De Jeep voelt zich goed in de stad, is niet bang voor een stukje offroaden en heeft genoeg plek voor volwassenen achterin. Wat wil je nog meer?
Jeeps hadden altijd een ruig randje, of neigden daar op zijn minst naar. Voor de echt woeste exemplaren, de klimgeit-Wranglers en brute V8-SUV’s, was dat natuurlijk prima. Het wordt alleen minder bij de kleinere variant die je huurt op je vakantie in Californië en dan zelfs overweegt als opvolger van je huidige auto, waarna je na thuiskomst eens in een showroom gaat kijken en denkt: neuh, toch maar niet. Zo is de nieuwe Avenger niet.
Het is een uitstekend uitgevoerd product, met gelukkig nog genoeg ‘Jeepheid’ om de verveling te bestrijden. Hij is getekend met de haast verplichte hoekigheid, maar heeft ook finesse en er is geen greintje agressie te bespeuren. Maar goed ook, want een agressieve SUV van dit formaat zou nog maller zijn dan een agressieve grote SUV. Overcompensatie en zo, je weet wel.
Lees ook: Dit zijn alle winnaars van de TopGear EV Awards 2023
Hij is compacter dan de Stellantis-crossovers waar hij aan is verwant en zijn overhangen zijn met plastic afgeschermd voor milde terreindoeleinden, maar ook voor bescherming tegen de jungle die de stad kan zijn. Hij is vanbuiten dus klein, maar vanbinnen bedrieglijk groot – en dat komt niet uit de overmatig complimenteuze folder van de makelaar. Daarbij is het meubilair niet alleen vrolijk, maar ook kwalitatief hoogwaardig.
EV’s zijn volwassen geworden, eerder op een geleidelijke manier dan met grote sprongen tegelijk. De Avenger is ook de upgrade van het bekende elektrische platform voor kleine auto’s van Stellantis. De motor, omvormer en 51-kWh accu zijn nieuw en een welkome klap beter dan wat er voorheen werd gebruikt.
Hij heeft genoeg bereik (tot 408 kilometer volgens WLTP) en genoeg laadsnelheid (tot 100 kW) om tegemoet te komen aan de eisen van de meeste mensen, zonder ze het gewicht mee te laten slepen van een groter accupakket dat ze zelden in zijn geheel zullen gebruiken; en dat ook nog voeten- of bagageruimte zou innemen. Die strategie houdt ook de kosten binnen de perken: de Avenger is maar een klein tikje duurder dan, zeg, een VW T-Cross 1.5 met DSG. Hij begint bij 37.000 euro (36k in België).
Onderweg voelt hij groter aan dan hij is. De carrosserie zit goed in elkaar en rammelt of kraakt niet. Hij komt, om kort te gaan, duur over. De naar verhouding lange veerwegen zorgen voor soepel veercomfort, maar de demping is keurig, waardoor je zonder problemen over zowel gaten in de weg als snelwegen zoeft.
Denk niet dat hij deinerig of juist stuiterig is – hij loodst zichzelf met graagte en opmerkelijk gemak door bochten, zeker voor zo’n hoog ding. En er is meer kracht voorhanden dan je zou denken, die uitgesproken soepeltjes wordt geleverd.
Ja, er was wel enige discussie: moest deze Jeep Avenger nu echt onze Elektrische auto van het Jaar worden? Hij zet de boel nou niet bepaald op zijn kop, is niet direct grensverleggend. Het is in feite bekende techniek, maar dan wel zorgvuldig verbeterd, goed verpakt en voor een fatsoenlijke prijs. Hij is eerder bereikbaar dan exclusief. En dat is in deze tijden een heel goede zaak.
Eindelijk een leuk uitziende EV