Vorige week zag je de eerste plaatjes en enigszins schaarse technische info langskomen. Inmiddels zijn wij bij Ferrari langsgeweest om de nieuwe FF in eigen persoon te aanschouwen en te babbelen met de makers.

Het eerste wat ons verteld werd – let wel, door de marketing-man – was dat de FF ontworpen werd naar de wensen van klanten. Hier werden we een beetje bang van.

Klanten hebben namelijk geen idee van de mogelijkheden, of welke eigenschappen van een auto bij elkaar horen of elkaar aanvullen. In een duur restaurant laat je de gasten ook niet de ingrediënten bij elkaar sprokkelen; dat laat je aan een gerenommeerde chef over. In vredesnaam.

Maar goed, de uitkomst: men wil een Ferrari met ruimte voor vier, plus een grote kofferbak. En ze willen dat het ding wat makkelijker in de regen te rijden is (da’s wel terecht – in een 599 is het samengeknepen-billenwerk op nat wegdek).

Deze eisen hadden kunnen resulteren in een lompe, slecht geproportioneerde auto; een onooglijk ding, gevormd om de inzittenden, hun golftassen en de enorme motor heen. Hij had moeizaam en ingewikkeld kunnen zijn, met een zware 4WD-aandrijflijn. Zo’n auto zou niet visueel imponeren, en zou al helemaal niet rijden zoals een Ferrari dat hoort te doen. De klanten zouden hun eisen ingewilligd zien worden, maar toch met gezwinde spoed naar de Aston Martin-showroom zijn gevlucht.

Gelukkig spraken we met Amedeo Felisa, Ferrari’s CEO die op de een of andere manier omhooggeklauterd is langs verschillende ingenieursposities, en die een absoluut supercar-genie is. Hij legde ons uit hoe ze de auto wendbaar en snel hebben kunnen maken, plus handelbaar in de regen – zelfs met 660 pk.

Kan een auto vierwielaandrijving hebben voor het gemak, en toch nog rijden als een Ferrari? Kan zelfs Ferrari dat voor elkaar krijgen?

Nou, de FF heeft geen doorsnee 4WD-systeem met een centraal differentieel en een extra aandrijfstang. Hij heeft een normale Ferrari-layout, waarbij de krachten vanaf de V12 via een zeventraps versnellingsbak met dubbele koppeling naar de achterwielen worden gestuurd. Dit is goed nieuws voor de gewichtsverdeling, en op droog asfalt is de FF nagenoeg even snel als een 599 op een circuit (hij is iets zwaarder, maar weet z’n extra kracht beter te benutten). Felisa zweert dat de auto rijdt als een klassieke V12-Ferrari met de motor voorin en de aandrijving achteraan. In de zestien jaar dat wij ‘m kennen, heeft ie ons nog nooit voor het lapje gehouden.

Hoe zit dat dan met die vierwielaandrijving? Die is niets minder dan uniek. In plaats van dat de krachten van de motor alleen aan de achterzijde van het blok worden afgetapt, levert deze V12 z’n vermogen ook aan de voorkant, die precies tussen de voorwielen ligt. Daar vloeit het via een compact, lichtgewicht setje koppelingen naar een mini-versnellingsbak. Die heeft slechts twee versnellingen, die ongeveer overeenkomen met de derde en zevende trap van de normale bak. Dit is mogelijk omdat de auto koppelingen laat slippen. Trouwens, de voorwielen zouden toch niet overweg kunnen met het koppel van de V12 in de eerste of tweede versnelling.

Dit betekent dat het elektronische brein van de FF soepeltjes wat vermogen naar de voorwielen kan sturen wanneer het detecteert dat er achteraan gripverlies optreedt. Dit gebeurt overigens alleen als de manettino, het bekende knopje op het stuur, in de gladheidmodus staat. Stel je ‘m in op hardcore, dan rij je de FF met praktisch alleen achterwielaandrijving.

We onderwerpen de FF nog even aan een uiterlijke en innerlijke inspectie met designbaas Flavio Manzoni. Eerlijk, het is een waar kunststukje geworden. Als je van sportauto’s met lange daklijnen houdt – en dat doen we; en zijn hier op de redactie mensen die een BMW Z3 M Coupé hebben gehad – zie je in de FF een knap geproportioneerd, atletisch, simpel en mooi ontwerp.

Van binnen is ie precies zo luxueus, rijk uitgerust en ruim als de veeleisende kopers wilden. In de kofferbak kun je aardig wat kwijt, en de twee achterste stoelen zijn naar voren te klappen, zodat je ook de driewieler van je zoontje kunt meenemen. Er zitten zelfs dvd-schermen in de hoofdsteunen van de voorstoelen. Alsof je daarnaar wilt kijken als je met een 660-pk sterke Ferrari onderweg bent.

We hebben er natuurlijk nog niet in gereden, maar na deze eerste kennismaking moeten we het ze nageven: Ferrari heeft hier een ware alleskunner neergezet, die veel ogenschijnlijk niet te combineren ingrediënten toch succesvol samenvoegt.

Kudo’s dus ook voor Ferrari’s klanten, die een pittige verlanglijst samenstelden en er vertrouwen in hadden dat de Italianen er wel uit zouden komen.

Meer over Ferrari’s nieuwe 4WD-supercar lees je in TopGear nummer 69, die vanaf 17 februari in de winkel ligt.

Reacties