Lekker nieuws uit de hel. Correctie: uit Hethel, de geboorteplaats van Lotus. Een bespoilerde creatie met zwart uitgeslagen ogen die luistert naar de naam Lotus Elise Race 250, de snelste race-Elise ooit gebouwd. Wij willen er een.
De bekende 1,8-liter viercilinder krijgt een supercharger aangemeten waardoor het vermogen naar 246 pk en 250 Nm stijgt. Het geweld gaat via een handgeschakelde zesbak naar de achterwielen. Alsof er een middelgroot persoon (of, als je harder rijdt, een jong olifantje) op je achterklep zit, drukken spoilers, splitters en diffusers de Elise Race 250 op het asfalt: 66 kilo downforce bij 160 km/u en 155 kilo bij 248 km/u. Een FIA-gekeurde racestoel met zespuntsgordels houdt je op je plek en een rolkooi beschermt je knar bij een crash. Betere remmen houden de Lotus Elise Race 250 op de baan.
Hoe maken ze de Lotus Elise Race 250 zo licht?
Move over, Sonja Bakker: het Lotus Lightweight Laboratory is hier. De speciale afdeling ploegt door de hele auto en schaaft hier en daar een kilootje weg. Het chassis is bijvoorbeeld aan elkaar gelijmd met een speciale epoxy, waardoor het geheel slechts 68 kilo weegt. De koolstofvezel stoelen zijn 6 kilo lichter dan de composiet-varianten. De raceaccu bespaart nog eens 10 kilo. Koplampen zijn ook te zwaar en maken plaats voor lichtgewicht kappen. Zo keerden de ingenieurs uit Hethel de Elise ondersteboven om een totaalgewicht van 900 kilo te realiseren.
Door het lage gewicht en het verhoogde vermogen is de Race 250 de snelste circuit-Elise ooit. Om je eigen tijden te verbeteren, kun je lekker losgaan op de instellingen van het onderstel door bijvoorbeeld de stabilisatorstang af te stellen of met de dempers te klootviolen.
De prijs voor al dit moois
In Engeland kost de Lotus Elise Race 250 met belastingen 53.500 pond. We hoeven geen lastige BPM-berekeningen los te laten op het racemonster, want een kenteken zit er toch niet in. Reken erop dat de auto je in Nederland ongeveer 65.000 euro kost.
Reacties