Twee dagen. Een missie: de maximum snelheid bereiken. Eerst. De 337 km/u snelle Murciélago SV
Tekst: Richard Hammond
Het nieuws over een sterkere, lichtere en snellere Lamborghini, is een bericht dat je hart een klein slagje extra doet slaan. Als dat nieuws wordt begeleid door de mededeling dat er een exemplaar naar Abu Dhabi wordt gestuurd, waar jij ‘m dwars door de woestijn moet jagen en vervolgens op topsnelheid over afgesloten wegen door het stadscentrum moet knallen, is de kans groot dat dit extra slagje overgaat in een ritme dat tot lekkende hartkleppen leidt.
Ik bleef echter op mijn benen staan en accepteerde de missie met staalharde ogen, terwijl ik onder het mompelen van een nonchalant klinkend ‘tuurlijk’ uiterst cool het kantoor verliet. Toen ik veilig de hoek om was, sprong ik op en neer, balde mijn vuist en gilde. Deze auto is de laatste incarnatie van de Murciélago, de laatste trompetstoot van wat nu al een legendarische Lamborghini is.
In de acht jaar sinds z’n introductie in 2001, heeft de auto altijd met succes op een moeilijke scheidslijn gebalanceerd. Hij combineert enkele kwaliteiten van de nieuwe, door Audi geïnitieerde Lamborghini’s – Duitsers staan erop dat dingen het gewoon doen in plaats van eraf te vallen – en die van de ‘old school’ Lambo-charme. Auto’s die werden gebouwd in de rotsvaste overtuiging dat onbetrouwbaarheid en niet praktische oplossingen simpelweg over het hoofd worden gezien wanneer je je auto’s maar feloranje schildert. Om ‘m met goed fatsoen uit te kunnen zwaaien heeft Lamborghini een laatste uitvoering gemaakt die lichter, sterker en sneller is en die een naam heeft als van een computerprogramma;: LP670-4 Super Veloce. Pakkend? Ik weet het. Hij is ook duurder. 510.736 euro, om precies te zijn.
Man, wat ziet-ie er goed uit. Ieder cliché uit het boekje is aanwezig: de lange, lage carrosserie, de brede wielbasis, de korte, hellende motorkap, de stompe achterkant, de brede banden en de smalle, geblindeerde ramen die de suggestie wekken dat Darth Vader je aanstaart. Het is kinderlijk, puberaal, clichématig en absoluut prachtig. In het vroege ochtendlicht contrasteert het gebrande oranje spuitwerk mooi met de gele woestijn.
Een Murciélago staat ook nooit zomaar ergens geparkeerd. Hij loert als een roofdier op zoek naar een potentiële prooi. Een lichte bries stak op en het fijne zand dat de wind meenam, verzachtte de scherpe lijnen van de auto. De door de bries voortgestuwde zandkorrels vloeiden als water over het zwarte asfalt van de snelweg, dat nu nog koel was van de korte woestijnnacht, maar snel opwarmde in de vroege ochtendzon. Het was allemaal best wel mooi.
‘De rechthoekige uitlaat ziet eruit als een plek in de keuken waar ooit de vrieskist stond’
Mijn broek daarentegen was een heel ander verhaal. Ik was een beetje nerveus. Een Murciélago is niet een auto waar je al te luchtig over moet doen. Hij is verschrikkelijk sterk, ongelooflijk snel en, uiteraard, belachelijk duur. En het is een splinternieuwe, waarmee al deze zaken nog eens extra gewicht krijgen. Even concentreren dus. De deuren openen omhoog – uiteraard doen ze dat, en het ziet er goed uit. Binnen is het een feest van koolstofvezel en alcantara. Alle interieurdelen, behalve het dak en de deuren, zijn gemaakt uit composieten van koolstofvezel. De stoelen zijn voorzien van Y-vormige groeven die er ogenschijnlijk in zijn gemaakt om voor extra koeling te zorgen ter hoogte van de broekensectie. Geen slecht idee vind ik, op dit moment.
De 6,5-liter V12 is opgevoerd van 640 naar 670 pk – de clou zit ‘m in het middelste gedeelte van zijn naam. Een deel van de vermogensstijging werd bereikt door de kleptiming te optimaliseren en het luchtinlaatsysteem anders te laten lopen. De uitlaat is ook veranderd, niet alleen om voor extra pk’s te zorgen, maar ook en vooral om gewicht te besparen. De rechthoekige uitlaat die het resultaat is van deze aanpassingen ziet eruit als een plek in de keuken waar ooit de vrieskist stond en uit dat gat rolt een van de meest opwindende en onthutsende geluiden dat ik ooit heb gehoord.
Toen ik ‘m eerder die dag hoorde aankomen – afgeleverd door een Hollander die een korte broek droeg en een snor had om redenen die ik niet kon doorgronden – begonnen de televisieploeg en ik te glimlachen, daarna te grinniken en vervolgens ongecontroleerd te roepen en te juichen naarmate de auto dichterbij kwam en de huil van de V12 de stilte boven de woestijn openscheurde. Het gehuil ging over in een doordringende mechanische snerp en deed iedere haar op mijn stoffige lijf recht overeind staan. Toen werd die motor opnieuw opgestart, klaar om zijn lied opnieuw over de woestijn te tetteren. Alleen zou het dit keer onder mijn leiding plaatsvinden. Ik nam plaats in de stoelen en dankte God voor de aanwezige bilgroeven.
Er was geen enkele reden voor mijn opspelende zenuwen en ik schaam me er nu voor dat ik ze ooit heb gevoeld. Natuurlijk bestond het risico dat vandaag een half miljoen euro kostende Lambo zou worden afgeschreven door de pk-gewichtsverhouding waarmee hij regelrecht in de klasse van de hypersportwagens valt, maar in werkelijkheid bleek hij net zo charmant, toegankelijk en inschikkelijk als een Lotus Elise.
De e-gear-sequentiële versnellingsbak is standaard en werkt voorbeeldig. Hij schakelt snel en soepel en geeft dat essentiële piepje wanneer je wilt terugschakelen terwijl de motor dat eigenlijk niet zo’n goed idee vindt. Om begrijpelijke redenen hoorde ik liever de pieptoon dan een klap motorlawaai gevolgd door in het rond vliegende zuigerstangen. Zonder meerprijs kunnen de kopers kiezen voor een handbak. Ik zou altijd de e-gear kiezen. Het systeem schakelt sneller dan een ieder van ons hoopt te kunnen. Het roeien door de versnellingen met de lekkere flippers achter het stuur went snel en wanneer je er toch een zootje van maakt, kiest de automaat zelf voor de meest motor- en bakbeschermende oplossing en laat je uitsluitend weten dat je hopeloos hebt gefaald door een korte pieptoon te laten horen. Beter dan een hoop motorische ellende, of in het beste geval dan een proestend hoongelach van toehorende omstanders.
Het label van ‘snelste Lamborghini ooit gemaakt’ kan de Murciélago last bezorgen. Net als een wereldkampioen kickboxen moe wordt van dronken gasten die hem in de kroeg uitdagen voor een gevecht, heeft ook deze auto een zware last te dragen. Maar de Lambo is, misschien wel net als de zwaar aangezette metafoor van de kickboxer, meer dan gewillig om zijn krachten te meten met de concurrentie, zij het op een gracieuze manier. Althans, gracieus: tot je de plek hebt gevonden waar hij de ruimte heeft. Dan is het een jankende, grommende maniak. De achterwielen dragen 58 procent van het wagengewicht, tezamen met 65 procent van de krachten van de vierwielaandrijving. Het is uitgebalanceerd, nuttig en buitengewoon competent. Wanneer je het gaspedaal helemaal vloert, beweeg je je met grote spoed richting het einde der aarde.
De aërodynamica is verbeterd, mede dankzij een nieuwe diffuser aan de achterzijde en een vergrote voorspoiler. Aan de achterkant is de standaard beweegbare spoiler verwijderd; een slachtoffer van de maniakale gewichtsbesparing. De koper moet kiezen tussen een kleine, vaste achterspoiler en de veel grotere ‘Aeropack’, waarvan geclaimd wordt dat het extra downforce en koersvastheid biedt bij hoge snelheden. Die snelheden worden ten dele beïnvloed door de keuze van de spoiler. De grotere Aeropack-vleugel beperkt de topsnelheid tot 337 kilometer per uur. Dit in tegenstelling tot de 342 km/u die je op de snelheidsmeter kunt toveren wanneer je het bij de standaardspoiler houdt (dat krijg je nou eenmaal wanneer je grip in bochten belangrijker vindt dan hard rijden).
Om aan te tonen hoe serieus het onderwerp aërodynamica wordt genomen, is de motor voorzien van ventilatiesleuven in de flanken van de auto die automatisch worden geopend wanneer de sensors het tijd vinden om de motor een luchtje te laten scheppen. Wanneer dat niet zo is, zitten ze potdicht en wordt de auto niet extra afgeremd door de luchtweerstand van de koelsleuven.
Het werkt nog allemaal ook. De voortstuwende kracht is, zoals verwacht, enorm. Dat effect wordt versterkt door het lage gewicht van de auto. De acceleratie is verpletterend; van 0-100 km/u in 3,2 seconden, maar het is vooral de manier waarop het vele vermogen op de weg wordt gebracht die me de adem benam. Of ik bedoel eigenlijk niet de adem benam. Want je kunt gewoon rustig adem blijven halen wanneer je wordt afgeschoten. Natuurlijk, wanneer je het gaspedaal intrapt sprint de LP670-4 weg als de stier op zijn badge en ja, je voelt ieder rimpeltje en hobbeltje door het met alcantara omklede stuurwiel. Maar op geen enkel punt tijdens deze procedure lijkt het alsof de auto er met jou vandoor gaat, alsof-ie te sterk of te groot is voor de weg. Misschien komt het doordat hij zo intuïtief reageert op iedere minuscule beweging van het stuur. Misschien is het de manier waarop je lichaam er gevoelsmatig mee versmelt. Of misschien zijn het vooral de keramische remmen die zo veel vertrouwen geven.
Op volle snelheid door Abu Dhabi, op een weg die speciaal voor ons werd afgesloten in een land dat ogenschijnlijk uitsluitend door autofanaten wordt bevolkt, schoot ik langs de camera’s om vervolgens hard te remmen en tot stilstand te komen voor een verkeerslicht. Ik deed dat een miljoen keren of zo, zoals van je wordt verwacht tijdens filmopnames – omdat het licht niet goed was, of omdat ze moesten wachten op een vlieg op een verkeersbord waarop was ingezoomd voor ik langskwam of wat dan ook – en de remmen brachten de auto de miljoenste keer nog net zo fris en gewillig tot stilstand als de eerste keer. Sterker nog, ik vond al snel dat de gevoeligheid van het rempedaal en de manier waarop het me exact vertelde wanneer de remmen nog grip hadden of wanneer ze op het punt stonden om door te glijden, bijna net zo leuk en meeslepend om mee te spelen als het gaspedaal.
Bijna dan, maar niet helemaal. Want er is geen pedaal, knop of hendel in welke machine ter wereld dat ik liever zou bedienen dan het gaspedaal van de glorieuze zwanenzang van een van de grootse Lambo’s van ons of van welk tijdsgewricht dan ook. Kom maar op met concurrentie.
Reacties