
De Yorkshire Dales. De zon schijnt. De wegen kronkelen en vloeien. Het viaduct van Ribblehead ligt net achter ons, nu rijden we langs stenen schuren en dartelende lammetjes. De lente lonkt, de daken zijn open, warme lucht vult de cockpits van onze auto’s en alles lijkt goed met de wereld. Als je hier met een MX-5 zou toeren, zou je denken dat het leven niet veel beter wordt. En je zou gelijk hebben. Een MX-5 past beter in het landschap, is lichter, veel meer als die lammetjes dan zowel de Vantage Roadster als de Roma Spider. Je zou jezelf een fortuin besparen – en daarmee zou het een zeer Yorkshire-waardige keuze zijn.
Ze zijn hier niet zo van de steigerende paarden. Een paar kilometer terug, rijdend door Hawes, voelden we ons in de Ferrari wat… opzichtig. Het woord dat we opvingen van een voorbijganger was dan ook ‘patsers’. Of zoiets. De Aston, iets subtieler in zijn kleur Californian Sage, werd veel warmer ontvangen – al was het alleen al omdat ze niet wisten dat het zo heette. Het is duidelijk een meer Yorkshire-auto dan de Italiaan.
6,8 seconden (van dicht dak naar open)
Maar dit zijn dan ook de toppers onder de open auto’s. Glamoureuzer dan een 911 -Cabrio, verfijnder dan een Continental GTC en toch wat minder ‘kijk-mij-eens’ dan iets met een middenmotor. De open Vantage is gloednieuw, een opvolger van de geweldige coupé van vorig jaar, met dezelfde donderende twinturbo-V8. Hij verruilt wat carrosseriestijfheid en hatchback-functionaliteit voor een stoffen dak dat zich in slechts 6,8 seconden opent.
De Ferrari doet er dubbel zo lang over – 13,5 seconden – maar je kunt dit wel tot 60 km/u doen in plaats van 50. De Roma Spider is al een paar jaar op de markt, als aanvulling op de coupé die we eerder wat hyperactief vonden. Hij vervangt het metalen klapdak van de Portofino door een softtop en lijkt daarmee een stap terug te zetten.

Het heeft voor- en nadelen. Hij is iets donkerder vanbinnen, heeft een kleinere achterruit, maar het dak vouwt zich netjes weg en laat een kofferbak van 255 liter over. Waar je dan weer helemaal niet bij kunt komen, tenzij je op je knieën gaat. Maar goed, het dak verdwijnt tenminste keurig onder een deksel. De Vantage kiepert het hele geval gewoon naar achteren, met allerlei zichtbare kieren en gaten. En met het dak dicht lijkt het net een geschutskoepeltje, terwijl dat van de Ferrari strak en geïntegreerd is.
Fraaier dan dit wordt het niet
Maar wat zijn dit toch een prachtige auto’s. Serieus, worden auto’s fraaier dan dit? De Ferrari heeft iets controversieels. Vanuit sommige hoeken is hij subliem, vanuit andere is de neus te lang en de achterkant te dik. Je begrijpt de reden – er moesten immers achterstoelen in – maar waarom eigenlijk? Ze zijn compleet nutteloos.
Net als de coupéversie van de Vantage is de Roadster een pure tweezitter. De coupé heeft een grote, open kofferbak die doorloopt in het interieur, maar hier is de cockpit krapper en meer omsloten. Toch voelt hij gastvrijer aan dan de Ferrari. De Roma heeft hoge zijkanten en een steile middenconsole die op je afkomen alsof je de armpjes van een T-Rex hebt, en alles vecht om je aandacht.
Aandacht die bepaalde delen eigenlijk beslist niet verdienen. Neem nu die haptische stuurbediening. Hoe lang moeten we dit nog pikken, Ferrari? Hoe kan een merk dat ooit de briljant simpele en logische (en wijd en zijd gekopieerde) manettino-knop heeft bedacht nu blijven volhouden dat dit acceptabel is?
Ja, er is een centraal touchscreen en dat is prima (behalve als de zon er fel op schijnt), maar de Aston is eenvoudiger te bedienen tijdens het rijden. En waar de cockpit van de Ferrari je constant wijst op zijn sportiviteit, vraagt de Aston minder van je. Wil je gewoon ontspannen cruisen? Geen enkel probleem.
Uitdagend
De Ferrari daagt je uit. De stoelen zijn harder, de besturing scherper, de motor klinkt snerpender, de respons is directer. Begrijp ons niet verkeerd: hij kán wel rustig aan doen, maar blijft toch altijd onder een soort spanning staan. Dit komt grotendeels door de motor – een V8 met vlakke krukas die wat nasaal klinkt in vergelijking met de motor van de Aston.
Verder lijken ze qua techniek sterk op elkaar: twee turbo’s, ongeveer vier liter inhoud, meer dan 600 pk en bakken met koppel. Vroeger roemden we deze Ferrari-motor om zijn bliksemsnelle reacties zonder enige vorm van turbovertraging. Maar de tijden veranderen. Ja, de Ferrari regelt het koppel geweldig, met per versnelling steeds wat meer trekkracht, maar de Aston laat dat soort technisch raffinement voor wat het is en gooit gewoon de sluizen open.

Aston heeft recent een krachtige waarheid ontdekt: te veel is heel leuk. En 800 Nm bij 2.750 toeren per minuut ís gewoon te veel. Op een hilarische manier. Je laat hem in z’n vier staan en duikt in het koppel wanneer je daar zin in hebt. Wat vaak is, omdat die grommende V8 zo geweldig klinkt en de achterkant er zo lekker op los danst.
Meesterlijk koppelmanagement
De Ferrari is zonder twijfel verfijnder, technisch beter doordacht. Het koppelmanagement is meesterlijk, de versnellingsbak met dubbele koppeling haarscherp, het gaspedaal is nauwkeuriger en de tractiecontrole subtieler – op elk gebied van de aandrijving is de Roma intellectueel superieur. Maar de Aston maakt herrie en gaat hard, terwijl hij zich met beide vuisten op z’n borst klopt. Een rauwere, primitievere ervaring.
Nu zou je kunnen denken dat de Vantage Roadster zo’n auto is die er prachtig uitziet maar verder geen manieren heeft. Zo is het nu ook weer niet. Kijk even verder dan die elegante lijnen en zie de ruige proporties – korte wielbasis, brede houding. Hij staat op de weg als een bokser en beweegt zich ook zo. Een hoek in de bocht, een beuk bij het uitkomen, een uppercut op het rechte stuk. De Ferrari is meer martial arts: balans, harmonie, precisie.
Perfecte testplek
We zijn maar weinig wegen tegengekomen die zo slingeren en hobbelen als de Whipperdale Bank. Een perfecte testplek voor een cabrio, want het onderstel staat constant onder spanning. Aston heeft de aluminium basis versterkt met extra panelen, een andere verbinding met de carrosserie, aangepaste dempers en motorsteunen. Ferrari laat minder los over wat er precies is veranderd, maar meldt wel dat de hele dorpel, de A-stijlen en de omlijsting van de voorruit zijn versterkt. Het gewicht: 84 kilo zwaarder dan de coupé. De Aston plust 60 kilo.

Over deze heidewegen verliest de Aston als eerste z’n rust. Hij wil graag zijn tanden in het asfalt zetten, maar beschikt niet over de beheersing die de coupé zo fantastisch maakt. Gevaarlijk wordt het nooit, maar hij is vager in zijn bewegingen, wat gevolgen heeft voor je vertrouwen in de auto.
Een beetje spelen met de rijmodi helpt: in Sport Plus blijft de vering redelijk comfortabel, maar is de carrosserie beduidend beter onder controle en voelt alles scherper aan. De Ferrari blijft strakker, het onderstel kan beter met de torsie overweg en hij stuurt preciezer. Wil je hard rijden op lastige wegen? Kies de Ferrari.
En? Welke auto wint?
In minder extreme omstandigheden wint de Aston, zij het nipt. Geen van beide is echt stil met het dak omhoog – weggeluiden en windgeruis dringen door de vijf lagen van de Ferrari en de acht (waarschijnlijk dunnere) van de Aston. Het onderstel van de Vantage is iets onrustiger. Althans, tot je de dempers onder druk zet in bochten. Toch: de Ferrari blijft je er constant aan herinneren dat hij een Ferrari is, de Aston kan wat beter zijn gemak houden. Wil je lekker over de Dales grommen? Dan moet je de Vantage hebben.
De Ferrari komt weliswaar minder tot rust, hij rijdt wel een heel stuk kalmer dan de Roma coupé – een bewuste keus, omdat met auto’s met stoffen dakjes veelal rustiger wordt gereden. En hij heeft een slim trucje. We dachten dat de Aston Martin met het dak open met afstand de minste turbulentie in het interieur genereerde.

Mispoes. De opklapbare wind-deflector tussen de achterstoelen van de Roma, waarvan we eerst dachten dat ie vast nauwelijks tot helemaal niet zou werken, bleek juist een meesterstukje van de aero-dynamicamensen van Ferrari.
Winnaar: Aston Martin Vantage Roadster [16/20]
Niet zo overdonderend als de Vantage coupé. Toch nog altijd een bijzonder vermakelijke auto met een beul van een motor. Technisch misschien niet zo verfijnd als de Ferrari, maar de basis klopt en hij barst uit zijn voegen van het karakter
Ferrari Roma Spider [16/20]
Een betere auto dan de Roma coupé, al is ie hectischer dan de Vantage Roadster. Maar hij mengt zijn comfort zo authentiek met zijn weggedrag dat je niet merkt waar de één ophoudt en de ander begint. Cockpit is meh, absurde prijzen
Aston Martin V8 Vantage Roadster | Ferrari Roma Spider | |
---|---|---|
Prijs (NL) | € n.n.b. | € 315.848 |
Prijs (BE) | € 215.000 | € 246.389 |
Motor | 3.998 cc, V8 biturbo | 3.855 cc, V8 biturbo |
Vermogen | 665 pk @ 6.000 tpm | 620 pk @ 5.750 tpm |
Koppel | 800 Nm @ 2.750–6.000 tpm | 761 Nm @ 3.000–5.750 tpm |
Aandrijving | achterwielen, 8v automaat | achterwielen, 8v automaat |
Acceleratie (0–100 km/u) | 3,6 s | 3,4 s |
Topsnelheid | 325 km/u | 320 km/u |
Verbruik / CO₂-uitstoot | 12,3 l/100 km, 279 g/km | 11,4 l/100 km, 258 g/km |
Gewicht | 1.665 kg | 1.556 kg |
Bagageruimte | 200 l | 255 l |