Toen de Macan enige tijd geleden zijn facelift kreeg, was hij een tijdlang alleen als viercilinder te krijgen. Dat was raar. Toen kwam een snellere S met V6, maar nog geen Turbo. Dat was ook raar. Maar nu is de nieuwe Porsche Macan Turbo er dan toch – en hij brengt meer power mee.
De 3,6-liter twin-turbo V6 uit de vorige Porsche Macan Turbo maakt plaats voor een 2,9-liter unit – een ‘hot V’ met de turbo’s tussen de cilinderbanken. Dit zorgt voor een betere respons, zoals de Panamera, Cayenne en Audi RS 4 kunnen beamen. Want zij kregen diezelfde motor al eerder.
Ondanks de 0,7 liter kleinere inhoud is het vermogen omhooggegaan van 400 naar 440 pk. Dat betekent dat de 0-100-sprint iets sneller gaat: in 4,3 seconden in plaats van 4,6, met een beetje hulp van launch control en het Sport Chrono-pakket. Dat laatste is natuurlijk een optie. We hebben het hier immers wel over een Porsche.
Wel standaard zijn de betere, mooiere remmen. Beter omdat de stalen schijven worden gecoat in tungsten, wat ze meer slijtvast maakt, de remweg korter maakt en zorgt voor minder stof op je chique velgen. En mooier, omdat die coating ze een spiegelachtige glans geeft. Wauw.
Macan-spotters, als die bestaan, kunnen de topversie herkennen aan de nieuwe luchtinlaten in de voorbumper. Ook is er een dubbele dakspoiler, wat vetter klinkt dan het is. Binnenin vind je uitgebreid verstelbare elektrische stoelen, een beter touchscreen (zoals bij andere facelift-Macans) en uiteraard ruim plek voor vijf.
De Porsche Macan Turbo is de goedkoopste manier om iets uit Zuffenhausen te rijden waar ‘Turbo’ op staat. In Nederland kost ie 136.300 euro; Belgen hebben ‘m mee vanaf 95.300 euro. Hij is daarmee een flinke slok goedkoper dan onze favoriete semi-compacte beuk-SUV, de Mercedes-AMG GLC 63 S. Maar die is dan ook nog eens ruim 60 pk sterker. En klinkt als een onweersbui die met blote voeten op een blokje Lego is gaan staan.
