Ja, er zijn racegames die realistischer, mooier en misschien ook beter zijn. Maar toch is een nieuwe Need for Speed altijd iets om naar uit te kijken. Puur en alleen omdat er weinig multiplatformracers zijn die zó entertaining zijn. Need for Speed Unbound is daarin geen uitzondering, maar de game heeft wel wat belangrijke minpunten.
Visueel is Need for Speed Unbound totaal anders dan z’n voorgangers. Het is een mix van karikaturale striptekeningen en realistische weergaven. Personages zijn cellshaded, net als de kekke rook- en boosteffectjes achter je auto. Maar je auto en de omgeving zijn ‘gewoon’ realistisch weergegeven. Een lekker vlot stijltje, als je het ons vraagt, dat prima past bij het arcadegevoel van de game.
Het verhaal in Need for Speed Unbound
Je racet door de fictieve plaats Lakeshore, geïnspireerd op de Amerikaanse stad Chicago. Het verhaal start in garagebedrijf Rydell’s Rydes, alwaar jouw personage – dat je zelf mag kiezen en customizen – samen met ene Yaz een auto opknapt. Je hebt keuze uit een Dodge Charger R/T, Lamborghini Countach 25th en een Nissan Sylvia K.
Bij het kiezen van je eerste auto in Need for Speed Unbound is het van belang dat je rekening houdt met zowel snelheid als wendbaarheid. Kortom: voor de gaafste kar gaan loont niet. Dus gingen wij ook nu voor de verstandige keuze. Juist, de Countach. Een voor deze tijd niet bloedsnelle auto met een draaicirkel van een binnenvaartschip.
We konden overigens niet erg lang blij zijn, want kort nadat je je Countach visueel naar een hoger plan hebt getild (hij leek zowaar op een Terzo Millennio, gaaf!) wordt Rydell’s Rydes bestolen. Alles met wielen wordt gejat, inclusief onze Lambo. Yaz blijkt achter de daad te zitten. En daar begint feitelijk het verhaal. Rydell en jij blijven berooid achter, tot er zich een kans voordoet om Yaz terug te pakken. Via straatraces.
Er zijn ook minpunten
Genoeg over het verhaal, hoe speelt dat spel? Al vroeg in de game – we beloven je: nog vóór de overval – zul je merken dat Need for Speed Unbound dan wel arcade is, maar niet makkelijk. Een slechte start betekent flink knokken om plekjes vooruit te komen. De koplopers van de race zijn dan al aan de horizon verdwenen en vaak ook bijna niet meer in te halen. Daarbij is de besturing van veel auto’s uitdagend.
Heb je wél een goede start, dan merk je dat het lastig is om je opponenten achter je te laten. Om in gametermen te spreken: je hebt veel last van rubber banding. Dit is overigens ook het geval als je achterna wordt gezeten door de politie. Afschudden is noodzakelijk, maar ook erg lastig en naarmate je heatlevel oploopt alleen maar moeilijker.
Tuning in Need for Speed Unbound
Het tunen en customizen is – gelukkig – weer een belangrijk onderdeel van de game. Zoals je hoopt is dit extreem goed uitgewerkt. De mogelijkheden zijn eindeloos, je kunt net als in voorgaande NFS-titels bijna ieder onderdeel van je auto visueel aanpassen en ook de technische upgrades zijn talrijk. Maar: die zijn ook aardig aan de prijs. En daar snijden we nóg een obstakel van de game aan.
Om aan bepaalde races mee te mogen doen, moet je auto van zeker niveau zijn én soms een flinke som geld betalen. En om je auto op dat niveau te krijgen, moet je hem upgraden. Om voor die upgrades te betalen, moet je racen. Maar met die races, verdien je geen bakken met geld. Voel je hem aankomen? Soms moet je eindeloos racen, om maar genoeg geld te hebben voor je upgrades en de buy-in voor een race.
Daar komt ook nog bij dat je gewonnen geld pas op de bank staat, als je in een safehouse bent. En dus is het zaak om uit handen van de coppers te blijven. Want gepakt door de popo, betekent geen euro’s op de bank. En dan duurt de grind nóg langer. Oh, en nog een laatste zeurpuntje: je racet op ‘dagen’ en die wisselen als je je safehouse bezoekt. Per dag kun je – als je de moeilijkheidsgraad op normal zet – maar vier keer een race herstarten. Denk nu weer even terug aan wat we schreven over rubber banding.
Conclusie: kopen of laten gaan?
Zorgt deze optelsom ervoor dat je Need for Speed Unbound links wil laten liggen? Nou, toch niet echt. Het racen is uitdagend en soms frustrerend, maar wel leuk. Er zitten alleen maar toffe auto’s in de game en het aanpassen ervan gaat echt nooit vervelend. Als klap op de vuurpijl is er naast bovengenoemde storymode natuurlijk ook een uitgebreide onlinewereld waar je je lol echt wel op kunt. De beste en leukste NFS is het helaas niet, wel de mooiste en een aangename aanvulling op je collectie.
Reacties