Fiat heeft het roemruchte merk Abarth weer tot leven geroepen in de vorm van een speciaal model en een opvoerkit. Maar is deze nieuwe schorpioen venijnig genoeg om de concurrentie te lijf te gaan? Eerst een korte geschiedenisles van Opa Top Gear: Abarth is een tuning- en autosportfirma opgericht…
Fiat heeft het roemruchte merk Abarth weer tot leven geroepen in de vorm van een speciaal model en een opvoerkit. Maar is deze nieuwe schorpioen venijnig genoeg om de concurrentie te lijf te gaan?
Eerst een korte geschiedenisles van Opa Top Gear: Abarth is een tuning- en autosportfirma opgericht in 1949 door Carlo Abarth. Het merk was vroeger beroemd om z’n opvoerkits voor allerlei Fiats en vanwege zijn auto’s – denk aan de race-500 met opgestoken achterklepje – die in de jaren zestig en zeventig diverse overwinningen in de wacht wisten te slepen. In de periode daarna ging het helaas bergafwaarts met Abarth en aan het einde van de jaren negentig leek het merk louter nog een verzamelnaam voor sportieve accessoires. Een kleine opleving voor de schorpioen was er in 2001, toen er van de Fiat Stilo Abarth meer exemplaren verkocht werden dan van de normale versie.
Nu is het merk weer volledig tot leven geroepen om de Grande Punto Abarth, de ‘esseesse’-opvoerkit en allerhande merchandise aan de (jonge)man te brengen. Later volgen nog de Bravo en Fiat 500 Abarth en een ga-sneller-kit voor deze modellen.
Op Fiats Italiaanse testcircuit Balocco werden we voorgesteld aan beide Abarth-versies voor de Grande Punto. Een aangename kennismaking, want het duo ziet er smakelijk uit. Zowel de Abarth als de esseesse – Italiaans voor SS, ofwel Super Sport – beschikt over dikke voor- en achterbumpers, grote, indrukwekkende wielen met daarachter heuse Brembo-remklauwen, rode spiegels en een flitsend interieur met sportstoelen en racepedaaltjes.
Dat is leuk, maar het draait bij de Grande Punto Abarth om de rijeigenschappen. Dat zit wel snor. Het ding laat zich dankzij z’n haarscherpe besturing en fijne onderstel met groot gemak over de baan jagen. Verder zijn de fading-vrije remmen prima in orde, de 155 pk sterke 1,4-liter turbomotor trekt als een lier vanaf 3.000 tpm tot aan de toerenbegrenzer en de zesversnellingsbak is een open boek.
Dan de Abarth SS, de versie met de circa 5.000 euro kostende opvoerkit. Die heeft niet alleen een dikker inner- en uiterlijk, maar ook meer vermogen (180 pk) en koppel (272 tegen 230 Nm), een strakker onderstel en nog betere remmen.
Die is nog veel leuker, concluderen we na een paar hete rondjes op het circuit. De SS is namelijk niet alleen sneller, maar stuurt ook nog net een tandje beter. Daarom kwalificeren wij ‘m als de Hans Teeuwen onder de hot hatches: leuker dan de rest – lees: de Opel Corsa OPC en Renault Clio RS. Die bieden overigens voor hetzelfde geld wel meer vermogen, namelijk respectievelijk 192 en 197 pk. De Punto Abarth zal daarom zijn plekje binnen het segment moeten bevechten, maar dat kunnen we wel overlaten aan een schorpioen.
Reacties