Tussen de Bonusaanbiedingen en kassakrakers zet Porsche de basisversie van de Panamera. Die instapper is best goed te doen.
 
Het is een oud trucje uit de marketinggoocheldoos. Zet eerst de duurste modellen in de markt, zodat de liefhebbers een lieve duit neertellen om maar vooral als eerste te kunnen pronken met hun nieuwe aanwinst. Daarna komt de fabrikant met een goedkoper model om degenen die nog twijfelen over de streep te trekken. Daarom krijgen de Panamera S, 4S en oppermachtige Turbo nu gezelschap van de Panamera en de Panamera 4. Dezelfde auto, maar nu voorzien van een 300 pk sterke V6, naar keuze gecombineerd met twee- of vierwielaandrijving.
 
Je moet wel een erg botte vent zijn als je deze versies bestempelt als basismodel. Elke auto met een V6 met 300 pk onder de motorkap is per definitie geen stakker. Neemt niet weg dat een nog lichtere Panamera niet te koop is. De cijfers zien er prima uit: 0 naar 100 km/u doet ie in 6,3 seconden, als je tenminste de pdk-versnellingsbak met dubbele koppeling kiest. Je zou een van de weinigen zijn als je het niet deed. De topsnelheid is 260 km/u, dus snel genoeg om lekker mee te doen op de linkerbaan van de Autobahn.
 
Laat je je niet verleiden tot het zetten van kruisjes op de ellenlange optielijst, dan koop je een Panamera ‘al’ voor 104.900 euro, in Nederland. De Belgische vrinden zijn zeker en vast goedkoper uit, maar daar zijn ze nog aan het nadenken over de prijzen. Maar, zoals je weet is alle waar naar z’n geld, dus er zijn wat aandachtspuntjes. Tot 2.000 tpm klinkt de V6 erg prettig, daarboven komt er een vermoeiende cadans in. De auto is behoorlijk kwiek, maar alleen als je ‘m flink op toeren houdt. Bij grote sportsedans is dat niet gebruikelijk.
 
De snelheidafhankelijke stuurbekrachtiging heeft ook nukken. Her en der draait het stuur wat stroperig, op het andere moment reageert het juist heel direct. De neus is duidelijk lichter dan die van de V8-modellen en wordt op snelheid wat nerveuzer. Aan de stuurinrichting veranderde niets. Met het downsizen van de auto had hier ook best naar gekeken mogen worden.
 
Maar we zijn behoorlijk verknocht aan de eenvoudigste tweewielaandrijver. Hij ontbeert de verregaande prestatiedrang van de V8, maar daarmee is de V6 ook minder intimiderend. Het model is met 1.730 kg relatief licht, heeft geen moeite met bochten en omdat het onderstel op veel meer vermogen berekend is, zijn de speelmarges ook een stuk groter.
 
Heb je een leuk weggetje gevonden en ben je gewend aan het stevige postuur van de Panamera, dan kun je heerlijk spelerijden. Mijd al te smalle weggetjes, want er is weinig lol aan om met zo’n slagschip over krappe routes te stuiven. Uiteraard krijg je niet de alles verpulverende ervaring zoals in een Turbo, maar de prestaties zijn een heel stuk beter dan je op het eerste gezicht wellicht zou denken.
 
Hij is behoorlijk gevoelig voor spoorvorming op slecht wegdek en als je de optielijst helemaal hebt aangekruist, komt de prijs dicht in de buurt van die van een kale Panamera V8 S. Laat je de extra’s voor wat ze zijn, dan is de V6 helemaal geen gekke keuze. Het blijft een flink onaantrekkelijke bak om te zien, wat dat betreft wint hij het niet van de E63 AMG. Toch is deze basis-Panamera begerenswaardiger dan je denkt.

Reacties