Is zo’n Volvo V60 Polestar na 9 jaar eindelijk betaalbaar geworden? Dit kosten ze nu

We kennen het allemaal: dat moment dat je een nieuwe auto moet uitzoeken. Maar die moet wel aan een hele hoop eisen voldoen. De kinderen moeten mee, hij moet zakelijk een beetje verantwoord zijn, veiligheid is ook belangrijk. Aan de andere kant wil je ook een beetje luxe, fun en comfort. De Volvo V60 Polestar is een geweldige auto die die schijnbaar onverenigbare werelden combineert. Daarom vroegen wij ons af: wat kost een Volvo V60 Polestar tegenwoordig?

In Nederland houden we wel van een snelle Volvo, dus echt goedkoop worden ze niet. Aan de andere kant zijn we nu wel een paar jaar verder. De afschrijving heeft behoorlijk zijn werk gedaan; dat hopen we althans. We zeggen weliswaar ‘V60’ maar daarmee bedoelen we zowel de S60 Polestar (de sedan) als de V60 Polestar (de stationwagon). Die laatste is het populairst en werd het best verkocht. De combinatie Volvo & Stationwagon is natuurlijk perfect, maar de Polestar was er wel degelijk als sedan.

Specificaties

De Volvo S60 van de tweede generatie kwam in 2010 op de markt. De dikste versie was de T6 R-Design AWD, met 306 pk en 400 Nm. Dat is op zich al een dikke auto. Polestar was destijds het raceteam van Volvo en had het briljante idee om er een M3-concurrent van te maken door de motor op te voeren naar 500 pk en 575 Nm, en een enorme hoeveelheid hardwarewijzigingen door te voeren. De conceptversie was een tikkeltje te extreem, maar er kwam wel degelijk een S60 en V60 Polestar.

De motor was nu goed voor 350 pk en 500 Nm, alsnog meer dan voldoende natuurlijk. In precies vijf seconden sprint deze naar de 100 km/u en de topsnelheid is begrensd op 250 km/u. De nieuwprijs is stevig. In Nederland kostten ze destijds net iets minder dan 100.000 euro, en dat was nog zonder opties. Nu is het wel zo dat de meeste dingen standaard zijn die je bij met name de Duitse concurrenten moet bijbestellen. Ook is veel hardware hoogwaardiger, zoals de stoelen, remmen en dempers.

In 2016 krijgt de Polestar een compleet andere aandrijflijn. De zescilinder en zestrapsautomaat gaan eruit en in plaats daarvan is er een tweeliter viercilinder motor met turbo én supercharger. Deze combinatie is goed voor 367 pk (17 meer) en 470 Nm (30 minder). Ze klinken aanzienlijk minder goed. Belangrijk voordeel is de transmissie, dat is nu een moderne achttrapsautomaat van Aisin. Een ander voordeel is dat de S60 Polestar ineens 23.000 euro goedkoper was in aanschaf.

Hoeveel zijn er in Nederland?

Van de zescilinder kwamen er 40 V60 Polestars en 10 S60 Polestars naar Nederland, alhoewel er nog een paar later geïmporteerd zijn. De Polestars met zescilinder zijn geleverd in een beperkt aantal landen: Canada, Japan, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, Zweden en Zwitserland. Aanvankelijk was er het plan om 750 te bouwen, maar dat werden er later 750 meer. Exacte aantallen van het aantal Polestars in Nederland zijn niet bekend, maar ze zijn aanzienlijk zeldzamer dan de Duitse concurrenten.

Wat kost een Volvo V60 Polestar als occasion?

In Nederland is het aanbod heel dun. Logisch, de meeste eigenaren rijden er zo lang mogelijk mee door. De goedkoopste V60 Polestar kost 29.950 euro, voor een wit exemplaar uit 2016 met 120.000 kilometer aan ervaring. De duurste is een hele jonge V60 met minder dan 25.000 kilometer, die moet nog 47.000 euro kosten. In Nederland vonden we wel alleen maar viercilinders. Meestal zijn zescilinders nog wat duurder, ondanks dat ze ouder zijn.

Wat kost een Volvo V60 Polestar als occasion in Duitsland?

In Duitsland is het aanbod niet heel erg ruim te noemen, er staan er namelijk vijf exemplaren te koop. De goedkoopste Volvo V60 Polestar kost 25.990 euro, dat is een exemplaar in de kleur Rebel Blue uit 2016 (viercilinder dus) met 90.000 kilometer. Jongere exemplaren met minder kilometers gaan tot 35.000 euro. Dan zijn er nog drie S60 sedans in om, en nabij dezelfde prijsrange.

Wat opvalt is dat de meeste exemplaren in het blauw zijn. Ja, het is net als dat Cream Yellow van de 850 T-5R Estate een legendarische keuze, maar in zijn soort dus niet zeldzaam. Zilvergrijs en zwart zijn saaie kleuren, maar daar wordt de S60 wel subtiel dik van, wat ook wel past bij de auto. Als je gaat importeren: de viercilinder is nieuwe, maar heeft een veel lagere uitstoot. Waarschijnlijk zullen de importkosten elkaar dus niet zoveel ontlopen.

Ook hier betreft het in alle gevallen viercilinders. Op het moment van schrijven stond er geen enkele zescilinder te koop. Die zijn ouder en hebben een minder goede transmissie, maar wel een mooiere motor. We keken eventjes in Zweden en daar zien we dat daar de leeftijd bepalend is, niet het aantal cilinders. Dus als iemand in Nederland 10.000 euro meer vraagt vanwege de zescilinder, kan het lonen om hem uit Zweden te halen.

Is de Volvo V60 Polestar betrouwbaar?

Over het algemeen wel. De zescilinders van Volvo staan bekend als onverwoestbaar. Het feit dat je ze nauwelijks kunt tunen komt vooral door de automaat die echt aan zijn maximum zit. Vroege S60’s en V60’s hebben nog weleens last van roest, maar bij de latere faceliftmodellen (wat een Polestar altijd is ongeacht de motor) hebben we het nog niet gezien. Houd er rekening mee dat je een fabrieksgetunede auto koopt met hele dure onderdelen: die Brembo-remmen en Öhlins-dempers zijn duur.

Check dus wanneer die onderdelen voor het laatst zijn vervangen. Er zijn bedrijven die de dempers kunnen reviseren. De wielen zijn groot, met platte banden, dus check even goed of er schade op de (eveneens dure) velgen zit. Ook zijn de banden vrij prijzig. Het hoort nu eenmaal bij zo’n auto met specifieke onderdelen.

Hoe rijdt zoiets?

Je merkt dat er veel subtiele veranderingen zijn die samen een groot effect hebben op de rijervaring. Het zijn typische reisauto’s, gericht op comfort. Het is dus zeker geen BMW M3-concurrent. Nee, zie het als een Zweedse Alpina en je hebt een goed beeld van de auto. Qua snelheid stelt de Polestar zeker niet teleur: De viercilinder heeft de betere automaat, maar die zescilinder pakt veel lekkerder op en gaat langer door.

Om sportief mee te sturen is het de best sturende S60 en V60, maar in deze klasse kan het strakker. Je hebt geen enkel moment het idee dat de V60 Polestar het niet aankan. Dankzij de vierwielaandrijving is grip geen enkel probleem, en omdat de motor dwars voorin ligt, valt het onderstuur ook erg mee. De viercilinder heeft een iets gewijzigde voorwielophanging en stuurt aanzienlijk scherper in dan de zescilinder. Die laatste klinkt overigens veel beter.

Wat zijn de concurrenten van de Volvo V60 Polestar

De meest logische concurrent voor de Volvo V60 Polestar is de Audi S4 Avant. Deze is eventueel ook als sedan verkrijgbaar (als S60-concurrent). De Audi heeft een drieliter zescilinder met mechanische compressor (supercharger) en vierwielaandrijving. De Audi S4 is ietsje betaalbaarder, veel beter te vinden en erg goed te tunen. Met alleen al een chipje is 100 pk extra mogelijk. Qua rijden is de S4 verrassend leuk voor een Audi, maar biedt de Polestar iets meer raffinement.

We haalden hem al even aan, maar de Polestar rijdt eigenlijk als een Alpina B3 Touring Allrad. Een basis 335i komt op veel vlakken te kort, met name omdat BMW deze écht kaal afleverde. De Alpina is een stuk completer. Sneller ook: 400 pk is serieus veel. De Alpina is ook een klap sneller dan de Volvo en heeft superieure transmissie. Ondanks dat wij kenners een Alpina cool vinden, zien mensen alsnog een ietwat ordinaire BMW, terwijl de Volvo smaakvoller is.

Natuurlijk, de Mercedes-AMG C 43 4Matic is een uitstekend alternatief, maar je kijkt naar een Volvo juist omdat die niet Duits is. De Jaguar XE is dat ook niet. De XE S is de dikste uitvoering met een 3,0-liter V6 met supercharger. Net als de Audi dus. Het is alleen wel een compleet ander karakter. Om te rijden is dit de strakst sturende, met het ‘mooiste’ weggedrag. Het interieur is wel een beetje plastiekerig en niet echt des Jaguars.

Is een Volvo V60 Polestar zijn prijs waard?

Dat hangt af van je perspectief. Voor minder geld heb je namelijk een Audi S4 die minimaal hetzelfde doet. Wel voelt de V60 Polestar een stuk specialer aan, omdat ie dat ook is. Dus 30.000 euro is veel geld, maar niet per se duur. Zeker niet omdat er weinig exemplaren van gebouwd zijn. Bij snelle Volvo’s zie je dat nette exemplaren altijd goed hun waarde behouden, dus die extra investering zie je aan het einde weer terug, zeker als je een zescilinder weet te vinden.

Lees ook: Is zo’n sportieve Opel GT na 17 jaar eindelijk betaalbaar geworden? Dit kosten ze nu