Klein, gespierd, vierwielaangedreven. TopGear ontvoert de Audi S1 voor een ijzig ritje op een Noorse b-weg.
Het ziet ernaar uit dat we vastlopen. Een paar hoge en extreem solide stalen hekken blokkeren ons de weg. Dat is vervelend want we hebben uren gereden en zijn nu bijna bij onze bestemming – een klein eiland aan de andere kant van deze brug over een dam, dat dus kennelijk door deze hekken moet worden beschermd. We zetten de S1 stil. Er is niemand in de buurt en dat is goed, aangezien we de hele dag mensen hebben proberen te vermijden. Dan, als door onzichtbare magie, glijden de hekken open en verlenen ons de doorgang.
Terwijl we goed om ons heenkijken, gaan we voorwaarts. We zijn niet voortvluchtig, maar evenmin is het de bedoeling dat we hier zijn. Audi heeft TopGear de nieuwe S1 uitgeleend in Midden-Zweden, op voorwaarde dat we een korte, nauw in de gaten gehouden rit door de sneeuw zouden maken in de onmiddellijke nabijheid, en ‘m dan braaf terug zouden geven. Maar, natuurlijk, wilden we ook weten hoe ie zich zou gedragen op het asfalt. Dus als ik de sleutel krijg, mompel ik dat ik me aan hun regels zal houden, terwijl ik ieder oogcontact weet te vermijden. Want ik weet dat wanneer we eenmaal uit hun klauwen zijn, we veel uren zullen rijden, dwars door een groot deel van het Scandinavische schiereiland naar de Atlantische kust van Noorwegen, waar de zee het land warmer maakt, en sneeuwvrij – maar waar het wel natter en winderiger en grijzer zal zijn.
Dit is een goede vluchtauto. Klein als een notendop, met een groot hart, en een honger naar snelheid. Z’n van een dikke turbo voorziene motor heeft veel koppel en vermogen, en drijft een quattro aan, waardoor alle vier de wielen zich steeds vastbijten in welke ondergrond er dan ook ligt. Daarbij zijn het banden die lijken op die van de oorspronkelijke Audi S1, de Groep B-rallyauto.
Na de startknop te hebben ingedrukt, komt de bekende 2,0-liter motor van de VW Groep – de TFSI – tot leven, in dit geval de versie met 231 pk en 370 Nm. Die is goed in een Golf GTI, en ook perfect in orde in een Q5. En in de A1 gaat hij af als een raket: van 0 naar 100 km/u in 5,8 seconden. Stationair maakt hij ook een goed geluid, trouwens. Ik pers mezelf in de hoge Recaro-troon, zet de billenverwarming op de hoogste stand en trap de koppeling in. Koppeling? Pardon? Ja, deze auto is verfrissend vrij van allerhande gadgets. Geen S-tronic-transmissie, geen camera’s of radar, geen actieve besturing. De interactie van de bestuurder met de weg is in grote mate vrij van digitale interventies. Ja, de S1 heeft zelfs een echte handrem, zo eentje die door menselijke spieren wordt bediend.
Je zit hoog in dit rechtopstaande, kleine autootje, wat precies het juiste zicht biedt om tussen de sneeuw, het ijs, de gravel en de bospaden te kunnen ontsnappen aan de beschermers van de Audi. Daarentegen biedt deze omgeving ons niet direct de kans om het vermogen eens goed te gebruiken. Bij de eerste dot gas hebben alle vier de wielen wel meteen grip. Geef gas in een bocht en je maakt het centrale differentieel wakker waardoor de achterwielen bijspringen. Het esp laat je gecontroleerd glijden en glibberen zonder dat je er echt iets voor hoeft te kunnen.
Maar we kunnen ons niet helemaal laten gaan want het lijkt hier dan wel uitgestorven, dat is het niet. Voor je het weet, heb je een dier op je motorkap ter grootte van een minibusje en met geweien als boomtakken. En er is een man op Nordic ski’s die ons een poosje bijna bijhoudt. Wat? Ik kijk nog eens. Aha. Hij wordt voorgetrokken door een hijgende husky.
We draaien de hoofdweg op, een weg die zo belangrijk is dat hij zelfs een Europees E-nummer heeft, maar gelukkig is hij volstrekt verlaten. We gaan westwaarts. Het zal een hele poos duren voordat we iets anders gaan doen. Het is een brede snelweg, geflankeerd door dikke bossen, met bochten die zo wijd lopen dat je ze nauwelijks opmerkt. Het kleurenpalet bestaat uit een grijze lucht, lichtgrijze sneeuw, donkergrijze rotsen, grijsbruine velden, grijsgroen mos, en een streepje gele Audi.
'Uiteraard voldoe ik aan de TopGear-standaardtestprocedure door elke keer als we in een tunnel komen het raampje open te doen'
Sporadisch nemen we gas terug omdat we door dorpjes komen, met namen als Skrøtum en Memmen – waar een dozijn bewoonde huizen staat met rode of mosterdkleurige luiken. Er staan ook elke keer wat verlaten, vervallen huizen, en soms een kleine kerk. Daarnaast ligt telkens een kerkhof dat veel plaats in beslag neemt – niet omdat er nou ter plekke zo veel mensen wonen, maar wel omdat de overblijfselen van de paar families die er wonen vele, vele generaties bestrijken. Ze moeten van het kaliber mensen zijn dat tevreden is met een leven dat is teruggebracht tot de barre essentie, zonder enige trivialiteit.
Uiteindelijk zien we een hoger bergmassief, met meer sneeuw, en sneeuwresten in de bermen. Zoals voorzien in ons plan wordt alles anders als we eenmaal de bergtop over zijn; dan zien we het bewijs van een ander, meer Atlantisch weersysteem. De achtergebleven sneeuw verliest het hier snel van de voortdurende regen. We rijden Noorwegen binnen bij een groots opgezette douanepost waar vanmiddag geen levende ziel te bekennen valt.
We dalen naar een rivierbedding tussen een grijsblauw gesteente en een blauwgrijze rivier, waar geen sneeuw meer ligt. De weg wordt wat bochtiger zodat de S1 kan laten zien wat ie allemaal kan. Maar het wordt nog beter. Aan de kust gaan we noordwaarts, naar een serie landtongen die in het Trondheim-fjord liggen.
De wegen zijn smal maar bieden goed zicht, en zijn gepeperd met bochten – die zich zowel verticaal als horizontaal krommen. De kleine Audi openbaart zichzelf als een lekkere gooi- en smijtauto voor achterafweggetjes.
De motor beschikt altijd over koppel, heeft vanaf 3.000 tpm geen vertraging en blijft soepel en scherp tot hij ergens diep in de 6.000 toeren is. De uitlaat is niet bijzonder theatraal, hoewel hij iets luider wordt als je de auto in de Dynamic-stand zet. Uiteraard voldoe ik aan de TopGear-standaardtestprocedure door elke keer als we in een tunnel komen het raampje open te doen. De afstanden tussen de versnellingen zijn klein, licht en precies, zonder dat de bak nou opzienbarend snel is, maar de koppeling en het gaspedaal zijn zo afgesteld dat je vlot en prima schakelt. De vrijwel horizontale koppelkromme betekent dat je op elk moment kunt schakelen, tenzij je net even druk aan het sturen bent.
De eerste drie versnellingen zijn genoeg als je op een eenbaansweg rijdt; de rest is om te relaxen, tenzij je op de Autobahn rijdt.
Op snelheid kraken de brede banden op het wegdek. Zoals ze ervoor zorgen dat ijs onder de wielen als asfalt aanvoelt, zo zorgen ze ervoor dat asfalt ook een beetje als ijs aanvoelt: ze reageren met wat ruimte en nervositeit als je ze in ruime bochten uitdaagt. Maar als je strak instuurt, doen ze wat je wilt. Toch is er niet altijd veel grip, maar de S1 heeft er geen last van.
Onder je handen bevindt zich een elektrische stuur-assistent die gebaseerd is op de vroegere S1. Op dit vette, natte asfalt, doet hij dat hydraulische systeem leuk na, in een poging om het milde onderstuur op te vangen. Zo komen we het eerste deel van de bocht wel door.
Daarna is het in de bochten een kwestie van vermogen en het gebruik daarvan: je voelt de balans zich verplaatsen, en dan kun je gas geven. Er is elektronische controle op de koppelbalans tussen voor en achter, en de remmen worden in de gaten gehouden, maar het is allemaal redelijk basaal. De S1 is transparant en natuurlijk.
De Dynamic-knop verandert ook de instelling van de adaptieve dempers, maar dat gaat heel subtiel. Misschien dat je op volle snelheid nog wat extra stijfheid zou kunnen gebruiken, maar dat is zout op slakken leggen. Want hij rijdt nu al ergens tussen stevig en stijf, hoewel ie nooit oncomfortabel wordt.
De remmen mogen dan speciaal voor ‘m zijn gemaakt, ze zien er iets te schattig uit. De achter-exemplaren, met name, want die zijn, als de optionele open-spaakvelgen zijn gemonteerd, zo iel dat je dwars door ze heenkijkt naar de nieuwe achterwielophanging, die speciaal is ontworpen voor de quattro.
Maar dit is geen zware auto, en hier – tenminste, hier op deze vieze weg onder me – grijpen de remmen goed en afdoende krachtig aan. Misschien zijn ze in het begin van de pedaalslag zelfs wel iets te veel bekrachtigd, ook omdat de stand van het pedaal wat vreemd is waardoor ik geen heel-and-toe kan doen. Dat is jammer want de video van Walter Röhrls voetenwerk in de Portugese rally van 1985 is een van de zaken die de oorspronkelijke S1 tot een van de legendes van mijn autojeugd heeft gemaakt. (Mocht je de clip niet kennen: je kunt 'm hier bekijken.)
Is Audi een beetje ondeugend en plundert het bedrijf hier de eigen geschiedenis? Want het is natuurlijk wel zo dat het hier een auto presenteert die gewoon is gebaseerd op een Volkswagen Polo en er een naam op plakt die moet wedijveren met zoiets als de Porsche 959. Maar ja. Ten eerste: als iemand mag doen met deze naam wat hij wil, dan is het uiteraard Audi. Twee: de Sport quattro en S1 waren afgeleid van de destijdse Audi 80, die een tweelingbroer was van de Passat. Punt drie: de S1 volgt gewoon het naamgevingssysteem dat Audi tegenwoordig voor alle hete Audi’s gebruikt, van S3 tot en met S8. Dus niet zeuren.
In dit weer, op deze smalle, bochtige weggetjes, is de S1 het perfecte gereedschap. Hij heeft precies de juiste grootte en hij is snel, vergevingsgezind en heerlijk communicatief. Ik begin behoorlijk op ‘m gesteld te raken. We knallen door het geaccidenteerde terrein; de regen slaat op ons neer maar ons humeur blijft uitstekend.
De autotelefoon rinkelt. Het is het +49-nummer van de mensen van Audi. Ik neem niet op – we hebben hier plots op wonderbaarlijke wijze geen ontvangst.
We dansen bergafwaarts naar de kust en vinden daar de dam met het hek. (Later ontdekken we dat de hekken bedoeld zijn om te voorkomen dat roofdieren van het eiland komen dat, voor de dam er was, werd afgeschermd door het water. De hekken openden zich door niets minder dan een metaaldetector die onze auto opmerkte.) We steken de dam over en tokkelen naar het eind van de weg op het eilandje. We stappen uit de S1 en staren door de vochtige lucht naar het fjord in de verte. De geur van zeewier omringt ons. Regen sijpelt door iedere naad in onze kleding en de kou komt er meteen achteraan, maar omdat we op dezelfde breedtegraad zitten als waarop IJsland ligt, mogen we niet klagen.
De avond valt, en de lucht was toch al niet zo helder. Er is nog net genoeg licht om de b-weg terug te vinden, en we grinniken vanwege de onverwachte harmonie van de auto, de bestuurder en de weg. Dan is het alleen nog maar een heel eind rechtdoor, achter de xenon-koplampen aan, naar de ongeduldige eigenaars van de auto. ’s Avonds, in het donker, is de S1 een fijne plek om te zijn. Zoals gebruikelijk bij Audi is de rode en witte verlichting perfect en zitten de knoppen waar je wilt dat ze zitten. Maar het is ook allemaal vrij simpel en eenvoudig. De A1 is tenslotte al een wat oudere auto, en gebaseerd op een familie van nog veel oudere VW Groep-auto’s. Maar in de S1 is toch heel wat werk gestoken, heus – de 2.0 motor erin lepelen was geen makkie, en de speciale achterwielophanging betekende meteen ook een hele nieuwe achtervloer.
Maar z’n senioriteit is het waard om te worden gevierd. Want dit is een trip door een landschap dat een groot aantal geologische tijdperken heeft doorstaan, dus het is niet meer dan toepasselijk dat de auto aanvoelt alsof ie ook al generaties lang leeft. Natuurlijk is dit een kwieke en compacte auto voor op de weg en geen woeste rally-maniak; z’n opzet en z’n doel zijn totaal anders dan die van z’n voorganger, die oude S1. Maar ze hebben een gemeenschappelijk thema. De nieuwe S1 is ongecompliceerd volgens de normen van Audi anno 2014, en hij betrekt je echt bij het rijden. Wellicht is ie de laatste van de echte, ouderwetse quattro’s. Dat zou ‘m de perfecte, moderne en straatlegale tegenhanger maken van die eerste, ware, vuurspugende S1.
Audi S1
Prijs: € 38.900 (NL) / < € 30.000 (BE)
Motor: 1.984 cc, viercilinder turbo, 231 pk, 370 Nm
Prestaties: 0-100 km/u in 5,8 s, top 250 km/u
Aandrijving: vierwiel, 6v handbak
Verbruik (gemiddeld): 7,0 l/100 km, 162 g/km CO2
Maten (l x b x h): 3.975 x 1.740 x 1.417 mm, wielbasis 2.469 mm
Gewicht: 1.315 kg
Reacties