In 2012 verkocht Renault de elektrische Fluence. Bij speciale batterijwisselstations kon z’n lege accu in enkele minuten worden gewisseld met een opgeladen exemplaar. Die stations stonden in Denemarken en Israël, maar ook bij Schiphol, waar Fluence-taxi’s reden. Het bedrijf erachter, Better Place, ging failliet. Tesla opende een proefstation om de pakketten onder de vloer van de Model S te wisselen, maar ook dat ging binnen een jaar dicht.

Batterijwisselstations bestaan al

Nu heeft Nio in China 219 stations waar ze al 2 miljoen accu’s hebben gewisseld. De tweede generatie van Nio’s station werkt volautomatisch en kan 300 wissels per dag uitvoeren. Het bestaat dus eigenlijk al, maar niet hier. In het beste geval zou je één accu hebben die elk type auto gebruikt. Een standaardaccu. Alle benzineauto’s slikken ook niet voor niets dezelfde peut. Als je voor elk automerk een los tankstation zou hebben met eigen peut, dan zou dat ook niet handig zijn.

Kan een standaardontwerp wel?

Maar accu’s en auto’s ontwikkelen zich continu – zou een standaardontwerp voor een batterij dat niet in de weg staan? De auto-industrie lijdt nogal aan het ‘niet-hier-uitgevonden’-syndroom; als zij het niet in huis hebben ontwikkeld, dan willen ze het vaak niet. Dus zou het überhaupt tot een standaard komen? En dan eigenlijk nog de ultieme vraag: is het überhaupt wel nodig? Hoeveel nut heeft een batterijwisselstation nu nog als snellaadtijden in de buurt komen van een minuut of twintig?

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear