De Volkswagen Phaeton is een van de weinige grote mislukkingen in de geschiedenis van het merk. Terwijl ze het van tevoren hadden kunnen weten. Sterker: ze hebben het zichzelf aangedaan. De Phaeton was gedoemd tenonder te gaan – vanwege zijn naam.

Als je ‘Phaeton’ opzoekt, kom je over het algemeen twee betekenissen tegen. 1) Een soort koets of rijtuig of 2) een Griekse (half)god. Oké, halfgod, cool, denk je dan, en veel verder zal het niet gaan. Maar het verhaal achter die Griekse halfgod is té mooi en té veelzeggend: het maakt precies en pijnlijk duidelijk waarom VW’s Phaeton gewoon geen schijn van kans had.

Onstuimig liefdesleven

Phaeton was in de Griekse mythologie een zoon van Apollo, zeg maar de god van de zon. Nou hield Apollo, zoals de meeste Griekse goden, er een nogal onstuimig liefdesleven op na. Dat betekende onder andere dat Phaeton zijn vader nog nooit had gezien. Daar baalde hij uiteraard nogal van, ook omdat hij op school, die barstte van de goden en halfgoden, nogal gepest werd en nooit voor vol werd aangezien. Arme Phaeton.

Op een dag had hij er zo genoeg van dat hij een plan bedacht. Een van de taken van Apollo was het mennen van een strijdkar met vier (letterlijk) vurige paarden. Daarmee verliet hij elke morgen zijn paleis om 12 uur lang langs de grens tussen hemel en aarde te rijden. (Waarmee meteen mooi het verschil tussen dag en nacht was verklaard.) Wat nou als hij zijn vader kon overtuigen één keer die strijdkar te mogen rijden? Als zijn vrienden hem dan langs zagen daveren, zouden ze hem wél geloven en werd ie eindelijk eens serieus genomen.

Niet slim

Strak plan, op naar Apollo. Dat was nogal een reis, maar da’s een ander verhaal. Eenmaal aangekomen werd hij naar zijn vader gebracht. Hij stak zijn verhaal af, hoe hij gepest werd, wat een waardeloze vader Apollo eigenlijk was – de hele riedel. Apollo hoorde het aan en zei: ‘Tsja, Phaeton, ergens heb je wel een punt. Ik ben niet bepaald een modelvader geweest. Om het goed te maken mag je me één ding vragen, en je krijgt het.’ Niet slim, maar dat waren Griekse goden nu eenmaal niet altijd. Dat maakt ze meteen een stuk leuker dan andere goden, maar we dwalen af.

‘Dan wil ik één keer de strijdwagen rijden’, zei Phaeton. ‘Oh nee,’ zei Apollo, ‘daar komt niks van in. Je kunt me alles vragen, maar dat niet. Rijkdom, lekkere wijven – alles, maar niet die strijdkar. Je kunt die paarden niet aan – mij lukt het al nauwelijks.’ Natuurlijk hield Phaeton voet bij stuk. En natuurlijk wist Apollo dat hij zijn belofte wel moest houden.

Vooruit dan maar

De volgende morgen bracht Apollo Phaeton met enorme tegenzin naar de strijdwagen. Phaeton schrok zich dood: vier enorme, woeste en bovendien in de fik staande paarden voor een indrukwekkende strijdkar – hij had het zich eenvoudiger voorgesteld. ‘Let op, Phaeton,’ zei Apollo, ‘je kunt dit. De paarden weten zelf de weg, je hoeft eigenlijk niets te doen. Hou ze gewoon in het gareel, ga niet als een malloot lopen sleuren aan die teugels, of schreeuwen, dan komt het helemaal goed. Veel plezier hè, knul?’ En daar ging ie.

In het begin ging het goed. De paarden deden inderdaad alles zelf, en de mensen op aarde waren blij dat de zon weer was opgekomen. Tot Phaeton op aarde zijn vrienden spotte, die bij de Nijl op vakantie waren. Die moesten hem natuurlijk wel even zien! Hij gaf een ruk aan de teugels en de paarden stormden naar beneden. Veel te ver naar beneden, waardoor de hitte van de paarden het hele aardoppervlak in vuur en vlam zetten. Het duurde even voordat Phaeton, behoorlijk in paniek geraakt, de paarden weer naar boven wist te krijgen. (Op dat stuk aarde zou nooit meer iets groeien: je kent het als de Sahara-woestijn).

Genoeg!

De paarden deden even wat Phaeton wilde, maar vlogen toen juist weer veel te hoog. Het aardoppervlak bevroor op slag en zou nooit meer ontdooien (Noordpool, iemand?). Intussen had de godin van de vruchtbaarheid, Demeter, in de gaten gekregen wat er gebeurde. Dat snertventje verpestte de hele aarde! Ze beende naar oppergod Zeus, die onmiddellijk één van zijn befaamde bliksemschichten op de strijdkar afvuurde. Phaeton viel van de klap uit de strijdkar en kwam in een rivier terecht. Morsdood. De paarden luisterden natuurlijk wel naar Zeus, voltooiden hun baan en keerden terug naar Apollo’s paleis. Die was zo beschaamd en ontroostbaar dat hij zwoer nooit meer de strijdkar te rijden – dat werd de taak van Helios, vanaf dat moment de zonnegod.

Nu hebben de meeste mythen, net als andere religieuze verhalen en sprookjes, een nogal duidelijke moraal. De moraal van dit verhaal: hoogmoed komt voor de val. Je kunt nog zo dapper zijn, maar het overspelen van je hand is dom en leidt tot niets dan ellende, vaak erger dan je vooraf hebt kunnen overzien.

De moraal

Wat denk je? Zou Volkswagen haar poging om BMW en Mercedes naar de kroon te steken ooit uitgerekend Phaeton hebben genoemd als ze zijn verhaal werkelijk hadden gekend? Nee, dat dachten wij ook niet…

(Met dank aan de Britse schrijver/acteur/komiek Stephen Fry, die dit verhaal in zijn boek Mythos zo fraai weet te vertellen. Moraal van dit verhaal: flikker dat Instagram eens weg en lees een boek. Hadden ze bij VW ook moeten doen…)

Reacties

  • Remon heeft op 16 juli 2018 geschreven:

    De Phaeton… een van de meest mooie auto’s ooit gebouwd! Echt een klasse verschijning!

    Reageer

Geef een reactie

(verplicht)