Voor de echte bon vivant die geen genoegen neemt met een gesloten M6, sloopt BMW desgewenst het dak eraf. Moet de auto daarmee aan briljantheid inleveren?
 
Na een wilde circuitsessie met een M6 Coupé is het best prettig om even bij te komen. Bijvoorbeeld in een M6 Cabrio op het verlaten, confetti-achtige wegennetwerk rondom Ronda.
 
Kalmpjes zoeven we voort, badend in de Zuid-Spaanse zon. Condensdruppeltjes vallen van de ventilatieopeningen waaruit de ijskoude airco onze roodgekleurde voorhoofden koelt.
 
Daarnet verkeerden we in racemodus, een beetje zoals we vermoeden dat The Stig zou functioneren als hij menselijk was: we keken alleen maar honderden meters vooruit, ons brein druk met op- en terugschakelen en het bepalen van rempunten en instuurmomenten. Nu we in de cabriolet vertoeven en er een rustiger tempo op na houden, hebben we de tijd om de auto wat aandachtiger te bestuderen, om de prachtige details van het interieur in ons op te nemen.
 
Zo valt het stuur ons nu voor het eerst echt op. We smullen van de combinatie van klassieke en moderne styling die BMW ervoor gebruikt heeft: een stevige, dikke rand, maar slank ogende spaken en een simpel, rond hart. Erachter prijken twee flinke flippers die de zeventraps versnellingsbak bedienen, maar mooier is het pookje: een klein, verlicht M-pookje dat je trots tegemoet glimt vanaf de middenconsole. Hij is bijna aandoenlijk. Tot je beleeft wat ie kan, dan.
 
Omdat de open 6-serie zelden de enige auto in een huishouden is, doet ie niet mee aan de metalen-klapdakrage en kreeg ie van BMW een schitterend, stoffen dakje mee. Compleet met een rechtopstaand glazen ruitje, dat tevens als windschot fungeert. Zo’n softtop scheelt ook nog eens gewicht, misschien vooral omdat de stijl en klasse er met kilo’s tegelijk vanaf druipen. De extra ballast die deze M6 met zich meedraagt, zit hem – zoals gebruikelijk bij cabrio’s – vooral in structurele verstevigingen.
 
Die hebben gewerkt. Deze auto is stijver dan een hardhouten plank. Geen vibrerende binnenspiegel, geen licht trillende stuurkolom. Drempels en oneffenheden deren ‘m nauwelijks, om kuilen en putdeksels lacht ie smalend. Voorzichtig beginnen we ons af te vragen hoe ie zich zal houden in de bochten.
 
Ach, we zijn eigenlijk wel genoeg uitgerust. Gas erop maar weer. Wat we al dachten: ook de open M6 stuurt als op rails, waarbij de achterkant gecontroleerd ontspoort als je dat wilt.
 
Omdat je in de open lucht zit, vertienvoudigen de sensaties. Niet alleen lijkt alles ongeveer zes keer zo hard te gaan, je geniet bovenal extra van de holle brul van de twinturbo achtcilinder. In de coupé klinkt hij gedempt, maar nu heeft hij nog het meeste weg van een humeurige grizzlybeer die zich uitrekt na een flinke winterslaap. Je hebt de neiging te maken dat je wegkomt.
 
Z’n gelauwerde dubbelrol als masseur en martelaar weet de M6 zonder dak verder uit te diepen. Als boulevardcruiser werkt hij nog effectiever ontspannend, als snelheidsmachine nog net even opzwepender. Fijnproevers die de M6 Coupé toch wat te klinisch of te perfect vinden, biedt BMW met de cabrioversie een passend weerwoord.

BMW M6 Cabrio

 

18/20

 

Cijfers

0-100 km/u: 4,3 s

Top: 250 km/u

Verbruik: 10,3 l/100 km

Motor: 4.395 cc, V8 twinturbo benzine

Aandrijving: achter

Vermogen: 560 pk

Koppel: 680 Nm

Gewicht: 2.055 kg

CO2: 239 g/km

 

Prijs

NL € 162.700

BE n.n.b.

 

Vonnis

We zouden lang niet altijd een cabrio verkiezen boven een coupé, maar in het geval van de M6 is het een no-brainer. Genieten kun je immers niet genoeg doen

Reacties