Audi levert met de nieuwe A4 Avant een auto met twee gezichten: pas op welke je neemt, want hij kan alles zijn. Of niets.
 
Audi heeft jarenlang de slogan gevoerd: ‘Schöne Kombis heissen Avant’. Dat schept dus verwachtingen voor de nieuwe A4 Avant. Nou, ‘schön’ is hij zeker. Mooie, heldere lijnen zonder al te veel poespas leveren een Audi in de beste traditie van elegante tijdloosheid op. Door z’n fraaie afgeronde hoeken en licht aflopende daklijn oogt hij kleiner dan hij is, want in werkelijkheid is hij nu even groot als bijvoorbeeld een C-klasse Estate.
 
We begonnen met de 2.0 TFSi, een nieuwe motor. Hij is gebaseerd op de bekende 1.8 TFSi en levert 211 pk vermogen en een koppel van 350 Nm bij slechts 1.500 toeren per minuut. Het is een pracht van een motor – hij klinkt heerlijk, pakt altijd en overal soepel op, kan in 6,7 seconden 100 km/u bereiken en verbruikt gemiddeld maar 6,8 liter per 100 kilometer. Je kunt met deze motor echter een enorme vergissing begaan door hem niet met vierwielaandrijving te bestellen, maar gewoon als voorwielaandrijver. Dat levert namelijk een zwaar gemankeerde auto op. Wie ook maar een zweempje van een sportieve rijstijl heeft, ziet zich bij elke bocht geconfronteerd met kruiwagens vol onderstuur en een om het minste of geringste in paniek rakend esp.
Deze Audi is het zoveelste keiharde bewijs dat een vermogen van meer dan 200 pk op alleen een paar arme voorwielen gewoon niet kan. Eeuwig zonde – van de motor, van de sportieve aspiraties van de bestuurder en eigenlijk van de hele rest van de auto.
 
Een korte rit in een andere Avant laat de andere kant van de medaille zien. Deze keer hadden we de 3.0 TDI-motor met z’n 240 pk, 500 Nm en, veel belangrijker, vierwielaandrijving en de hele elektronicariedel die Audi speciaal voor een extra fijne rijbelevenis ontwikkeld heeft. Het heet Drive Select en komt er op neer dat je via voorkeuzetoetsen kunt bepalen hoe hard je het onderstel afgeveerd wilt hebben, hoe er op het gaspedaal gereageerd moet worden, hoe veel gevoel de besturing moet doorgeven en hoe veel het esp moet toelaten. Het werkt formidabel.
 
Wil je een comfortabele, kilometervretende reisauto? Een druk op de knop en je hebt hem. Liever een bochtenmonster dat z’n honger maar niet gestild krijgt? Druk op ‘Dynamic’ en voilà: daar is-ie. Het mankeert er nog net aan dat ze de standen ‘Mercedes’ en ‘BMW’ niet hebben genoemd, maar de karakteristieken komen akelig dicht in die buurt. Het maakt van elke A4 een zalige rijmachine – ook van de 2.0 TFSi, want aan de motor ligt het echt niet.
 
Verder is over alles weer erg goed nagedacht; de achterbank kan makkelijk en vlak worden neergeklapt, er zijn allerlei mogelijkheden om bagage vast te zetten en ook iets als een elektrisch bedienbare achterklep is leverbaar. Het is jammer dat je de rolhoes die de bagageruimte afdekt elke keer weer goed naar beneden moet doen, omdat die anders een grote verdwijntruc betekent voor het zicht naar achteren. Kleinigheidje, maar toch.
 
Een A4 Avant is standaard echt niet karig uitgerust, maar wie een klein handje in de rijkgevulde koektrommel van de optielijst steekt, kan opeens heel serieuze bedragen moeten neertellen. Zo zou een Avant in onze favoriete uitvoering zomaar 22 mille meer moeten kosten dan in de basisprijslijst staat.
 
Al met al is de nieuwe A4 Avant een uitstekende auto die het in de juiste uitvoering in zich heeft de perfecte samensmelting van de eigenschappen van Mercedes en BMW te zijn, met behoud van het eigene van Audi. Een winnaar – maar dan wel met quattro en Drive Select. Medio 2008 is hij er.

 

Reacties

Meer van TopGear