Het team van de Britten is druk bezet dit jaar: Aston Martin Vantage vs McLaren 600LT vs Lotus Exige Cup 430 vs Ford Fiesta ST. De eerste stop: de witte kliffen van… Saint-Jouin-Bruneval. Ze zijn al net zo indrukwekkend en dramatisch als hun veel beroemdere tegenhangers aan de andere kant van Kanaal, die van Dover, en dat is eigenlijk niet zo vreemd – ooit vormden ze samen één groot plateau.

Bekend terrein

Voor Britten is dit sowieso bekend territorium – maar laten we niet in Middeleeuwse veldslagen treden – want deze witte kliffen worden door vele Britten gezien op weg naar Le Mans, waar jaarlijks circa 100.000 (!) Britse racefans hun auto naartoe sturen. We zien zelfs een aantal péage-tolhokjes voor rechtsgestuurde auto’s. En wij? Wij zijn met vier Britten onder ons op weg naar het Circuit de Charade voor onze jaarlijkse Speed Week.

Waarom je een paar van deze auto’s soms beter kunt laten staan

‘Ken je die blauwe plekken die je oploopt bij het karten?’ zegt een collega die met een pijnlijk vertrokken gezicht onderaan de kliffen uit de Lotus Exige Cup 430 stapt. ‘Nou, die pijn in mijn ribben heb ik nu dus ook.’ ‘Ik ben allang blij dat we in Frankrijk zijn en niet meer in Engeland’, merkt een andere collega op. ‘Dat laatste stuk asfalt van de M20 naar de Eurotunnel is zo slecht en hobbelig dat ik mijn contactlenzen tegen mijn oogbollen voelde trillen. Feedback is goed, maar je hebt ook zoiets als te veel feedback, zeg maar.’

Terug naar de middeleeuwen

Toegegeven, we wisten het al: de Lotus Exige Cup 430 en de McLaren 600LT zijn net ouderwetse monniken wat betreft comfort. Ze kennen het niet. De McLaren heeft geen airco (dat scheelt toch 12,6 kilo) en ‘profiteert’ verder van de optionele Senna-stoelen die maar 8 kilo per stuk wegen. De Lotus beschikt wel over bekleding op de stoelen en over koeling, maar heeft voor het overige uiteraard al zeven decennia op crashdieet gestaan.

Heerlijk comfortabel

Terwijl sommige collega’s dus al steen en been klagen voordat de Speed Week goed en wel is begonnen, staan anderen te glunderen omdat ze, bijvoorbeeld, de Aston Martin Vantage onder hun billen hadden tijdens de eerste 400 kilometer van de trip. Zij beschikten over dikke, zachte stoelen, ventilatie die een arctische storm imiteert, allerhande deuntjes uit de stereo, daadwerkelijk enig zicht naar achteren (althans meer dan buizen en de bovenkant van een supercharger), en – ongelooflijk maar waar – opbergruimtes.

We zijn hier niet alleen voor het circuit

Nou is opbergruimte niet per se waar het tijdens onze Speed Week om draait, maar we komen niet voor niets over openbare wegen naar het circuit toe. Elk van de auto’s waarmee we op pad zijn, heeft nummerplaten, koplampen en voldoet aan de Euro VI-emissie-eisen. Anders gezegd: ze zijn stuk voor stuk toegelaten op de openbare weg. Zelfs de meest hardcore trackday-liefhebber zal dezer dagen meer kilometers op de weg dan op het circuit neerleggen, dus we kunnen maar beter wennen aan de harde Exige.
Hetzelfde geldt voor de Ferrari 488 Pista waarmee een collega uit Maranello komt rijden, en voor de 700 pk sterke Porsche 911 GT2 RS die zich nu een weg baant door de Zwitserse Alpen. Allemaal zijn ze dus toegelaten op de weg (ja, zelfs de Dallara Stradale), en momenteel rijden ze ook allemaal op de weg. De een doet het wat sneller dan de ander – hoi collega in de Bugatti Chiron – maar afgesproken is dat we onze snelheidsboetes zelf betalen.

De McLaren 600 LT moet het niet hebben van zijn comfort

Terug naar de Noord-Franse kust. We kregen toch een beetje medelijden met onze man in de McLaren 600LT, zodat er een wissel heeft plaatsgevonden en er nu iemand anders aan het afzien is in de 600LT. Op een zonnige autoroute heeft hij louter de keus tussen Björk en Gloria Gaynor. Met de raampjes dicht: It’s Oh So Quiet. Met de raampjes open: I Will Survive. Want de McLaren 600LT heeft dan wel USB-openingen, maar die zorgen niet voor een link tussen telefoon en stereo. Noch laden ze je telefoon op – althans niet als je een navigatie-app open hebt staan. En dat zal wel moeten, want navigatie heeft de LT evenmin. Maar het is wel vriendelijk van McLaren dat er bij gebrek aan airco zweetgeulen in de stoelen zijn aangebracht.

Maar wat is het een geniale machine

Qua rijeigenschappen doet de McLaren 600LT het veel beter. De strakke demping (deze auto behoort tot de Sport Series en heeft dus geen hydraulica of beweegbare aerodynamica, zoals de auto’s in de Super Series) wordt niet echt hard aan het werk gezet op de effen Franse autoroutes, en tjonge, wat komt ie hard van z’n plek. Je hebt maar een oprit naar de snelweg nodig om onder de indruk te raken van z’n besturing, van z’n ogenblikkelijke respons en van de manier waarop hij zich laat bedienen. Dan wil je toch ook even voelen hoe de Exige zich op diezelfde oprit gedraagt. In het verleden hebben de mannen van McLaren weleens gezegd dat zij de meesters van het stuurgevoel wilden worden, maar Lotus heeft het bijltje er nog bepaald niet bij neergegooid. De McLaren 600LT filtert de weg beter, maar is niet zo levendig en wringend in je handen als de Lotus Exige Cup 430. Hij betrekt je niet overal bij; de Lotus wel.

Maar de Lotus Exige Cup 430 spant de oncomfortabele kroon

Dat viel te verwachten, echter, dus de grotere verrassing is de motor. Niet alleen de supercharger die er onmiddellijk in komt, maar vooral het ontzaglijke lawaai – boven de 4.500 tpm produceert de Lotus een onheilspellend, dik en penetrant geluid dat twee effecten bewerkstelligt: je wilt ’m mishandelen op het circuit, maar je wilt ’m er niet naartoe rijden.
Sorry, collega in de McLaren 600LT, maar onze man in de Lotus heeft het vooralsnog het zwaarst. De Exige is echt krap, op de stereo na valt er niets in te stellen, en hoewel de stoelen van de LT elke keer dat je in- of uitstapt je dijen pijnlijk schrapen, valt dat toch te prefereren boven de ingedeukte schedel, gekneusde schenen, felle krampen en het zere stuitje waar je in de Lotus Exige Cup 430 mee te maken krijgt. In of uit die auto komen lukt je niet op een elegante wijze.

Ondergeschoven kindje

En elke keer als we uit een van de auto’s stappen, staan er mensen te kijken. Nou ja, behalve dan bij het vierde lid van de Britse afvaardiging. De Ford Fiesta ST is toch een beetje het buitenbeentje van de groep. Toen hij achter de Exige reed, stak hij daar zo hoog bovenuit dat het leek alsof er een Kuga ons konvooi had geënterd. Maar de Fiesta is allang in zijn sas, hij is blij erbij te mogen zijn. Dat is het ding met deze kleine Ford – het is net een tuimelaar. Hoe veel klappen je ’m ook verkoopt, hij blijft steeds weer blijmoedig opveren.

De Ford Fiesta ST neemt zichzelf niet te serieus

De Ford vindt het geen probleem dat hij het moet doen met slechts een 1,5-liter driecilindertje; hij heeft zich duidelijk voorgenomen er het beste van te maken. Waar je met de andere auto’s een keer opschakelt na een rotonde, gebruikt de Ford Fiesta ST drie versnellingen, waarbij hij elke keer dat leuke, knetterende geluid produceert. Hij is gewoon lollig. Het differentieel op de vooras, behorend bij het 950 euro kostende Performance Pack, is bijtgraag, en de stoelen houden je bijna te strak in hun greep. Dit is eenvoudigweg een exuberante auto die plezier heeft in alles wat hij doet. Je kunt z’n enthousiasme nauwelijks temmen, en al snel wil je dat ook helemaal niet. De andere auto’s in dit groepje nemen zichzelf in vergelijking met de Fiesta wel erg serieus.

Bourgondisch genieten

We komen tot die conclusie op het terrasje van La Frite d’Or, waar de kabeljauw in onze fish and chips zo vers is dat het ons niet zou verbazen als hij ineens zou beginnen te spartelen. We zien de oranje zon in de zee zakken waar de vis op ons bord een halfuur geleden nog in rondzwom – denken we. Soms is het leven van TG-redacteuren niets minder dan idyllisch. ‘Hoe ver is het naar Le Mans?’ vraagt een van ons aan niemand in het bijzonder, lekker uitbuikend. ‘Een uurtje ofzo’, luidt het antwoord. ‘Laat me het even checken.’

‘Eerlijk gezegd is het niet zozeer een Le Mans-start, meer een paniekerig, giechelend gehobbel van een aantal mannen van middelbare leeftijd’

Een vlammende start

De paniek slaat toe als we ontdekken dat Le Mans nog minstens drie keer zo ver rijden is, dat de zon nu onder is gegaan, en dat we dus niet voor middernacht aan zullen komen. We spurten naar de auto’s. Eerlijk gezegd is het niet zozeer een Le Mans-start, meer een paniekerig, giechelend gehobbel van een aantal mannen van middelbare leeftijd. Op een of andere manier is de man in de Lotus als eerste weg, wat qua navigatie niet echt handig is: je kunt je telefoon nergens kwijt, dus die schuift vanonder je pedalen naar onder je stoel en vice versa. Zodoende vergeet de man in de Lotus naar zijn benzinemeter te kijken, zodat we ons genoodzaakt zien een pompbediende die zijn plastic tuinameublement staat te poetsen – in een buitenwijk van Le Havre – ervan te overtuigen zijn pompen voor ons te heropenen. We kalmeren pas weer op de snelweg A28, waar de Lotus Exige Cup het heel rustig aan moet doen, gezien de geringe hoeveelheid licht die uit zijn koplampen straalt.

Verlangend naar de Aston Martin Vantage

We tukken even, en dan is daar Le Mans: zonsopkomst bij Indianapolis, koffie bij de Auberge des Hunaudières. Het is overal een drukte van belang; alleen tijdens de rit door het bos van Mulsanne naar Indianapolis krijg je nog een beetje een idee hoe het moet zijn om hier te racen. Op dit moment wil je je eigenlijk het liefst in de Aston bevinden.
De Exige mag dan de meest racy auto zijn van deze vier, maar de Aston Martin Vantage is de auto die zich hier het meest thuisvoelt, die hier het best past. De oorzaak daarvan moet in de geschiedenis liggen, of het ligt aan de twin-turbo V8, of aan het zicht over de lange motorkap; je denkt onwillekeurig toch aan de DBR9.

De nieuwe Vantage is verdorie gewoon een GT

Maar het is niet alleen Le Mans – het heeft iets om met deze Aston door Frankrijk te rijden. De badge, het momentum, de wetenschap dat je nog een stief eind af te leggen hebt maar er precies de juiste auto voor hebt, de voldoening die je krijgt als je het gaspedaal indrukt. Je stelt de stoel in met de rugleuning ver naar achteren, je laat je ellebogen rusten, je schakelt de cruisecontrol in, je legt je vingertoppen op het stuur en je gaat. Tours, Bourges en Montluçon schieten met een metronomische regelmaat voorbij, na 400 kilometer zeggen we alleen even ‘opgeruimd staat netjes’. Afgezien van het vrij aanwezige geruis van de banden, is het de perfecte, kalme – en kalmerende – GT.

Dit is gewoon een geweldige Aston

De wegen die leiden naar het Circuit de Charade zijn bepaald niet kalmerend, maar de Aston Martin Vantage is gelukkig aanzienlijk eerder bij de les dan z’n bestuurder. Draai aan het stuur en je voelt beide assen meteen de bocht begrijpen. De Vantage snijdt elke wending altijd scherp aan. Hij is daartoe ook precies goed gedempt. In vergelijking met de Lotus Exige Cup 430 en de McLaren 600LT zit je hoog en is er weinig gevoel in de besturing, waardoor het geen auto is die meteen veel indruk op je maakt. Maar naarmate je ’m beter leert kennen, begin je ’m meer te waarderen – het is een precieze, scherpe, goed gebalanceerde en atletische auto. De nieuwe Aston Martin Vantage heeft zelfvertrouwen, en staat daarin niet alleen. Alle vier de Britten hebben dat, en alle vier gaan ze op hun doel af met een zeker aplomb, in de wetenschap dat ze goed zijn in wat ze doen. Dat gaat ze de komende dagen nog van pas komen. Dus, AM Vantage vs 600LT vs Lotus Exige vs Fiesta ST 5? Kiezen tussen deze vier is simpelweg heel lastig, hoewel we voor het complete pakket wel de Aston Martin Vantage zouden nemen. Eén ding is zeker: de Britten gaan het de rest heel lastig maken.











Aston Martin Vantage


Motor
3.982 cc
V8 biturbo
510 pk
685 Nm
Aandrijving
achterwielen
8v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 3,6 s
top 314 km/u
Verbruik (gem.)
10,5 l/100 km
245 g/km CO2 G Label
Gewicht
1.530 kg
Vermogen/gewicht
333 pk/ton
Prijzen
€ 211.000 (NL)
€ 152.000 (B)

McLaren 600LT


Motor
3.799 cc
V8 biturbo
600 pk
620 Nm
Aandrijving
achterwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 2,9 s
top 328 km/u
Verbruik (gem.)
11,7 l/100 km
277 g/km CO2 G Label
Gewicht
1.356 kg
Vermogen/gewicht
442 pk/ton
Prijzen
€ 299.000 (NL)
€ 234.000 (B)

Lotus Exige Cup 430


Motor
3.456 cc
V6 supercharged
436 pk
440 Nm
Aandrijving
achterwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u 3,3 s
top 290 km/u
Verbruik (gem.)
10,8 l/100 km
245 g/km CO2 G Label
Gewicht
1.093 kg
Vermogen/gewicht
399 pk/ton
Prijzen
ca. €180.000 (NL)
€ 130.000 (B)

Ford Fiesta ST


Motor
1.499 cc
driecilinder turbo
200 pk
290 Nm
Aandrijving
voorwielen
6v handbak
Prestaties
0-100 km/u 6,5 s
top 232 km/u
Verbruik (gem.)
6,0 l/100 km
136 g/km CO2 E Label
Gewicht
1.262 kg
Vermogen/gewicht
158 pk/ton
Prijzen
€ 32.210 (NL)
€ 23.100 (B)

 

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)