Eindelijk. Lamborghini gaat racen serieus nemen. Goed nieuws voor de autosport, maar ook voor de productiemodellen.

Ferruccio Lamborghini was in veel opzichten een pionier. Minder bekend is echter de manier waarop hij baanbrekend was voor de hotelbranche. Dat zit zo: in 1948 had hij wel zin om te racen. Zo gebeurde het dat hij met een kakelvers paar racehandschoenen om zijn knuisten en een eigenhandig geprepareerde, pruttelende Fiat Topolino onder zijn achterwerk aan de start van de Mille Miglia verscheen. Dat pakte iets anders uit dan gedacht, aangezien de onfortuinlijke Ferruccio na 700 mijl zijn lust tot racen verloor toen hij zijn kleine Fiat dwars door de gevel van een hotel ramde en daarmee als eerste ter wereld gebruik maakte van de mogelijkheid tot Express Check-in, iets waarvoor TopGear hem nog altijd dankbaar is.

Dit ongeplande hotelbezoek maakte een abrupt einde aan Ferrucio’s drang om te racen. Maar het vormde een belangrijk fundament van zijn onderneming, aangezien hij ervan overtuigd raakte dat deelname aan autosport geen voorwaarde is om auto’s te ontwikkelen en aan de man te brengen.

Toch heeft de Italiaanse firma wel eens geflirt met de racerij, door middel van de levering van motoren aan de Formule 1 eind jaren tachtig, met het aanbieden van een Diablo GT1 in race-spec in de jaren negentig en, recenter, door aan derden de faciliteiten te bieden om met hun auto’s te kunnen racen in de Blancpain Super Trofeo Series. Maar een eigen raceauto heeft het merk nog nooit ontwikkeld, gebouwd, begeleid of gereden. Laat staan een team financieel ondersteund te hebben of talenten de mogelijkheid te bieden om achter het stuur te kruipen.

Maar Lamborghini – de onderneming – is een heel andere koers gaan varen sinds de tijd dat Ferruccio met de scepter zwaaide. Nadat VW er binnenmarcheerde en het hoofdkwartier in Sant’Agata nieuw leven inblies, veranderde Lambo van een kleine producent van supercars in een betrouwbaar, vooruitstrevend en wereldwijd aansprekend merk.

Het is pas nu, 50 jaar na de geboorte en onder lichte druk van VW, dat de directie van Lamborghini Squadra Corse in het leven heeft geroepen. Een twintig koppen tellende raceafdeling die de taak heeft gekregen om de wilde stieren te laten racen. Die taak nemen zij uiterst serieus. ‘Ik wil niet alleen deelnemen aan Le Mans,’ vertelt Lambo’s nieuwe motorsport-coördinator en chef-testrijder Giorgio Sanna, ‘ik wil winnen.’ Zoals te doen gebruikelijk met dit soort doelstellingen, getuigt deze uitspraak van de nodige bravoure. Maar niets lijkt de hoge ambities in de weg te staan.

Daarom zijn de mannen van Squadra Corse als een soort technisch geschoold Robs Tuinteam druk doende met het boren, meten en diagnosticeren van een 612 pk sterke Huracán Super Trofeo. Ten gevolge van een mechanische storing en elektronische malheur in de motor en de bak is de wagen van de baan gehaald, opgekrikt en als een patiënt de pitbox binnengesleept voor een chirurgische ingreep bij Lamborghini’s belangrijkste testfaciliteit in Vallelunga.

De Huracán in camouflagetrim is in exact vijf minuten gestript. Datakabels hangen uit de cockpit, thermometers worden genadeloos door de strot van de V10 gedouwd en een man met een vervaarlijke boormachine ramt door de motorkap alsof hij een soort luchtpijpsnede maakt om hem beter te laten ademen.

De Huracán Super Trofeo vormt de eerste stap naar die Le Mans-droom. Waar de vorige Gallardo Super Trofeo nog een straatauto was die werd geprepareerd om te racen, is de Huracán ST van meet af aan ontwikkeld om juist dat te doen. Het ST-project – met hulp van chassis-expert Dallara – werd náást en niet vanuit de straatversie ontwikkeld. En met zijn bijna karikaturale voorspoiler, luchtgeleidende diffusor, enorme achtervleugel, scherpe kanten, twee dubbele, centraal geplaatste uitlaten en het uiterlijk van een sumoworstelaar maakt hij zijn ambities duidelijk.


Hij is bedoeld om deel te nemen aan het Blancpain Super Trofeo Championship, een merkencup voor welgestelde dames en heren, verreden in Europa, Azië en de VS. Als je even 230.000 euro (exclusief btw) ophoest voor de auto en vervolgens samen met een goede vriend nog eens 170.000 euro lapt om deel te kunnen nemen, dan maak zelfs jij kans om een echte Lamborghini-coureur te worden. Je kunt jezelf natuurlijk ook koppelen aan iemand met veel centjes.

Dat maakt het afstellen van de auto behoorlijk lastig, aangezien het aanbod van potentiële coureurs zich uitstrekt van klungelige, bleke zakenmannetjes tot geoefende professionals. Giorgio en zijn team zoeken naar de juiste balans… Met de hulp van een stel kinderen.

Buiten de pitbox staan elf rijders, allen jonger dan 26 en zenuwachtig rondhuppelend alsof het hun eerste schooldag betreft. Ze maken deel uit van Lamborghini’s nieuwe Young Drivers Program, een instituut om voormalig Super Trofeo-rijders op te leiden tot professionals in de autosport. Ze krijgen les in omgang met een raceteam en met de media en ze krijgen een aandeel in het ontwikkelen van de auto’s. Alles bij elkaar een duidelijk signaal dat Lamborghini de intentie heeft om voor langere tijd te gaan racen.

Je zou denken dat een auto als de Super Trofeo – die voldoet aan de eisen van de FIA, die 152 kilo lichter is dan de straatversie en achterwielaandrijving heeft, die uitgerust is met een Xtrac-sequentiële versnellingsbak, een race-ECU heeft, voorzien is van een carrosserie gemaakt van snel verwijderbare panelen van glasvezelcomposiet, met een uitlaatsysteem dat meer pk’s genereert, een mechanisch sperdifferentieel, bedrading met snelle connectoren, een vanaf het stuur in twaalf modi instelbaar abs en in negen modi regelbare tractiecontrole – hardcore genoeg is. Nope. Er zijn al plannen om een GT3 te bouwen. Dat is in feite een Super Trofeo 2.0. En een prima werkplek voor de jonge honden uit het Drivers Program. ‘Deze auto zal voor 80 procent verschillen met de Super Trofeo. Hij zal de absolute top zijn’, aldus Giorgio Sanna.

Dat is goed nieuws voor toekomstige Lamborghini’s. De VW Groep ziet het belang van langeduurraces als instrument voor de marketing en ontwikkeling van productieauto’s (Audi met dieselmotoren, Porsche met hybrides). De top van Lamborghini is nu eindelijk ook op die manier gaan denken. Dit betekent dat we waarschijnlijk niet zo heel lang meer op een achterwielaangedreven Huracán hoeven te wachten.

Squadra Corsa heeft zelfs een eigen, compleet nieuw onderkomen in Sant’Agata. Dit is de thuisbasis van het team en de plek waar auto’s voor klanten worden gebouwd. Er staat zelfs al een enorme prijzenkast. Maar welke bekers moeten daar in komen te staan? Wat is het doel? ‘Ons raceprogramma en budget is toereikend tot 2018’, zegt Giorgio Sanna. ‘Formule 1 is totaal geen issue voor ons omdat Volkswagen daar niet in geïnteresseerd is. Langeduurracen is dus een prima optie en we zullen ook naar LMP1 moeten kijken. Maar we zullen stap voor stap moeten groeien.’

Een Lamborghini LMP1. Bepaald geen onaantrekkelijke gedachte. Nu Lamborghini de hybridetechnologie in huis heeft gehaald en Porsche weer terug is op Mulsanne om het eeuwig dominante Audi te bevechten, kan het nog wel eens heel interessant worden.

Voor het zover is, moet er nog verschrikkelijk veel werk verzet worden. Dus met alle dataverwerkende apparatuur weer gereset en met een likje peperdure, temperatuurgevoelige nagellak op de remschijven wordt de Huracán het veldhospitaal uitgeduwd en gaat ie de baan weer op. Zo breekt er een nieuw hoofdstuk aan dat net zo waanzinnig als het vorige zal zijn. Laten we hopen dat de nieuwe generatie coureurs er niet dezelfde check-in-methode als Ferruccio op nahouden.

Reacties