Een beetje hoogdravendheid kun je Porsche wel toevertrouwen. De zojuist op de Detroit Motor Show onthulde 918 RSR is volgens de Duitsers namelijk niet zomaar een auto: het is de toekomst van de racerij. Toe maar.

Waar veel fabrikanten keihard inzetten op de elektrische auto, heeft Porsche gekozen voor hybride. Gewoon, lekker ouderwets beuken met benzine, en dan geholpen door wat elektra hier en daar. Een hybride 911 maakte afgelopen seizoen (en niet zonder succes) al wat circuits onveilig, en deze nagelnieuwe 918 RSR moet daar nog een stevige schep bovenop doen. Ze noemen hem het Race Laboratorium en het is duidelijk wat ze daarmee bedoelen; de 918 RSR moet op het circuit zó veel informatie over hybriderijden onder extreme omstandigheden verzamelen dat Porsche in de toekomst onnavolgbare straatauto’s van die techniek kan voorzien. Wezenlijk anders dus dan een Cayenne met een stofzuigermotor. 

De 918 RSR is voorzien van een V8 die 563 pk bij 10.300 toeren per minuut levert. Twee elektromotoren bij de voorwielen doen daar nog eens dik 100 pk per stuk bij: pats – 767 pk. Daar moet je mee voor de dag kunnen komen. Overigens dienen die elektromotoren niet alleen een vermogens- maar vooral ook een wegliggingsdoel: ze worden gebruikt voor torque vectoring, wat inhoudt dat ze (ook) ingeschakeld worden als een van beide voorwielen grip dreigt te verliezen.

Leuk detail voor de nationalistisch ingestelden onder ons: dat startnummer 22 refereert aan dat van de Porsche 917 waarmee onze eigen Gijs van Lennep in 1971 de 24 Uur van Le Mans won. Hij legde (oké, met Helmut Marko) in dat etmaal een afstand van 5.335 kilometer, een record dat 39 jaar standhield en pas vorig jaar werd verbroken. Blijkens dat startnummer op de 918 RSR zijn ze daar bij Porsche nog steeds behoorlijk trots op.

Reacties