‘De reden dat mensen een Lamborghini kopen, is voor 60 procent het design’, zegt Stefano Domenicali, de baas van Lamborghini, terwijl we in een restaurant een bordje pasta eten. Daar twijfelen we geen moment aan – als je wilt dat ­mensen zich aan je auto vergapen, dan is er geen merk dat in de buurt komt van Lamborghini. Maar momenteel bevinden we ons in een wereldwijde SUV-gekte, en is alles in de auto-industrie ingrijpend aan het verschuiven.

De Urus heeft passie en flair. Hij is ’s werelds eerste zelfverklaarde super-SUV en Lamborghini’s eerste terreinwagen sinds de tank-achtige LM002. Z’n taak is niet alleen om te verrassen en te plezieren – hij moet de verkoopaantallen van het merk verdubbelen van 3.500 naar 7.000 auto’s op jaarbasis, en de financiële basis gaan vormen waarop de supercars van het merk kunnen floreren.

Per definitie is hij dus een auto die is verwekt na intensief marktonderzoek; hij was nooit een flamboyant schetsje achterop een bierviltje. Hij deelt veel van z’n basis en technologie met de Audi Q7, de Porsche Cayenne en de Bentley Bentayga. Of ie geslaagd is? Dat lees je hier.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)