Als we aankomen op een drijfnat Spa-Francorchamps, worden we meteen onderschept door een bijzonder enthousiaste tv-presentator. 'In deze regen blijven de achterwielen doorslippen tot in de vierde en vijfde versnelling. Wees heel, heel voorzichtig, jongens. Deze machine herschrijft de regels.'

Met deze woorden geeft Clarkson ons de sleutels van de McLaren P1, en valt de realiteit plots als een blok op ons hoofd. Wat we hier in onze handen hebben, wat we op het punt staan mee te gaan maken, is heel bijzonder. Weinigen hebben in de McLaren P1 gereden, weinigen zullen dat überhaupt ooit gaan doen, en wij gaan zometeen gewoon even een kleine roadtrip van België naar Engeland ondernemen met deze hypercar.

Maar eerst moeten we 'm even een beetje leren aanvoelen. Wanneer Clarkson koers zet naar huis en de mensen van de tv-crew hun apparatuur inladen, duurt het nog amper tien minuten voor het circuit dicht gaat. De P1 roffelt de overstroomde pitstraat binnen in de handen van McLaren-testrijder Chris Goodwin, en zodra alle camera's en draden verwijderd zijn, springen we naast hem in de bijrijdersstoel. Wat volgt, zijn twee bijzonder hectische rondjes Spa die voor ons nieuwe invulling geven aan het genre van de hypercar. Het duurt even voor je brein kan omgaan met acceleratie die zo heftig is dat je het in je gezicht kunt voelen, en met een weggedrag dat zo verfijnd is dat het – in de handen van Goodwin, tenminste – haast makkelijk en verstandig lijkt om een auto van bijna 1,1 miljoen euro op een natte baan met 160 km/u dwars te gooien.

Maar een testcoureur op een circuit kan slechts een deel van de mogelijkheden van de P1 tentoonspreiden. McLaren heeft de auto ontwikkeld als de beste 'rijdersauto', zowel op het circuit als op openbaar asfalt, en niet puur als een verzameling ongelooflijke cijfertjes. Daarom gaan we nu met de P1 de weg op om hem naar zijn thuisbasis in Woking te rijden: zodat we het volledige verhaal van de P1 kunnen vertellen, in plaats van slechts één hoofdstuk. Helaas regent het nog steeds, en hard ook.

De wegen zijn spekglad, en terwijl de turbo's harder gaan draaien en een vloedgolf van kracht aanwakkeren, rammelen Clarksons woorden door ons hoofd. Samen met de mogelijke wereldwijde spottende aandacht die het zou genereren als we als eersten een P1 zouden afschrijven. Maar terwijl de kilometers onder ons door vliegen, raken we bevangen door het enorm brede scala aan mogelijkheden dat deze auto zijn bestuurder biedt.

Op het circuit stond de P1 in de maximum-attack Race-modus, en hoewel de brute prestaties vanzelfsprekend de aandacht opeisten, is het de flexibiliteit op de limiet die ons het meest is bijgebleven. Op de openbare weg verandert het karakter van de auto volledig. Je zit dan wel in een futuristisch interieur, omgeven door de MonoCage van koolstofvezel-composiet, maar het ding vreet kilometers. Echt waar: de meest brakke betonsnelwegen vangt hij voor je op met hetzelfde gemak als een Lotus Evora, en z'n stuurgevoel is een lesje in connectiviteit waar velen wat van kunnen leren.


De P1 is een gemakkelijke auto om te rijden in de echte wereld. Hij klinkt ook fantastisch: een mix tussen het geruis van de lucht die door de snorkel in het dak wordt aangezogen en het luide, welgemeende gedonder van de biturbo V8.

Daarnaast barst de auto van de trucjes. Ik zet 'm in de stealth-stand door op de E-knop te drukken. De motor valt uit, en we worden in opperste stilte met 140 km/u voortgestuwd door een stel accu's. De P1 is onmiddellijk TopGears favoriete hybride. Na een aantal kilometers zijn de accu's leeg en slaat de motor blaffend aan, waarna ie naadloos in de rol stapt van een 180 pk sterke oplader. Het is tekenend voor de diepgang van de techniek die McLaren in de P1 stopte. Wat ontzettend ingewikkeld is, wordt ontzettend makkelijk gemaakt.

Wanneer we in Engeland aankomen, is de lucht opgeklaard. Voor het eerst in wat aanvoelt als een lange tijd zien we weer zon en rollen we op droog asfalt. Het geval wil dat we een afgesloten landingsbaan van 2,4 kilometer tot onze beschikking hebben, waarop we eindelijk de uithoeken van het P1 performance-potentieel kunnen opzoeken.

Tijd om op de IPAS-knop te drukken.

Het resultaat is dramatisch. Wanneer de auto zijn volle 915 pk aanspreekt, knalt ie als een dragster over de baan. Hij komt keer op keer foutloos van z'n plek en katapulteert ons onvermoeibaar vanuit stilstand naar stratosferische snelheden.

Een paar heel korte uren later is het voorbij. Onze tijd met de P1 besloeg een afstand van zo'n 800 kilometer in verschillende weersomstandigheden, en nu we afscheid van 'm nemen – na de fotografie voor onze cover gaat ie terug naar Woking – realiseren we ons dat dit meer is dan een heel indrukwekkende auto met heel indrukwekkende prestaties. Dit ding leeft.

Deze auto is een belichaming van de allerbeste Britse engineering, ontworpen om aan een aantal onmogelijk complexe criteria te voldoen. Maar nu we ermee gereden hebben, begrijpen we dat het waar is wat McLaren zei: de focus van de P1 ligt altijd op het betrekken van de bestuurder, op plezier en op bruikbaarheid. Bij andere hypercars kom je misschien gemakkelijker in de buurt van de limiet, maar het elektronische vangnet dat daarbij nodig is, stompt de ervaring af.

De P1 behoort tot een nieuw ras. Een auto die een aantal waarden heeft gecreëerd waarmee alles wat volgt, vergeleken zal worden. Een machine die, inderdaad, de regels herschrijft.
 

Lees de ervaringen van Clarkson en de redactie in de komende twee uitgaven van TopGear, te beginnen met nummer 102, die op 21 november in de winkels ligt!

Reacties