Autotest

Skoda Karoq 1.5 TSI Style

Het kon niet uitblijven: ook Skoda heeft nu zijn eigen kleine SUV. Nu is Skoda als ‘doe maar gewoon’-merk zelden verrassend, maar met de Karoq is iets aparts aan de hand

Door Redactie TopGear

Gepubliceerd op 12 januari 2018 om 22:00 uur 1 reacties

Check deze TopGear-deals 🏁

We weten niet hoe het jullie vergaat, maar als er iets is waar wij zo langzamerhand wel een beetje klaar mee zijn, zijn het die bedrijven die zo ontzettend geforceerd interessant moeten doen door hun naam ‘lekker gek’ te spellen. De letter Q lijkt daarbij topfavoriet en leidt steevast tot het soort jeuk waarvan je jezelf tot op het beenmerg openkrabt. Dus betrekken wij onze stroom van iedereen behalve Qurrent, vinden we Marqt niet alleen vanwege de prijzen een verschrikkelijke winkel, sterven we liever van de honger dan dat we kookspulletjes bij Fonq bestellen en mag een bank die zich Bunq noemt wat ons betreft op dagelijkse basis beroofd worden. Absolute topper is Quooker – niet om aan te zien, onmogelijk uit te spreken en ook nog een qutproduqt, want we weten precies wat er gebeurt als we met onze dronqen qop een sloq water willen nemen uit een qraan waar qoqend water uit qomt. Opboqqen met je Q. Zo. Dat lucht op.

Je zou dus zeggen dat alleen zijn naam voor ons al genoeg was om een gloeiende hekel aan de Sqoda Karoq te hebben. Maar de Karoq is (net als de Kodiaq, die ze al met zo’n zelfde hatelijk naamtrucje opzadelden) verder een uiterst aimabele auto. Dat begint al bij het uiterlijk.

Wat is de Karoq precies?

Hij is het technische tweelingbroertje van de VW Tiguan en de Seat Ateca, en daar blijven de overeenkomsten niet bepaald steken. Sterker: je moet, zeker van de zijkant bekeken, nog aardig je best doen om het spul uit elkaar te kunnen houden. (Tip: de VW heeft als enige ronde wielkasten, en bij de Ateca loopt de carrosserie ter hoogte van het achterste zijruitje opeens een stuk omhoog.) Dat kun je saai noemen, en daar heb je dan nog gelijk in ook. Aan de andere kant zijn ze alle drie, en de Skoda nog wel het meest, ontdaan van zo’n beetje alles wat mensen tegen de haren in zou kunnen strijken.

Dat is, in combinatie met het feit dat de compactere SUV dé hippe auto van dit moment is, genoeg om te stellen dat je ‘allemansvriend’ net zo goed zou kunnen spellen als ‘Karoq’. Met zijn interieur gaat hij al evenmin vijanden maken. Het is precies wat je van een Skoda verwacht. Kristalheldere meters, voorbeeldige ergonomie en materialen die allemaal dik in orde zijn, zonder meteen van VW- of Audi-niveau te zijn. Begin 2018 kun je trouwens zelfs een virtuele cockpit, met volledig digitale meters, in de Karoq bestellen. We hebben het al even kunnen zien en het is zeker de moeite waard om daar even op te wachten. Het is haast van een futuristische frivoliteit die je van die doorgaans nuchtere Tsjechen niet gewend bent, ziet er fraai uit en de mogelijkheden zijn dermate eindeloos dat een mini-cursus niet overbodig is.

Is het goed uit te houden in de Karoq?

De stoelen zijn goed en in ruime mate verstelbaar, net als het stuur: wie hier niet goed kan zitten, moet nodig eens langs een fysiotherapeut. Op de achterbank is het goed uit te houden, al tref je hier niet de zee van ruimte aan waar Skoda enige bekendheid om geniet. De bagageruimte is fors (521 liter) en kan groeien tot enorm. Dit zeker omdat de achterbank (nou ja, bank: drie losse stoelen) niet alleen neer of weg te klappen is, maar ook geheel verwijderd kan worden. Dan heb je opeens 1.810 liter ruimte tot je beschikking. Bijzonder: die digitale cockpit noch de verwijderbare achterbank kun je op de Seat Ateca bestellen.

Het motorengamma is overzichtelijk. Er zijn twee benzinemotoren en twee diesels. Alles begint met een 1,0-liter driecilinder TSI-benzinemotor die 115 pk levert. De tweede benzinemotor is een 1.5 TSI met 150 pk, die je trouwens ook al niet in de Seat Ateca kunt krijgen – die doen het nog met de oude 1.4 TSI. De diesels zijn een 1.6 van 115 pk en een 2,0-liter met 150 pk. Dat eenlitertje lijkt (we hebben niet met hem gereden) ons wat onderbemeten, maar met de 1.5 ben je uitstekend bediend. Hij is stil, zuinig (als ze niet direct nodig zijn, schakelt hij doodleuk twee cilinders uit. Merk je niks van, behalve aan de pomp) en biedt meer dan genoeg vermogen voor wat de doorsnee Skoda-rijder van hem zal vragen.

Rijdt de Skoda Karoq 1.5 TSI Style fijn?

De afstemming van het onderstel is comfortabel – heel comfortabel zelfs. Vering en demping zijn veel zachter afgesteld dan in de Tiguan en Ateca, waarmee de Karoq ook weer zijn geheel eigen plek opeist. Wie van een beetje sportief rijden houdt, zal er niet zo van gecharmeerd zijn: de Skoda Karoq 1.5 TSI Style helt nogal over in snelle bochten en is bij hobbels en bobbels in het wegdek haast deinerig. Dat komen we niet zo vaak meer tegen. Het zal de liefhebbers van ouderwets ‘Frans’ comfort (dat we eigenlijk helemáál nooit meer tegenkomen) echter als muziek in de oren klinken.

Je kunt de Karoq krijgen met een handmatige zesbak, maar de DSG-automaat past vele malen beter bij zijn ‘rust, reinheid en regelmaat’-karakter. Een wat
malle toevoeging is de sportstand, die op de automaat het effect van zes dubbele espresso’s heeft: hij wordt er bloednerveus van en blijft lang in hoge toeren hangen – nergens voor nodig.

Nu we het toch over rare dingen hebben: dat lijkt in eerste instantie ook het geval voor de prijs van de Karoq. Hoewel nog niet alle prijzen bekend zijn, geldt dat wel voor de vanafprijs: die bedraagt 28.990 euro. Laat dat nou precies de vanafprijs zijn van de véél grotere Kodiaq, en ook nog eens twee mille meer dan de goedkoopste Seat Ateca. Wat blijkt: Skoda slaat het gebruikelijke basis-uitrustingsniveau over en schaalt meteen één niveau op. Wat betekent dat ook de basis-Karoq al voorzien is van zaken als airco, 16-inch lichtmetaal, parkeersensoren achter, automatisch remmen voor voetgangers en dergelijke.