De goedkoopste Volkswagen is nu drie keer zo duur als tien jaar geleden

Bereid je maar voor: we gaan even appels met digitale fotolijstjes vergelijken. En een beetje mijmeren over de goede oude tijd. Deze week schreven we dat de goedkoopste Volkswagens in Nederland iets goedkoper zijn geworden. De vanafprijs is zo’n 1.000 euro lager, waardoor je nu al een Polo kunt rijden voor 25.990 euro. Je bent niet gek: dat is alsnog een hoop geld voor de goedkoopste Volkswagen in het aanbod. Het is zelfs drie keer zoveel als het ruim tien jaar geleden was.

In 2012 reden we in de Take Up-uitvoering van de kleine Up door Rome. Deze versie met drie deuren en 60 pk kocht je toen voor 8.490 euro. Als het nóg goedkoper moest, had Volkswagen toen nog de Easy Up voor 7.990 euro. Het liefst wilde je vijf deuren: daarvoor was je in die tijd 8.800 euro kwijt, voor de goedkoopste versie met 60 pk. En dan had je gewoon airconditioning.

Geen eerlijke vergelijking

Voordat je begint: ja, de Up is een kleiner model, hij is minder krachtig, minder geavanceerd en je hebt minder schermpjes. Alhoewel: de goedkoopste Polo heeft ook maar 80 pk. Het neemt allemaal niet weg dat ‘een nieuwe Volkswagen’ tegenwoordig minimaal 25.990 euro kost. Als je nu begint met sparen, is de auto al uit het aanbod wanneer je genoeg bij elkaar hebt gesprokkeld. Gelukkig is het kopen van een nieuwe auto een heel slecht idee, maar toch.

Belangrijk om te weten is dat er ook nog zoiets is als inflatie. Volgens het Centraal Planbureau is het modale jaarinkomen dit jaar 46.500 euro bruto. In 2012 was dit 33.000 euro. Ruim tien jaar geleden kostte een nieuwe Volkswagen dus een kwart van het gemiddelde jaarinkomen; tegenwoordig is het meer dan de helft. Ook goed om te weten: in 2012 kostte de goedkoopste Polo zo’n 14.000 euro. De prijs is dus harder gestegen dan de inflatie.

Komt er weer een nieuwe Up?

Kai Grünitz, verantwoordelijk voor de technische ontwikkeling bij Volkswagen, vertelde vorig jaar aan TopGear Nederland dat een nieuwe Up misschien geen slecht idee is voor het merk. Het is erg lastig om geld te verdienen aan een kleine goedkope auto, maar dat zou dan niet het doel zijn. Want mensen die op jonge leeftijd een goedkope Up kopen, zullen later misschien een Polo kopen. En daarna een Golf. En daarna misschien wel een Audi. En ooit misschien een Bentley.

Het kan voor Volkswagen dus slim zijn om weer met een goedkoop model te komen als klantenbindertje. De verkoop van één goedkoop model werkt bovendien nog jaren door, want de auto verschijnt later als betaalbare occasion op het internet. En daar begint het Volkswagen-avontuur voor de volgende bestuurder weer. Het Duitse merk ziet dat mensen die op zoek zijn naar hun eerste auto nu bijvoorbeeld bij de Kia Picanto uitkomen. En dan is de volgende auto ineens een Ceed.

Waarom zijn auto’s eigenlijk zo duur?

De afgelopen tien jaar is er een hoop veranderd in de autowereld. Het zijn veel kleine dingen die bij elkaar voor een grote prijsstijging zorgen. Zo is de meting voor de uitstoot veranderd, waardoor auto’s op papier meer uitstoten. Hierdoor betaal je meer belasting in Nederland. Bovendien moeten auto’s schoner zijn, waardoor ze duurder zijn om te bouwen.

Daarbij zijn er veel meer veiligheidseisen bijgekomen vanuit de EU. Om aan deze eisen te voldoen, moeten automerken een hoop extra gadgets inbouwen, die ook allemaal geld kosten. Daarnaast zijn de kosten voor de materialen gestegen, én de salarissen. Dit alles bij elkaar maakt het heel lastig om nu een echt betaalbare auto te verkopen in Europa.

Lees ook: Automerk legt uit waarom het onmogelijk is om een goedkope auto te maken voor Nederland