Michiel Romeyn zit ons al maanden aan het hoofd te zeuren of we niet een keer kunnen gaan karten.
Maar dan in échte karts, die écht hard gaan – niet van die prutteldingen die je op indoorbanen tegenkomt.
 
Om één of andere reden heeft Jiskefetter Michiel Romeyn iets met karten. Als hij op vakantie, ergens in Spanje of Frankrijk, langs een kartbaan rijdt, begint er iets van binnen te gloeien, krijgt hij tintelingen in zijn handen, wordt de auto aan de kant gezet en móét hij een aantal heats karten. Zijn meisje wacht er dan geduldig bij, en na gedane zaken stappen ze samen weer in hun bus om de reis te vervolgen. Maar toch, het zijn vaak van die kinderkarts, van die pruttelende grasmaaiers waarop de snelheidsbeleving nou niet heel adembenemend is. Of we bij TopGear niet een paar echte karts konden regelen, om te voelen hoe dat is.
 
We hebben afgesproken op de kartbaan van Veldhoven, onder de rook van Eindhoven Airport. Eén van de weinige buitenkartbanen die Nederland nog rijk is. De afgelopen jaren zijn in korte tijd verschillende banen gesloten. Kartbaan Amsterdam heeft plaats moeten maken voor een waterreservoir en een winkelcentrum. Kartbaan Uitgeest, een van de oudste kartbanen die Nederland rijk was, is opgeslokt door een woonwijk. En in Venray kan de lokale politiek het niet eens worden over de ligging van een nieuwe kartbaan, met als gevolg dat daar ook al jaren niet meer gereden kan worden. En juist dit netwerk van kartbanen is belangrijk voor de ontwikkeling en doorstroming van Nederlands coureurs.
 
Zo stond Kartbaan Uitgeest bekend om het feit dat het een ideale plek was waar je als beginnend karter kon doorstromen naar de kartsport op clubniveau. Iedere winter werd er het ‘Winterkampioenschap Uitgeest’ gehouden voor prokarts. Wedstrijden van minimaal drie uur. In de regen en sneeuw, met een gure oostenwind, een race waar iedereen die een prokart had aan meedeed. In de zomer had je er ook nog het sprintkampioenschap voor prokarts. Kortom, een ideale leerschool om de eerste stappen in de kartsport te zetten. Over wat nu precies een prokart is later meer.
 
Omdat Michiel maar niet ophield over dat karten, hebben we Eurol Lubricants – een bekende Nederlandse smeermiddelen fabrikant die de kartsport een warm hart toedraagt – gevraagd of zij het kartteam van RAEK Racing konden verleiden naar Veldhoven te komen om hun karts, onder een beetje begeleiding eens een dagje te laten afrossen. Michiel kan dan eindelijk een dag lang karten – oké, we geven het toe, en wij ook – op een goed geprepareerde kart in plaats van die onbestuurbare, eeuwig trage huurkarts, die vaak op gas rijden, zo’n bespottelijke botsring rondom hebben en idiote stoelen met gordels. Allemaal zeer maatschappelijk verantwoord, maar niet het echte werk.
 
RAEK vond het allemaal geen probleem en zodoende staat het door Eurol gesponsorde RAEK Racing, zoals afgesproken, klaar in Veldhoven met twee prokarts. Dit team heeft de stappen op de kartladder in Uitgeest doorlopen als net omschreven. Om vervolgens vijf jaar lang actief te zijn in het Nederlands Kampioenschap Prokarten, ook wel bekend onder de naam Kings of Karting. Dit kampioenschap wordt al 20 jaar georganiseerd door Karting Events. Nu rijden ze in de Westfield Cup, een voor TopGear niet onbekende cup. En zo zijn er meer coureurs die het niet onverdienstelijk doen in de autosport en begonnen zijn op een prokart.
 
We zetten Eurol even in het zonnetje, zij maakten dit ten slotte mogelijk. Eurol is een familiebedrijf dat door de jaren heen gegroeid is tot een toonaangevende fabrikant van smeermiddelen, actief in de tweewieler- en motorsector, de automotive sector, industrie, landbouw en grondverzet, scheepvaart en watersport. Tevens voorziet het assortiment ook in onderhoudsproducten, ruitensproeiervloeistoffen en koelvloeistoffen, maar ook remvloeistoffen, metaalbewerkingsvloeistoffen en undercoatings. Het hightech blending-proces zorgt voor een zeer accurate dosering van grondstoffen en componenten, en dat is van grote invloed op de consistentie in kwaliteit van oliën. Je staat er eigenlijk nooit bij stil, de garage loost een paar liter olie in je carter en je kunt weer vooruit. Maar er zijn toch aardig wat kwaliteitsverschillen. Alleen de hoogste kwaliteit basisoliën en leading edge additive technologieën worden, zoals Eurol aangeeft, gebruikt voor de formulering van hun oliën. Dat is ook de reden waarom men in de autosport graag gebruik maakt van hun producten.
 
Terug naar de baan. Of liever gezegd: nog even ernaast. Op de paddock worden twee frames met in het midden een stoel uit de bus getild en op schragen met wieltjes gezet. De REAK-boys Michaël Spronkers en Arjen Heeck leggen ons uit dat zoiets dergelijks in de kartsport een bok heet. Dus deze term gebruiken wij voortaan ook maar. Uit de servicebus komen vervolgens ook vier motoren en vier sets slicks. Waarna beide rijders zich over één van de twee frames buigen en binnen no-time zijn de frames omgetoverd tot karts met motor en wielen. Het ziet er allemaal redelijk ongecompliceerd uit, behalve dan dat elke kart twee motoren heeft. Voor elk achterwiel een. Hoe ze het voor elkaar gaan krijgen om die twee motoren gelijk te laten lopen, blijft een vraag.

‘Alles is zeer direct; het remmen, gasgeven en sturen. Daarbij zorgen de slicks ervoor dat het speelveld qua grip zeer klein is’

 
Tijdens het opbouwen arriveert Michiel samen met zijn vaste rijmaatje Eric. In eerste instantie krijgen de karts een onwaardige blik te verwerken van Michiel. Dit was niet waar hij op had gehoopt. ‘Ik wil op een echte kart rijden, niet op zo’n huurding’, had hij ons gister nog telefonisch op het hart gedrukt. Dat bedoelt Michiel overigens aardig, opdat je niet de indruk krijgt dat wij ook maar een meter met een of andere verwaande, veeleisende BN’er zouden rijden. Een prokart heeft toch iets weg van een gemiddelde huurkart, met die enorme taartschep ter bescherming van de rijders tijdens endurance-wedstrijden en de twee Honda-grasmaaiermotoren. Het motorgeluid zorgt ook niet voor meer enthousiasme. Het lage, sonore gepruttel doet meer denken aan een aggregaat van de stratenmaker op de hoek dan aan een uitgebalanceerde racemotor die een duizelingwekkend aantal toeren kan draaien en je als een raket afschiet.
 
Prokarten, eigenlijk een vorm van lange afstand karten, is een – het had ook niet anders gekund – typisch Engelse uitvinding. De Engelse cultuur voorziet in de mogelijkheid om in een schuur je eigen auto te bedenken en te bouwen. Negen van de tien keer is het uiteindelijke resultaat kansloos, maar zo nu en dan zijn het echte pareltjes die het levenslicht zien. Denk bijvoorbeeld aan de Noble M600. Met een eigen idee, wat onderdelen van Ford – het uiterlijk is niet de sterkste kant – werd er een auto gebouwd waar we zeer over te spreken zijn. Clarkson helemaal. Al boeit dat niemand. Dat in-je-schuur-te-bouwen-principe geldt ook voor prokarts. Wie bedenkt het om niet één, maar twee Honda industriemotoren op een kart te zetten? Duidelijk mag zijn dat de Engelsman die dit verzon een visionair was, want 30 jaar later worden er over de hele wereld prokart-kampioenschappen gehouden.
 
Of het nu in Australië is, waar Mark Webber nog Australisch prokartkampioen is geweest, of Nederland, het is een vorm van karten die zeer aantrekkelijk is. Want prokarten is relatief goedkoop – ook omdat je de kosten met meerdere mensen kunt delen, de onderdelen gaan lang mee en zijn overal te koop. Hierdoor is het mogelijk om 24 uurs-wedstrijden te houden met een prokart, met als hoogtepunt de 24 Uur van Le Mans, waar teams uit de gehele wereld bij elkaar komen om te kunnen zeggen dat ze de 24 Uur van Le Mans gereden hebben. In een kart!
 
Tijdens de opbouw van de karts wordt Michel in een kartpak gehesen, schoenen aangemeten en een helm opgezet. De afgunst voor de prokart is nog duidelijk merkbaar, want bij het tillen van de kart van de bok laat hij de kart dan ook expres van een net iets te grote hoogte vallen. Je ziet Michiel denken: ‘Dit is je straf als je geen echte kart wilt zijn’. Wanneer Michiel nog steeds staat te mokken en afkeurende grapjes maakt, zit zijn maatje Eric vol verwachting in het kuipstoeltje te wachten tot ze eindelijk de baan op kunnen.
 
Eenmaal op de baan is duidelijk te zien dat deze karts al meer dan een handvol zijn om op de baan te houden, laat staan om niet te spinnen. Alles is zeer direct; het remmen, gasgeven en sturen. Daarbij zorgen de slicks ervoor dat het speelveld qua grip zeer klein is. Zeker op een baan waar nog natte plekken liggen, is het duidelijk dat Eric en in het bijzonder Michiel alle zeilen moet bijzetten om een fatsoenlijke ronde zonder spinnen te rijden. Laat staan dat deze ronde op race-snelheid wordt gereden.
 
De rijders van RAEK Racing kijken elkaar meewarig aan. De prokart is blijkbaar niet goed genoeg, maar een fatsoenlijke rondetijd rijden, ho maar, zien we ze denken. Dit wordt nog eens extra duidelijk als bij een korte stop één van de rijders van RAEK Racing zelf instapt. Vanaf de zijkant was het al zichtbaar, maar een echt snelle ronde is er nog niet gereden en de laptimer bevestigt dat. Per ronde wordt er vijf tot tien seconden te langzaam gereden. Bij de tweede korte pauze is het ook voor Michiel en Eric duidelijk dat er nog veel te leren valt om hard te gaan op een prokart. ‘Leuk hè, jongens, roepen wij, naar Michiel en Eric, en de mannen van RAEK’, maar waarom we dat doen weten we niet.
 
Er worden wat tips en trucs uitgewisseld tussen Michiel, Eric en de rijders van RAEK Racing en bij de volgende sessie stijgt de snelheid van beide heren en daalt het aantal slippartijen. Zowaar groeit het vertrouwen en wordt de waardering voor het prokarten uitgesproken. Zoals het echte mannen betaamt, is het nu dan ook tijd voor een race. Het mag duidelijk zijn dat Eric de snellere is, al meent Michiel dat hij de mindere kart heeft. En meer gewicht. Om deze handicaps te ondervangen, maakt hij gebruik van de vele mogelijkheden die de kartbaan van Veldhoven, qua lay-out, biedt. In de volksmond zegt men ook wel dat iemand afsnijdt. De strijd blijft hierdoor voor lange tijd spannend en het plezier van deze twee mannen op middelbare leeftijd is groot.
 

Toch blijft de hang naar die nóg snellere kart aanwezig. Zeker als Paul van Splunteren – actief in het Europese GT3 Kampioenschap – met zijn schakelkart wat rondjes komt rijden om in vorm te blijven. Dat ding gaat zo loeihard, maakt zo veel herrie en biedt zo weinig grip met die extreem hoge snelheden, dat je er niet als ongeoefende coureur in kunt stappen. Michiel kijkt ernaar als een klein kind kijkt naar de grote jongens die op een veldje voetballen, en hem niet willen laten meedoen. Z’n verleiding is groot om een rondje op de kart van Van Splunteren te bedelen, maar we drukken hem, Michiel, op het hart dat hij eerst echt ettelijke seconden van zijn tijd in de prokart af moet rijden voordat een dergelijke kart aan hem besteed is. Volgend jaar?

Reacties