Nieuwsflits: hatchbacks met vijf deuren zijn handiger dan hatchbacks met drie deuren. Audi geeft de praktische bruikbaarheid van de A1 een oppepper met de Sportback.
 
Vijfdeurs auto’s zijn populairder dan driedeurs auto’s’, vertelt de hoge Audi-pief op een manier die doet lijken alsof de denktank van het merk hier pas net achter is gekomen. Natuurlijk was het plan al vanaf het begin om met een Sportback (dat is Audi-taal voor ‘hatchback met achterdeuren’) op de markt te komen, zoals er ook allang vijfdeurs Polo’s en Ibiza’s rondrijden. Maar een populair merk kan talloze marketinggeintjes uithalen zonder dat haar klanten er ook maar het geringste probleem van zullen maken. Het idee is dat hippe mensen een A1 kopen zodra ie voor het eerst bij de dealer verschijnt, ook al heeft ie maar drie deuren; ze kunnen natuurlijk niet achter de feiten aanlopen. Lanceer een jaar of wat later de vijfdeurs, en presto: je geeft de verkopen een frisse impuls, want iedereen wil meteen de handigere én nieuwere versie hebben.
 
Een goedkoop trucje dus, maar zo werkt het vaker in autoland. De echte vraag is: is het logisch om je driedeurs A1 te dumpen om zo snel mogelijk te kunnen genieten van de eindeloos veel hogere bruikbaarheid van deze Sportback?
 
Neuh. Zo denderend zijn de verschillen niet. De Sportback is weliswaar zes hele millimeters breder dan de gewone A1, maar de wielbasis is hetzelfde, dus qua beenruimte voor de achterpassagiers maakt het niets uit. Wel loopt het dak van de Sportback minder sterk af dan bij de driedeurs, waardoor er iets meer hoofdruimte ontstaat, maar volgroeide mensen met haar op hun hoofd zullen er nog steeds niet echt prettig kunnen zitten.
 
Je zult dus vooral voor de Sportback-variant van de A1 kiezen omdat je die extra deuren nodig hebt voor je peuters, of omdat je ‘m mooier vindt. Bij de ietwat onbestemde bruinoranje kleur waarin ons testexemplaar is uitgevoerd, stijlvol getooid met een donkergrijs dak, kunnen we ons dat laatste eigenlijk best voorstellen. De A1 Sportback oogt net even wat volwassener, wat rijper dan de driedeurs. Dat is een uitstraling die lang niet alle modellen in het zogeheten b-segment hebben.
 
Motorisch is er groot nieuws. Naast de bekende benzinemotoren – de 1.2 TFSI-instapper en de 1.4 TFSI’s met 122 of 185 pk – komt er namelijk een nieuw 1.4’tje bij. Deze levert 140 pk en maakt gebruik van cylinder on demand, oftewel cilinderuitschakeling. Op een viercilinder, inderdaad. Bij lichte belasting laten twee zuigers verstek gaan, wat uiteindelijk moet resulteren in een gemiddeld verbruik van 4,7 l/100 km en een CO2-uitstoot die onder 115 g/km komt te liggen. Nette waarden, zeker als je bedenkt dat een kleintje als de A1 met 140 pk ook nog eens aardig van z’n plek moet kunnen komen.
 
Dat laatste blijkt een flink understatement wanneer we met de nieuwe 1.4 rijden. Allemensen, wat een driftig motorblokje. De gasrespons is dusdanig direct dat de toerenteller meteen in het rood schiet zodra je je kleine teen strekt. Zo zitten we al snel met lichtelijk klamme handjes wanneer we vlak na vertrek een rotonde nemen en er gematigd vlot vanaf willen accelereren: de turbo knalt erin en de voorbanden raken meteen hun grip kwijt, waarna we met een flinke dosis koppelstuur en knipperend esp-lampje over het vochtige asfalt schuiven. Zo zeg, is dit niet een beetje overdreven?
 

 
Na een paar kilometer weten we het opvliegende gedrag van deze motor al meer te waarderen. Het zorgt er namelijk ook voor dat de A1 een ontzettend levendig autootje wordt, iets wat we bijvoorbeeld in 1.2 TFSI- of dieselvorm niet echt van ‘m kunnen zeggen. De S-tronic-versnellingsbak past goed bij het vlotte karakter, al kunnen we ons voorstellen dat je met de handgeschakelde bak vanzelf wat meer weloverwogen zult rijden – lees: wat minder bruusk op het gaspedaal zult stampen – en dus minder ‘last’ zult hebben van de plotseling aanwezige bult vermogen.
 
Op een rustig en vlak stuk weg turen we naar het schermpje in het dashboard, dat meldt dat er slechts twee cilinders actief zijn. Een beetje gas bij: nu vier. En rustig: nu weer twee. De overgang is niet te merken, en dat is natuurlijk precies zoals het moet zijn.
 
Zodra het asfalt is opgedroogd, krijgen we een serie smalle bergwegen voor onze wielen. De A1 voelt niet alleen snel aan met deze motor, hij ís het ook, en het schorre uitlaatgeluid geeft net dat extra stukje beleving dat we in een klein hatchbackje op prijs stellen. Daarom is het zo jammer dat andere elementen op dat vlak wat steken laten vallen. Zo beginnen de remmen al na een paar bochtige stukjes flink verhit te raken, terwijl we toch echt niet zulke extreme capriolen uithalen. Bovenal is de elektrische stuurbekrachtiging – daar is ie weer – wat ons betreft nog altijd niet geslaagd. De auto reageert direct op je input en er zit wel degelijk een zekere dosis gewicht in het stuur, maar het zou net zo goed zo’n force-feedback-geval kunnen zijn dat je op je bureaublad schroeft om een racegame op je pc te spelen. Het voelt allemaal wat kunstmatig en afstandelijk aan. Dat is niet per se een noodzakelijk kwaad bij dit type besturing, dus laten we hopen dat Audi druk bezig is om hier een en ander aan te verbeteren.
 
Wat de A1 – Sportback of geen Sportback – dus niet is, is een ultiem scherp scheurijzer. Dat wisten we al; daarvoor moet je nog steeds bij concurrent Mini zijn. De Audi slaat echter wel een aardige brug tussen die kleinschalige sportiviteit en het comfort van een grotere auto, en dat is lang geen gekke insteek. Er zijn immers steeds meer mensen op zoek naar een manier om kleiner te rijden, zonder er qua luxe op achteruit te gaan. Uit het onderstel blijkt bijvoorbeeld hoezeer Audi naar deze balans op zoek is: het is heus stevig en de auto ligt als een rots op de weg, maar het lijkt alsof het gerief van de inzittenden tijdens de ontwikkeling altijd net een streepje voor had. De A1 wordt nooit te hard of te stuiterig. Precies goed, zouden we haast zeggen.
 
Tel daarbij op dat ook deze Audi weer de best denkbare materialen en fabuleuze afwerking aan boord heeft, en de A1 Sportback is eigenlijk een volslagen logische auto. Wees wel gewaarschuwd: als je ‘m wilt hebben zoals ie op deze foto’s staat – mooie kleurtjes, dikke velgen, leren interieur, genoeg audio-, Bluetooth- en internetgeintjes aan boord om nooit meer uit te hoeven stappen – ben je meer centjes lichter dan je ooit had kunnen dromen.

Audi A1 Sportback 1.4 TFSI 140 pk S-tronic

 

11/20

 

Cijfers

0-100 km/u: 8,1 sec.

Top: n.n.b.

Verbruik: 4,7 l/100 km

Motor: 1.390 cc, viercilinder turbo benzine

Aandrijving: voor

Vermogen: 140 pk

Koppel: n.n.b.

Gewicht: ca. 1.200 kg

CO2: < 115 g/km

 

Prijs

NL: n.n.b.

BE: n.n.b.

 

Vonnis

Een goudbruine middenweg. Qua rijden is ie niet bijzonder, qua verfijning en afwerking wel. Een miskoop doe je hiermee niet snel; lol maken ook niet

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear