die pakt je bij je strot en laat je niet meer los. Als geen ander weet Porsche wat een sportwagen moet doen en dat is veel meer dan alleen kilometers vreten. Een echte sportwagen speelt een duivels spel met al je begeertes. Porsche belooft met de Macan de sportwagen onder de SUV’s te leveren. Een auto waarvan ze zelf beweren dat hij ‘het dagelijks leven met de sportiviteit van het circuit verrijkt’. Dat doet de Macan niet. In de juiste uitvoering is het de meest capabele crossover van de drie, maar het blijft een wat levenloos stuk machinerie. Er is één troost: in dat opzicht wordt de Macan door de FV430 gelukkig nog ruimschoots overtroefd.


Porsche Macan S Diesel



Prijs: € 75.400 (NL) / € 60.803 (BE)

Motor: 2.967 cc, V6 turbodiesel, 258 pk @ 4.000 - 4.250 tpm, 580 Nm @ 1.750 - 2.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 6,3 s, top 230 km/u

Aandrijving: vierwiel, 7v automaat (PDK)

Verbruik (gemiddeld): 6,2 l/100 km, 161 g/km CO2

Maten (l x b x h): 4.681 x 1.923 x 1.624 mm, 2.807 mm (wielbasis)

Gewicht: 1.880 kg





Audi SQ5 TDI



Prijs: € 82.100 (NL) / € 63.000 (BE)

Motor: 2.967 cc, V6 biturbodiesel, 313 pk @ 3.900 - 4.500 tpm, 650 Nm @ 1.450- 2.800 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 5,1 s, top 250 km/u

Aandrijving: vierwiel, 8v automaat

Verbruik (gemiddeld): 6,8 l/100 km, 179 g/km CO2

Maten (l x b x h): 4.644 x 2.089 x 1.624 mm, 2.813 mm (wielbasis)

Gewicht: 1.995 kg





Range Rover Evoque SD4 Autobiography



Prijs: € 77.500 (NL) / € 61.600 (BE)

Motor: 2.179 cc, viercilinder turbodiesel, 190 pk @ 3.500 tpm, 420 Nm @ 1.750 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 8,5 s, top 195 km/u

Aandrijving: vierwiel, 9v automaat

Verbruik (gemiddeld): 5,9 l/100 km, 156 g/km CO2

Maten (l x b x h): 4.355 x 1.965 x 1.635 mm, 2.660 mm (wielbasis)

Gewicht: 1.650 kg

Reacties