Wij TopGear-redacteuren onderscheiden onszelf graag. Daarom rijden we privé allemaal in veel te onhandige, onzuinige bakken. Dat is lekker bijzonder. Maar de échte individualist doet het anders: die laat gewoon een wiel weg.
Als je toevallig afgelopen seizoen hebt gezien hoe The Stig haast stuurloos met de Morgan 3Wheeler over het TopGear-circuit zwierde, heb je de kleine Brit waarschijnlijk al in je hart gesloten. Zo niet, kijk dan nog eens goed naar deze foto’s en bedenk er de soundtrack van een passerend oorlogsvliegtuig bij. Dan krijg je er vanzelf een soft spot voor.
Morgan is ontegenzeggelijk het meest eigenwijze automerk dat momenteel nog mag ademen. Met hun deels houten frames, ontwerpen uit de jaren dertig en interieurs waarin je de neiging hebt om een leren muts en een vliegeniersbril op te zetten, weten ze al generaties lang om de massa heen te sturen en tot de liefhebbers door te dringen. Dat hun modellenlijn daarbij nagenoeg onbegrijpelijk is, voegt alleen maar charme toe aan het geheel. Plus 4, 4/4, Roadster; je hoeft ons niet te vragen om ze uit een rijtje te pikken, want wij zien de verschillen niet. Geeft niets: op dit moment is er nog maar één Morgan die er voor ons echt toe doet. En die is gelukkig wel meteen te herkennen.
Dit is de machine waarmee het voor het merk allemaal begon. Al vóór de Eerste Wereldoorlog bouwde Harry Morgan driewielers en boekte hij er internationaal succes mee vanwege de lage prijs, de simpele techniek en de betrouwbaarheid. Toen men begin jaren vijftig toch wel erg verwend was geraakt door al die ‘normale’ auto’s, viel het doek voor het driewielige model van Morgan.
Nu, zestig jaar later, is ie terug. Bijgeschaafd, gemoderniseerd, maar qua concept onveranderd. Twee dunne, klassieke spaakwielen voor, één onzichtbaar wiel achter. Een luchtgekoelde tweecilinder in V-vorm, van een motorfiets geleend, hangt volledig open en bloot aan de neus. De aandrijving gaat, via een Mazda MX-5-versnellingsbak en een getande riem, naar achteren. De uitlaatpijpen lopen onder de ellebogen van de inzittenden door. Het is een onwerkelijk apparaat. Hij lijkt helemaal nergens op.
Voor deze vergelijking halen we er daarom iets totaal anders bij. De Courage Trike is, behalve wat het aantal wielen betreft, in alles de tegenpool van de Morgan. Waar de 3Wheeler klein en venijnig is, is dit een imponerende vernietiger van werelden. Met veel glimmend staal en enge doodshoofden. Je dient erop te klimmen in plaats van erin te kruipen, en z’n motor ronkt achter in plaats van voor je. Bovendien loopt ie op diesel.
Het Nederlandse Courage (spreek het uit op z’n Frans, niet op z’n Engels) bestaat nog maar een paar jaar, en komt voort uit het idee dat iets bijzonders als een trike volledig op maat gemaakt moet worden. Er is geen Courage hetzelfde; zelfs de kale basis verschilt, waardoor ieder exemplaar afzonderlijk gekeurd moet worden voor het op kenteken kan worden gezet. Dat lijkt een hele onderneming, maar we moeten erbij zeggen dat er op dit moment slechts negen van deze trikes bestaan. Nummer 10, 11 en 12 zijn besteld en in de maak.
Met deze specifieke Courage wordt ruim 20.000 kilometer per jaar gereden, vandaar dat de keuze voor een dieselmotor voor de hand lag. Het 1,9-liter TDI-blok komt uit de schappen van Audi en levert in deze configuratie zo’n 130 pk en 350 Nm. In combinatie met een leeggewicht van zo’n 850 kilo maakt dat ‘m behoorlijk vlot; zeker als je bedenkt dat je met je hoofd en je kruis direct in de wind zit en de snelheidsbeleving dus ongeveer verdrievoudigd wordt. Schakelen is niet nodig, dat doet een Tiptronic-automaat. Aan een combinatie met de meer geavanceerde dsg-bak wordt gewerkt.
Buiten de motor, bak, remmen en velgen (van niemand minder dan hotrod-koning Boyd Coddington) is nagenoeg alles aan deze trike door de Nederlandse fabrikant vervaardigd. Het frame, het stuur, de kunststof plaatdelen, de stoelen, noem het maar op. Wil je een houder voor je TomTom of een aansluiting voor je iPod? Een elektronische handrem, grote zadeltassen, zes koplampen? Het kan. Al dit handwerk wordt met een scherp oog voor detail uitgevoerd, wat wellicht ook de prijs verklaart: voor dit exemplaar werd zo’n 43.000 euro neergeteld.
‘Het is even wennen om onze parate kennis van motor- en autorijden op deze manier te moeten combineren’
Dat komt dicht in de buurt bij de Morgan. In Nederland kun je deze kleine kruisraket voor 47.500 euro in je garage parkeren. Daar krijg je een aluminium body en prachtige spaakwielen voor, maar ook een compleet met leer aangeklede cockpit, een rits vliegtuigmetertjes, fraai afgewerkte knopjes en een uitneembaar stuurtje voor de minder lenige piloot. De startknop zit onder een klepje, wat de indruk wekt dat je er iets gevaarlijks mee kunt lanceren.
Vind je dit alles nog niet uniek genoeg, dan kun je bij Morgan aan de bel trekken voor hun ‘bespoke’-programma. Dat klinkt heel chique, maar in de praktijk komt het er vooral op neer dat je een carrosserie- en leerkleur van andere Morgans kunt kiezen, verschillende militaire stickers kunt laten aanbrengen en bepaalde onderdelen, zoals de motor, de koplampen en de uitlaten, in glanzend chroom kunt laten uitvoeren. Deze, eh, testauto is uitgerust met het laatste, het zogenoemde Bright Pack, en nog wat leuke zaken zoals zwarte hitteschilden aan de binnenkant van de voorwielen en een tonneaucover om de cockpit af te dekken als je ‘m in de regen parkeert. Zo komt de prijs toch maar mooi op 53.527,25 euro. Veel geld voor een speeltje. Maar wat een gaaf speeltje.
De Courage heeft op ons niet dezelfde aantrekkingskracht als de Morgan. We krijgen bij de eerste aanblik van de giga-trike niet de neiging om ‘m bij z’n nekvel te pakken en er een potje mee te gaan stoeien. Toch kunnen we ons de charme van zo’n enorm apparaat goed voorstellen; zeker wanneer we voor het eerst in het comfortabele kuipstoeltje plaatsnemen.
Op onbewaakte momenten rijden we nog wel eens op een motorfiets (laat J. Clarkson het niet horen), dus onze handen grijpen van nature naar een koppelings- en een remhendel wanneer we het onmogelijk brede en hoge stuur beetpakken. Of misschien twee remhendels, gezien de automaat. In plaats daarvan is er helemaal niets te vinden achter de handvatten. Remmen gebeurt op de Courage met de rechtervoet, waarbij maar liefst 70 procent van de krachten naar de achterwielen en 30 procent naar het voorwiel gaat. Gas geven gaat wel gewoon met de rechterhand. Het is even wennen om onze parate kennis van motor- en autorijden op deze manier te moeten combineren.
Ook wennen is de breedte van de Courage: een goede twee meter. Geneigd als we zijn om op een bochtig dijkweggetje instinctief de binnenbocht te pakken, zoals we op een tweewieler zouden doen, kijken we regelmatig achterom om te controleren hoe veel ruimte we nog hebben tussen het achterwiel en de berm. Dat blijkt nogal eens minder te zijn dan we dachten. Uitkijken dus, voor we de zaak van wijlen Boyd in de VS moeten bellen voor een nieuw velgje.
Alle vreemde gewaarwordingen ten spijt is het een gemakkelijk genot om op de Courage te rijden. We zitten heerlijk, en het koppel van de diesel is overdonderend: de trike schiet zichzelf af bij elke snelheid. De motor klinkt daarbij als de wind in een schoorsteen en de turbo sist en fluit dat het een lieve lust is. Er is technisch nauwelijks iets aan het dieselblok veranderd, maar dankzij de korte uitlaten en een open luchtfilter krijg je bij elke beweging van je rechterhand een auditieve oorvijg. We proberen het niet te veel in de hand te werken, want sturen met de Courage blijkt een uitdaging. Hoewel ie bij niet al te gekke snelheden voorbeeldig op onze commando’s reageert, kunnen we ons niet aan de indruk onttrekken dat dit grote geval bij iets gedurfder rijgedrag flink over dat kleine voorwieltje zal wegglijden. En dan belandt die lange voorvork waarschijnlijk eerder in de berm dan we kunnen inschatten.
Hoe anders is het bij de Morgan: die heeft gewoon onder alle omstandigheden onder- of overstuur. Zeker wanneer het een beetje begint te regenen, merken we dat het kontje in korte bochten opzij wil zwieren, en dat de voorwielen in langere bochten steeds naar buiten kruipen. Dit komt vooral door de dunne en onmogelijk flexibele vintage banden waarmee de 3Wheeler is uitgerust, maar zeker ook door het hooligangedrag dat ie bij ons losmaakt. De lage zitpositie, de herrie, de vibraties, het hele arsenaal aan ongekende sensaties dat de Morgan op ons afvuurt: ze zorgen ervoor dat we continu volgas en op de randjes van de grip willen rijden. En die zijn snel bereikt, want de Morgan gaat heel hard in heel korte tijd.
Komen we ander verkeer tegen, dan hebben we de neiging om ze van de weg af te schieten – aan de kant! – om als we straks op onze bestemming aankomen onder luid gejuich van meisjes in polkadot-jurkjes een corresponderend aantal victory markings op de zijkant van de Morgan te etsen. Geen enkele andere ‘nieuwe’ ‘auto’ zorgt voor zo’n heerlijk theatrale vertoning. Geen ander modern vervoermiddel heeft ons zo in vervoering gebracht.
De 3Wheeler is verre van perfect. Tijdens de stilstaande fotosessie wordt ie snel warm, aangezien ie zich enkel met rijwind kan koelen, en is ie soms maar moeilijk te starten. Bij maximale stuuruitslag rammelen de hitteschilden tegen de uitlaten aan. Je linkervoet kun je nergens kwijt, en bij elke beweging die je met de versnellingspook maakt, geef je je passagier een elleboogstoot. Maar dit past bij de 3Wheeler. Je moet er een beetje in afzien, net als onze pijprokende voorvaderen toen ze honderd jaar geleden voor het eerst in een driewielige Morgan tussen de postkoetsen en damespaarden door kletterden.
Kiezen tussen deze twee machines is, voor ons, als kiezen tussen een blondine en een brunette. Er zullen maar weinig mannen zijn die geen sterke voorkeur voor een van beide hebben. Er is hier dan ook geen winnaar of verliezer; deze driewielers zijn uniek, met elk hun eigen kwaliteiten en tekortkomingen. We weten alleen: als wij morgen plots vijftig mille te besteden hebben, dan komt er een Morgan. Toch zullen we stiekem bewonderend omkijken als een Courage ons passeert.
Morgan 3Wheeler
Motor: 1.910 cc, V-twin benzine, luchtgekoeld
Vermogen: 115 pk
Koppel: n.b.
Gewicht: 525 kg
Acceleratie: 0-100 km/u in ca. 4,5 seconden
Topsnelheid: 185 km/u
Prijs: vanaf € 47.500
Courage Trike
Motor: 1.896 cc, viercilinder turbodiesel
Vermogen: 130 pk
Koppel: 350 Nm
Gewicht: ca. 850 kg
Acceleratie: 0-100 km/u in ca. 5 seconden
Topsnelheid: tot je gezicht flappert als dat van Clarkson
Prijs: kaal vanaf € 33.495
Reacties