Als je een beetje uitkijkt voor je lak, met die smerige vulslang, kun je prima aan de verkeerde kant van de brandstofpomp parkeren. Maar zou het niet gewoon zoveel eenvoudiger zijn als de tankdop in het midden zou zitten? Netjes weggewerkt achter je kentekenplaat, logo of, zoals bij de oude Chevrolet Bel Air, achter het achterlicht.
Daar is een goede reden voor: veiligheidseisen. De tankdop moet volgens de Amerikaanse wetgeving bij het wijdste deel van het voertuig zitten en binnen de kreukelzones. Als brandstof lekt tijdens het tanken, mag het niet in de buurt komen van de uitlaat of elektrische delen.
Vroeger mocht het wel
De regelgeving komt uit de jaren zeventig. Daarvoor mochten autofabrikanten doen wat ze wilden. En toen kwam begin jaren zeventig proefondervindelijk aan het licht dat de plaatsing van de brandstoftank in de Ford Pinto extreem onveilig was. Eén tikje van een achterligger en de boel vloog in de hens. Niet heel fijn.
De Porsche 911 Speedster Concept had bijvoorbeeld de tankdop in het midden van de voorste klep. Bij de definitieve productieversie verdween de tankdop gewoon weer naar de zijkanten. Anders zou ie in Amerika bijvoorbeeld niet verkocht mogen worden.
Geen tankdoppen verstopt onder kentekenplaten dus. Maar met de elektrische toekomst zul je ongetwijfeld creatieve oplossingen gaan zien om de stekker te verstoppen. Volkswagen verstopt de aansluiting van de Golf GTE bijvoorbeeld op de neus onder het Volkswagen-logo.
Reacties