Als je voor de komst van de Bugatti Chiron extreem hard wilde rijden, waar stapte je toen in? Al het geweld van tegenwoordig laat de snelheidsduivels van vroeger haast verbleken. Een Volkswagen Golf rijdt een Ferrari van tien jaar oud bijna zoek. Maar vergeet niet dat er genoeg legendarische supercars zijn die zelfs nu nog bloedsnel zijn. Naar elke maatstaf.
Natuurlijk was Ferrari de eerste. Wie anders? In 1987 kwam de Ferrari F40 uit de fabriek in Maranello rollen; de eerste auto voor op de openbare weg die harder reed dan 320 km/u. Meningsverschillen over of de Porsche 959 even snel was, en over het vermogen van de 2.9 V8, duren nog steeds voort.
Bedacht als straatversie van de Le Mans-winnende XJR-9, maar verruilde een almachtige V12 voor een V6 uit de 6R4 Metro. De prijs die je voor deze Jaguar betaalde (550.000 euro) liet je ook wel beseffen dat dit niet zomaar een Britse supercar was. Martin Brundle reed er een naar 349,4 km/u op Nardò, in 1992
In hetzelfde jaar van de XJ220 kwam McLaren met de F1. Nog steeds de snelste turboloze auto in de geschiedenis: 372 km/u in de straatuitvoering en 386,3 km/u zonder toerenbegrenzer. En met de huidige turbotrend zal deze kroon stevig op zijn knar blijven zitten.
Volkswagens krachttoer kostte acht jaar, eindeloos veel euro’s en zestien cilinders met vier turbo’s – maar haalde toen 407,2 km/u. De Super Sport haalde in 2010 met meer pk’s 429,7 km/u. Zelfs het testcentrum fikte bijna af door de hitte van de testmotor.
In een strijdt waar alles groter en sneller moet, mag Amerika niet ontbreken. In 2014 bracht Hennessey een nieuw monster op de markt met de naam Venom GT. De omgebouwde Lotus met een hele dikke V8 haalde de 434,5 km/u. De Spyder deed een winderige 426,5 km/u. Bugatti geeft toe dat dit bewonderenswaardig was, al werden er maar dertien van gebouwd
Reacties