Audi gaat door met het pompen van pk’s in de TT. Na de al behoorlijk dierlijke TTS is er nu de TT RS. En die is beestachtig.
 
We hebben eigenlijk nooit zo begrepen waar het ‘dameskappers’-imago van de Audi TT vandaan kwam. De allereerste TT had al 225 pk, vierwielaandrijving en een dermate gemeen (voor niet al te geoefende bestuurders althans) weggedrag dat er in allerijl een achterspoiler en esp gemonteerd moesten worden om te zorgen dat niet te veel dameskappers milieuonvriendelijk bezig waren door zich om bomen heen te vouwen. Is hij te rond dan? Ach: doe je best maar eens om een rechte lijn te ontdekken aan een Porsche 911. Hoe dan ook, Audi heeft gedurende de jaren haar best gedaan de TT wat te ontvrouwelijken, door hem steviger, stoerder en vooral krachtiger te maken. Het voorlopige hoogtepunt is de TT RS: waarschijnlijk slikken de betere coiffeurs van schrik bij de aanblik alleen al hun föhn in.
 
De brede honingraatgrille, splitter, skirts, diffusor, ovale uitlaatpijpen, matchromen spiegels en mega-achterspoiler zijn echter geen toupetjes; het zijn geen verhullingen van dingen die er eigenlijk helemaal niet zijn. De TT RS beschikt over maar liefst 340 pk en 450 Nm, doet de sprint naar 100 km/u in amper 4,6 seconden en heeft een top van 280 km/u – omdat hij op die snelheid begrensd is, welteverstaan. Een andere blijk van het feit dat het Audi menens is met deze TT is de nieuwe motor: een vijfcilinder. Inderdaad, evenveel cilinders als de oorspronkelijke Quattro en dat is geen toeval – Duitsers zijn nu eenmaal fans van nostalgie. Uitgerekend in de VW Jetta (!) die op de Amerikaanse markt leverbaar is, ligt zo’n vijfcilinder, die dus naar Ingolstadt werd gehaald.
 
Hij werd voorzien van directe inspuiting en een beul van een turbo, en leverde zo al snel het dubbele van het originele vermogen. Dé bonus: zo’n vijfcilinder heeft een heel eigen geluid, dat in de RS nog eens extra wordt aangezwengeld door een klep in de uitlaat aan de bestuurderskant. Zeker in de Roadster levert dat een geluid op waar ze in de Jellinek-kliniek een bij voorbaat kansloze afkickmethode voor trachten te ontwikkelen. Even verslavend is het prestatieniveau: de RS neemt geen bochten, hij verpulvert ze. De vierwielaandrijving, elektronica en het actieve onderstel lijken een monsterverbond tegen gripverlies te hebben afgesloten.
 
Een en ander is zo goed voor elkaar dat dit wel eens de makkelijkst te rijden sportauto ter wereld zou kunnen zijn. De handmatige zesbak schakelt voorbeeldig, de besturing is voldoende stevig en superprecies, en de remmen zijn haast even krachtig als de motor. Dankzij de adaptieve dempers kun je hem ook een alleszins comfortabele afstelling geven – je hóeft dus niet elke meter aan het stuiteren te zijn. De TT RS is briljant. Voor dameskappers? Wie dat zegt, is er zelf een.

 

Reacties