Stel dat je een van de museumstukken van Mercedes mocht kiezen om in te rijden, maakt niet uit welk, waar zou je dan voor kiezen? Je zou alles wat niet meer in productie is kunnen nemen, inclusief vreemde eendjes en prototypes. Een Gullwing natuurlijk, zo’n legende kun je ook niet laten staan. En waarschijnlijk overweeg je de 300 SL Roadster ook, want die kosten een paar miljoen tegenwoordig en geven je het gevoel Frank Sinatra/Grace Kelly te zijn (streep door wat niet van toepassing is). Ook al reden die dan een 190 SL in de film High Society uit 1959.

Of een auto uit 1886

Nog meer? De 320N Combination Coupé uit de late jaren dertig, toen al ongelooflijk snel. Of misschien wordt je aandacht wel getrokken door een meer historisch verantwoorde keuze met de Benz Patent Motor Car uit 1886 – een zogenaamde horseless carriage, ofwel koets zonder paard. Ja, uit het jaar 1886, toen je nog eerst een gigantisch vliegwiel moest aanslingeren – liefst zonder je pols te breken – om jezelf motorisch voort te kunnen bewegen. Het ding had maar drie wielen, het stuur was niet nog uitgevonden (je draaide een soort handvat dat via een stang aan het voorwiel was verbonden) en de aandrijving bestond uit een leren riem. Rijden gaat langzaam, hij is vreselijk instabiel, een tikkie gevaarlijk zelfs, maar blijkt een volstrekt unieke belevenis. Onze voorkeur gaat echter uit naar iets ouds uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Maar we krijgen ook weke knieën van vreemde verschijningen als de 560 SEC, een 190E 2.5-16 EVO II, een CLK DTM en iets mafs als de AMG 300 E 6,0-liter uit 1986, die bekend staat als De Hamer. Oh, en een Unimog niet te vergeten. Gewoon, omdat ie cool is.

De museumstukken van Mercedes in Stuttgart

We maken de stel-dat-vraag nog wat moeilijker voor je: wat als je van al die auto’s de sleutels zou krijgen, en zelfs van nog een handvol extra auto’s, en dat je ze allemaal mag rijden op een geheime testlocatie met heel veel asfalt en met de boodschap: vermaak jezelf! Dat klinkt als een droom, toch? Nou, voor ons is het vandaag geen droom. Eerst wat achtergronden. We hebben een kennis die deel uitmaakt van een team dat het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart runt. Dat team onderhoudt en waakt over zo’n beetje alles wat het merk ooit gemaakt heeft. Ze hebben besloten dat al die museumstukken van Mercedes wel een keer een luchtje mogen scheppen en dus nodigden ze allemaal belangrijke mensen uit om daarbij te komen helpen. Eén persoon bleek op het laatste moment niet te kunnen, en toen werden wij gebeld. Dus dat je niet denkt dat wij nou zo VIP zijn.

Alleen maar hoogtepunten

Afijn, we zouden willen zeggen: het is geweldig! Maar dat dekt de lading niet. Weet je, in de wereld van autojournalisten, vol met privileges, gebeurt het met enige regelmaat dat je een of andere exoot of supercar mag rijden. We zijn dus verwend, we weten het. Maar dit… twee dagen in die snoepwinkel, alles mogen proeven, dat is iets wat voorbijgaat aan geweldig. Het is simpelweg absurd geweldig. Of nog meer dan dat. Nou ja, je snapt… We rijden deze twee dagen zoveel museumstukken van Mercedes dat we niet genoeg ruimte op de server hebben om alles te beschrijven, dus we beperken ons maar even tot een handvol hoogtepunten. Met als eerste de Unimog U5023 die is aangepast om het record te breken voor de hoogste plek die ooit met een voertuig werd bereikt (6.694 meter boven zeeniveau). Het gevaarte heeft een 5,1-liter viercilinder met pakweg 240 pk, zestien versnellingen, enorme bodemspeling, wielen ter grootte van een Smart en vier lieren. Onze begeleider rijdt een demo-rondje om te laten zien wat dit voertuig allemaal kan, inclusief tegen een haast verticale muur op rijden en een bergwand bestijgen waar je als mens niet tegenop zou kunnen lopen. Nou mogen wij.

De Unimog-ervaring

Het kost even wat creativiteit, want je hebt een groot rijbewijs nodig voor het besturen van dit ding. En dat hebben we niet. Maar weten die Duitsers veel als je ze een roze pasje onder hun neus houdt en met een stalen gezicht beweert dat je zelfs bussen en tanks mag besturen. Als we eenmaal rijden, worden we gek. Niet normaal wat dit ding allemaal kan. Het maakt niet uit waar we op af sturen, waar we doorheen of overheen willen, deze machine doet het gewoon. Hiermee kun je letterlijk de hele wereld over rijden, ongeacht of er ook maar iets van een weg is. We vinden ’m zelfs zo gaaf dat we even twijfelen of we ook nog wel een rondje in een knalgele G 500 4×4-2 zullen doen, die ook voor ons klaarstaat. Natuurlijk doen we dat wel, wat denk jij nou.

Bernd Schneider wijst de weg

Na ons offroad-avontuurtje gaan we naar een ander deel van de testfaciliteit, waar een soort mini-Nürburgring ligt, vermengd met wat plukjes Monza, Hockenheim en Spa. En daar staat een raceversie van de 190E 2.5-16 Evolution II uit 1990. ‘Zitten, riemen om, volg die auto voor je maar – als dat je lukt.’ Vijfvoudig DTM-kampioen en ex-Formule 1-coureur Bernd Schneider rijdt voor ons. En dit mogen dan de museumstukken van Mercedes zijn, Schneider is hier niet om braaf rondjes te draaien: hij knalt weg. En wij erachteraan. 235 pk’s voelden nog nooit zo gewelddadig als in deze auto. Goddank is ie uitgerust met aangepaste remmen uit de racerij, en na wat gewenning gaan we harder en harder en durven we later te remmen. Uiteindelijk belanden we zelfs in een hartverzakkende drift – veel te laat remmen, toch insturen om de grindbak te vermijden en op goed geluk de zwiepende EVO II opvangen met een gezicht op standje ‘oh, zo doen we dat altijd’ terwijl onze hartslag door het dak schiet.

En door, in een CLK DTM

Tijd om uit te blazen hebben we niet, want bij het uitstappen worden we direct in een van de slechts 100 geproduceerde CLK DTM AMG Coupés gesnoerd – de enige die we kennen die in een soort sherrykleur is gespoten. Mercedes propte een 5,5-liter V8 in de CLK, goed voor bijna 590 pk. Van 0 naar 100? Doet ie in 3,9 seconden. En dat voor een auto van zestien jaar oud. Man, dat ding is snel. En we weten nu ook dat een zestien jaar oude versnellingsbak echt anders bediend moet worden dan een hedendaagse handbak. Nog niet bekomen van die DTM-machine rijden we nog wat GT R’s en onze persoonlijke favoriet: de SLS AMG Black Series. Tot we letterlijk licht in ons hoofd worden. Dag voorbij. Morgen weer.
Een parcours met normale wegen, meer om te cruisen, nog steeds op die geheime testbaan. Vandaag pakken we een miljoenen kostende 300 SL Roadster uit 1961, daarna een 280 SE 3.5 cabriolet uit 1971 (zo eentje die werd gebruikt in The Hangover), een gloednieuwe oude 230E, een 320N Combination Coupé uit 1937, zo’n dikke 560 SEC en een handvol andere modellen waarvan de gewoonste dan een CL 65 AMG uit 2009 is. Een CL 65 AMG als ‘de gewoonste’, ja, dat kan hier.

In een Pullman, Gullwing en De Hamer

En nog zijn we niet klaar, want er blijkt hier ook een kombaan te zijn. Lachen. Helemaal in een 600 Pullman Limousine. De Hamer blijkt trager dan we dachten, maar rijdt geweldig. Het rondje in de gullwing (hier met kleine g te schrijven, volgens de experts) C111 II V8 is sciencefiction uit de jaren zeventig; hij ging nooit in productie, is superlicht maar voelt superstabiel boven de 150 km/u en door z’n aerodynamische vorm voelen de 200 pk’s uit z’n 3,5-literblok aan als 300.
Hop, over naar de 300SL Gullwing met de mededeling: knallen met dat ding. Dat is lekker. Een auto uit 1955 die meer waard is dan onze ziel, met 215 pk uit een 3,0-liter zescilinder-lijnmotor, en een lege weg, met niemand erop, alleen wij… De remmen zijn even wennen: ze zitten er meer op omdat het ook toen al moest dan dat ze echt vertragen, maar hé, er is verder niemand hier, dus gas erop. De naald van de snelheidsmeter gaat voorbij de 230 km/u, we vinden het wel mooi zo, hoewel de auto nog reserve lijkt te hebben om nog harder te gaan. Maar we houden hem en onszelf liever heel.

Onze aantekeningen over de museumstukken van Mercedes

Dan staan we weer met beide benen op de grond. We gaan helaas weer naar huis. Om dit verhaal te tikken. We kijken op onze telefoon naar de vluchtige aantekeningen die we gedurende die twee hemelse dagen hebben gemaakt. ‘BERND SCHNEIDER IS EEN GODHEID’, lezen we, in hoofdletters. ‘KNALLEN MET GULLWING’. ‘EVO II’ gevolgd door een sliert hartjes. Echt, we hebben voor een half jaar aan adrenalinevoorraad opgemaakt, een week lang met onze kop in de wolken gelopen. En we zouden het morgen weer doen. En we snappen het dondersgoed als jij jaloers op ons bent. Dat zouden wij ook zijn.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)