TopGear reed onlangs met de nieuwe Volkswagen Beetle Cabriolet. In het komende nummer het volledige verslag, hier vast de eerste indrukken.
Testobject: Volkswagen Beetle Cabrio
Uitvoering: 1.2 TSI
Locatie: St. Jean-Capferrat, Zuid-Frankrijk
Weersomstandigheden: voorzichtig zonnetje, 14 graden: ideale omstandigheden voor de eerste open kilometers van 2013. En een bijzonder druiperige verkoudheid.
Wat reden we?
De open versie van Volkswagens retro-stijlikoon, de Beetle.
Beviel het?
We zouden bijna zeggen: natuurlijk beviel het! De dichte versie van de Beetle is al enige lichtjaren beter dan zijn voorganger, verwarrend genoeg 'New Beetle' geheten. Die was immers het monumentale schoolvoorbeeld van Vorm Over Functie: zó overdesigned dat elke vorm van praktisch gebruiksgemak er bijzonder effectief door om zeep werd geholpen. Bij de recentste Beetle kun je wél achterin zitten, heb je niet een enorme tafel van plastic tot aan de voorruit voor je neus en hou je wél bagageruimte over. Dat hij er ook nog eens een stuk minder popperig én meer als de oer-Kever uitziet, is letterlijk mooi meegenomen. En al die dingen gelden onverminderd voor de Cabriolet-versie.
Nog bijzonderheden?
Het bijzonderste verschil met de coupé is natuurlijk het dak. Het is weer een klein wondertje van Duits ingenieurschap. Het ligt, indien opengeklapt, natuurlijk weer deels op de achterklep, uit nostalgische overwegingen én omdat je dan meer bagageruimte overhoudt. Het opent razendsnel: in 9,5 seconden om precies te zijn, en zou dat ook rijdend, tot maximaal 50 km/u, moeten kunnen. Goed, wij reden 40 km/u en toen vond ie dat al te hard, maar later deed ie het weer wél – misschien nog niet helemaal wakker of zo. We reden de 1.4 TSI van 160 pk en de 1.2 TSI van 105 pk, waaruit weer eens bleek wat een wonderbaarlijk goed motortje die laatste toch is: meer heb je in een flaneerder als deze eigenlijk niet nodig.
Welke modellen komen er, wanneer staan ze in de showroom en wat gaan ze kosten?
Er komen drie benzineversies (1.2, 1.4 en 2.0) met vermogens van respectievelijk 105, 160 en 200 pk. Ook zijn er twee diesels: een 1.6 van 105 pk en een 140 pk sterke tweeliter. Een zes- of zeventraps DSG-automaat is optioneel, een handgeschakelde zesbak standaard. De kap is in twee kleuren leverbaar, de carrosserie in twaalf. Daarnaast zijn er elf interieurbekledingen (stof en leer), vijf standaarduitrustingen (Beetle, Design, Design Exclusive, Sport en Sport Exclusive), twaalf velg-ontwerpen en drie speciale edities: de 50's, 60's en 70's Edition. Als het je dan nóg niet persoonlijk genoeg is: het optieboekje heeft de dikte van een baby-armpje. Vanaf begin maart kun je 'm bestellen voor een vanafprijs van 26.150 euro – levering begint eind maart, begin april. Precies: net op tijd voor de lente.
Kom maar door met dat eindoordeel dan!
Het is weer een heerlijk flaneermobiel, die Beetle Cabrio. Wat trouwens niet wil zeggen dat je er niet een fatsoenlijk bochtje mee zou kunnen pakken: aan de ultra-beproefde Golf-techniek (onderstel, motoren) zal het niet liggen en de carrosserie geeft ook geen krimp. Al weten we nog steeds niet of je je als echte borsthaar-man in een Beetle Cabrio kunt vertonen. In de vorige zeker niet, in deze… ook niet. Of wel. Of toch niet.
Reacties