![](https://media.1815.io/topgear/i/width=424&height=239/2023/06/bmw-6-serie-cabrio-ambulance.jpg)
![](https://media.1815.io/topgear/i/width=424&height=239/2023/06/bmw-6-serie-cabrio-ambulance.jpg)
Na vier jaar opereert de tweedeurs 6-serie nog altijd min of meer onverstoord in z’n eigen hoekje van de premiummarkt. BMW vond ingrijpen niet nodig en deed slechts subtiele aanpassingen om ‘m scherp te houden. Erg scherp.
Uitdaging: noem de concurrenten van de BMW 6-serie Coupé. Neem je tijd, we wachten wel even.
Dat is nog niet zo makkelijk, hè? De Audi A5 en Mercedes E-klasse Coupé zijn kleiner en goedkoper, de tweedeurs Mercedes S-klasse groter en duurder. Auto’s als de 911 en Corvette zijn van een heel andere insteek. Eigenlijk kunnen we alleen de Jaguar XK bedenken, maar die is inmiddels zo belegen dat Jaguar ‘m onlangs met pensioen stuurde. Bovendien zal die auto een BMW-rijder niet snel aanspreken (en vice versa). Oftewel: we kunnen er niet echt iets zinnigs over zeggen.
Wanneer we ons, naarstig op zoek naar antwoorden, met deze vraag aan een hoge pief van BMW vastklampen, zwijgt hij en verschijnt er slechts een glimlach op zijn gezicht. Het is fijn om de koning van je rijk te zijn, hoe bescheiden dat domein ook is. De afgelopen jaren werden wereldwijd 85.000 6-series verkocht, waarbij een niet onbelangrijk deel op conto komt van de populaire vierdeurs Gran Coupé, die trouwens wel stevige concurrentie kent. Niet echt een volumemodel dus, de 6 Coupé. Zo is ie dan ook niet bedoeld.
Voor een 6-serie kies je als je het gemaakt hebt, maar er bepaald niet aan toe bent om, in deze meest comfortabele fase van je leven, alleen maar op je luie achterste te blijven zitten. Naast uitstraling heeft BMW dan ook vooral sportiviteit belangrijk geacht bij de nieuwe 6; dat is te merken.
Deze BMW 650i Coupé heeft een biturbo V8 die beukt als een boze gorilla, maar hij laat zich als een gisse gibbon in het rond slingeren. Hij doet er alles aan om z’n formaat en gewicht zo veel mogelijk te verhullen en tot je al te technische, korte bochtencombinaties tegenkomt, lukt ‘m dat wonderwel. Alle benzinemodellen krijgen nu standaard een sportuitlaat met een brul en een roffel, en het onderstel is zelfs in de Comfort-modus dusdanig stug dat men een stand ‘Comfort+’ nodig achtte. Ook die is bij lange na niet zo zwevend zacht als bij een 5-serie. De adaptieve besturing blijft een ferme hand vragen en werkt eerder enthousiasmerend dan ontspannend. Eigenlijk best vreemd in zo’n grote coupé, waarin rustig en weelderig cruisen toch ook een optie zou mogen zijn.
Oh, we hebben ons heus kostelijk vermaakt met de BMW 650i Coupé. Hij roept de vraag op waarom je in vredesnaam nog een flinke som geld zou bijleggen voor een M6, zo slopend snel en verbazend agiel is ie. Maar we vermoeden dat iemand die een tweedeurs auto van dit formaat koopt niet altijd wil vlammen en boenderen. Zo iemand wil soms ook wel eens onderuit zakken en verwend worden, en daar zijn andere auto’s beter in. Auto’s waarover de BMW 6-serie zich overigens geen zorgen hoeft te maken. Als koning van je eigen, kleine rijk kun je immers doen wat je wilt.
Reacties