We moeten altijd iets hebben om naartoe te leven. In de jaren zestig waren het ruimteschipachtige auto’s, zoals in The Jetsons. In de jaren tachtig waren het voertuigen die op plakbandrollers leken, zoals in Tron. En tegenwoordig is het autonoom rijden. Het verschil met die eerdere idealen: we zitten er momenteel zo dichtbij dat we het kunnen ruiken. De technologie voor autonoom rijden is grotendeels al voorhanden. We kunnen auto’s kopen die zichzelf op hun rijstrook kunnen houden, die remmen voor voorliggers of overstekende wezens. We hebben zelfs niveaus om aan te geven hoe ver we zijn: niveau 1 is simpele cruisecontrol, niveau 5 is een auto zonder stuur. Ik denk dat we niet veel verder moeten willen komen dan niveau 3, waar we ons nu bevinden.

Waarom niet?

Hét argument voor autonoom rijden is veiligheid. Er zijn ongelukken voorkomen en mensenlevens gered sinds onze auto’s zijn uitgerust met botsdetectie. Maar sinds auto’s het stuur daadwerkelijk van je over kunnen nemen, is het er wat mij betreft niet op vooruitgegaan. Goed, een zelfremmende auto ziet soms een vluchtheuvel of een in een bocht geparkeerde auto aan voor een levensbedreigende situatie. En toen ik in een Audi A7 voor het stoplicht stond en er een scooter langs mijn raam reed, werd ik gewurgd door mijn gordel. Maar over het algemeen is dit goedmoedige techniek, bedoeld als extra vangnet of als laatste strohalm wanneer de bestuurder het laat afweten. Laat ik een auto ‘zelf rijden’ – sturen, het gas en de rem bedienen – dan heeft hij meestal binnen twee minuten al drie dingen gedaan die ik zelf nooit zou doen. Zwalken tussen de lijnen, ook als er auto’s naast je rijden. Paniekerig remmen als iemand voor je invoegt. Anderen hinderen door niet op tijd gas bij te geven. Een Mercedes E-klasse schoof, toen een collega het knipperlicht aantikte om van rijstrook te wisselen, ineens twee stroken op. En toen een Lexus LS laatst besloot dat de maximumsnelheid op de snelweg 15 km/u was, was ik blij dat ik zelf de touwtjes in handen had. Veilig? Levensgevaarlijk. Onze auto’s zijn veel te dom om zichzelf door het verkeer te leiden.

Maar auto’s worden toch steeds slimmer?

In theorie wel. Maar hoe slim ze ook zijn, ze zullen nooit kunnen denken en functioneren als mensen. (En mochten ze dat wel kunnen… nou ja, zie Christine.) Het verkeer is ongrijpbaar voor een machine. Een file in Madrid is anders dan in Berlijn. De Periphérique is niet de A10. Op- en afritten in Italië zijn kort, tolpoortjes in Frankrijk zijn chaotisch. En dan hebben we het alleen nog maar over West-Europa. We zijn een hoop programmeerwerk verder voordat een auto met al die situaties, met al die culturen kan omgaan. En zelfs dan zal de juridische afdeling van een merk het laatste woord hebben. Een zelfrijdende auto in Amsterdam zou alleen maar stilstaan, z’n nullen en enen over elkaar heen buitelend terwijl de fietsers lukraak voor hem langs flitsen. Door rood wandelende voetgangers zouden hem op afstand al spotten: ‘Da’s een autonome, die stopt toch wel.’ Verkeer in steden en dorpen vereist een menselijke factor. Er moet initiatief zijn, oogcontact, wederzijds begrip. Een machine met als credo ‘bij twijfel stilstaan’ komt nergens. De enige plek waar een zelfrijdende auto echt zin heeft, is een plek waar alleen andere zelfrijdende auto’s zijn.

Wat als we op de snelweg alleen maar autonoom rijden?

Dat kan. Dan mag je dus eerst alle door mensen bestuurde auto’s afschrijven. Vrachtwagens automatiseren. Motorfietsen in de ban doen. Iedereen in dezelfde, karakterloze pod. Maar zelfs in een grote, wereldwijde internet of things-situatie zal het nog niet feilloos werken. Nee, je hoeft je computer niet zo vaak te herstarten als twintig jaar geleden, maar af en toe is het wel even nodig, toch? Ook je telefoon doet soms iets raars – vastlopen, traag reageren. En er zijn nog zat plaatsen waar je geen bereik hebt. Als het over mensenlevens gaat, zullen er back-upsystemen voor de back-upsystemen zijn, maar dan nog: niets is 100 procent onfeilbaar. Ook het modernste vliegtuig heeft nog piloten aan boord. De hamvraag is: áls het misgaat, wiens schuld is het dan? Momenteel nog die van de bestuurder, diverse claims tegen Tesla’s Autopilot ten spijt. Maar zodra we op niveau 5 zijn aanbeland en er geen stuur meer in je auto zit, is het duidelijk. Jij kon er in ieder geval niets aan doen. Eigenlijk snap ik niet waarom autofabrikanten met z’n allen zo naar zelfrijdende auto’s streven. In feite zijn ze enkel bezig om, wanneer het misloopt, de schuld naar zichzelf toe te trekken. Om die reden denk ik ook dat het concept van volledig autonoom rijden niet zal doorzetten. Het loopt vanzelf een keer vast in een grote kluwen van regels en risico’s.

Boe, je bent een negatieveling en wars van progressie!

Zeker niet. Maar het zou fijn zijn als we alles een beetje zouden blijven relativeren. Af en toe even stoppen om onszelf af te vragen: is dit echt wat we willen? Ik denk niet dat je de situatie verbetert door mensen lui te maken en hen sussend de verantwoordelijkheid uit handen te nemen. Als veiligheid en doorstroming de hoofddoelen zijn, moeten we dan niet eerst eens kijken naar onze rijopleidingen? In Nederland hoeven we in feite verbijsterend weinig te doen om een auto te mogen besturen. Geen slipcursus, niet in de sneeuw rijden, niet eens ‘s nachts rijden. Een beetje fatsoenlijk vooruitkijken, richting aangeven, inparkeren zonder de stoep te raken en klaar. Wanneer je twintig keer zakt en de eenentwintigste keer nét slaagt, is er niemand die zegt dat je misschien beter de trein kunt nemen. Een alcoholslot is een straf na een overtreding; het zou standaard op elke auto moeten zitten. Als smartphones dan toch zo slim zijn, zouden ze het moeten weten als je append een auto bestuurt. Weg rijbewijs; en meteen een beschamend berichtje naar je moeder. In de huidige wereld valt meer te bereiken met goed opgeleide bestuurders dan met robotauto’s. Als je mensen wilt redden, moet je misschien gewoon bij mensen beginnen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear