Als miljardairs zich tussen het gewone volk begeven, kiezen ze voor de Mercedes S-klasse. De nieuwe 7-serie moet daar verandering in brengen – die ziet er dan ook formidabel uit. Maar de Jaguar XJR bewijst dat alleen een fraai uiterlijk niet volstaat.
 
Dit zijn de vaderfiguren. Deze auto’s vormen het absolute toppunt van waartoe hun fabrikanten in staat zijn – ze zijn de vlaggenschepen, de ambassadeurs van hun merk, bedoeld voor de meest uitgelezen clientèle – veeleisende, geldverspillende beroemdheden die alleen met het allerbeste genoegen nemen. Ze moeten luxueus en geluidsarm zijn, ruim en comfortabel, veilig en betrouwbaar, het juiste imago weerspiegelen en oogstrelend zijn. Bovenal dienen ze uiteraard zo efficiënt en snel te zijn als maar mogelijk is. Alleen in dat geval belandt het merendeel van de 150.000 euro die ze kosten, in handen van een dealer.
 
Nu graven die drie grote merken – BMW, Mercedes en Jaguar – de strijdbijl maar weer eens op en ditmaal doen ze dat in Dresden, in het zuidoosten van Duitsland, ter gelegenheid van de lancering van de vijfde generatie BMW 7-serie. Deze grote BMW is de ster van het programma, hij die zijn rivalen van de markt moet zien te verdringen: over enkele maanden wordt er een opgefriste S-klasse verwacht en volgend jaar komt er een geheel vernieuwde XJ, maar nu is nu. En wat de nieuwe 7 te doen staat, is korte metten maken met de huidige concurrentie.
 
We hebben de Mercedes erbij betrokken omdat die momenteel de standaard in deze klasse is, de auto waartegen BMW het zal moeten opnemen. We hebben de Jaguar erbij gehaald omdat het een van onze favorieten is, een sportieve bovendien en omdat het merk staat voor ware luxe. De vorige 7-serie was een prima auto, al was hij van binnen een beetje kil en karakterloos en van buiten nogal, eh, apart. De Jaguar daarentegen streeft schaamteloos het ideaal van een herenclub na en dat merk je. Voor een deel zal die luxe ook in de nieuwe 7 zijn te vinden.
 
Laten we eerst de specificaties maar doorlopen, voordat we aan boord gaan. In de eerste plaats de motoren: de BMW 750iL die we hier testen, heeft een volstrekt nieuwe 4,4-liter V8 met twee turbo’s tussen zijn cilinderkasten. Hij produceert 407 pk en een koppel van 600 Nm. In de 740i kun je bovendien een gloednieuwe 326 pk/450 Nm twinturbo zes-in-lijn krijgen, of in de 730d een al even nieuwe diesel met een koppel van 540 Nm. Het is nieuwe techniek, het zijn nieuwe motoren die hun debuut maken in deze 7-serie voordat ze in modellen van lagere orde terecht komen.
 
De Mercedes S500 Lang heeft een 5,4-liter met een normaal aangeblazen V8 die 388 pk en 530 Nm koppel op de weg brengt, terwijl de Jaguar is uitgerust met de verwante 4,2-liter V8 supercharger die goed is voor 400 pk en 553 Nm koppel. De Jaguar en de BMW hebben allebei een automatische zesbak, de S-klasse heeft zelfs zeven versnellingen. Alle drie hebben ze volledig onafhankelijke luchtvering en een lading aan optionele extraatjes – zodra je de gewenste optievakjes hebt aangeklikt krijg je voor geen van drieën serieus wisselgeld terug van 150.000 euro. Als dat al genoeg is. De Jaguar is uiteindelijk de goedkoopste van de drie.
‘Een verbijsterende 17 procent van alle nieuwe 7-series zal worden geëxporteerd naar China. Dat is nota bene de helft van het aantal dat naar de VS gaat’
 
Je raakt niet snel ingevoerd in alle technologie van de nieuwe 7-serie. De Dynamic Driving Control werkt samen met de Dynamische Dempingscontrole, de Integrale Actieve Besturing met snelheidsgevoelige Servotronicaandrijving en motoraangedreven vierwielbesturing, het Geïntegreerde Chassismanagement met FlexRay hogesnelheids dataoverdrachttechnologie, Dynamische Stabiliteitscontrole, Dynamische Tractiecontrole, Trailer Stabiliteitscontrole, ABS-antiblokkeerremmen met Brake Assist en Dynamic Brake Control, EfficientDynamics inclusief Brake Energy Regeneration, iDrive met geïntegreerde handleiding, stemherkenning, ConnectedDrive en BMW Assist-telematica inclusief BMW Online (het eerste onbeperkte internetsysteem in een fabrieksauto), BMW Teleservices en BMW Tracking, een beeldscherm in de voorruit, radargestuurde Automatic Active Cruise Control met optionele Stop&Go voor filevrije wegen, waarschuwing bij het verlaten van een rijstrook, verkeersbordherkenning voor automatische maximumsnelheidindicatie, parkeerhulp met achter- en zijcamera’s, Night Vision, elektronische handrem met hellingstand, verstelbare Xenon-straalkoplampen met lichtstraalafbuigingsmogelijkheid en standaard Dynamisch Actieve Keukenspoelbak Assistentie Controle met Actieve Automatische Kraanbediening en Actieve Stopverwijderings Telewaarschuwing en Dynamische Water Uitstroom Modulatie Spoelbak Instelling.
 
Waarom zit dat er allemaal op? Kennelijk wil de klant dat. Vooral klanten in het Midden- en Verre Oosten. Een verbijsterende 17 procent van alle nieuwe 7-series zal worden geëxporteerd naar China. Dat is nota bene de helft van het aantal dat naar de VS gaat en veel meer dan naar welk ander land ook, inclusief Duitsland zelf.
 
Als je de drie auto’s in het echt ziet, gebeurt er iets interessants. De nieuwe 7 is absoluut fraaier dan het oude model, dat – oké, om het eens niet al te subtiel te verwoorden – spuuglelijk was. Dit model, getekend door ontwerpdirecteur Adrian van Hooydonk, heeft veel bevalliger proporties en is voorzien van een interessant lijnenspel dat hem een voorwaartsgericht, gretig uiterlijk bezorgt. De grote niervormige grill aan de voorkant doet het goed en de neus doet van opzij een beetje aan een Maserati denken. BMW geeft Mercedes qua schoonheid het nakijken, in mijn ogen althans.
 
De S ziet er in dit gezelschap gewoontjes uit, met een hangkont, terwijl de Jaguar magisch overkomt – strak, katachtig, spijkerhard. Wat het interieur betreft zou je kunnen stellen dat de Jaguar het warmst overkomt en het fraaiste ontwerp heeft. Het is eenvoudig – dat is het sleutelwoord – dashboard en raamstijlen zitten hoog, de stoelen laag en het bedieningspaneel met alle instrumenten is weggewerkt in twee eenvoudige bogen. Alles bekleed met hoogkwalitatief leer en duur stiksel en – afgezien van de goedkopige zwarte pookjes en knopjes, geen enkel blijk van knieperigheid. Bovendien is hij ruim zat.
 
De cockpit van de Mercedes is eveneens comfortabel; een rustgevende plek. Het eenvoudige, veelomvattende dashboard functioneert uitstekend en aan de opmerkelijke versnellingspook raak je razendsnel gewend. Ook hier is alles prachtig gemaakt en werkt het soepel en nauwkeurig.
 
Hoe zit het met de BMW? Het valt niet mee om je door deze auto omgeven en verwend te voelen – comfortabel wel, in de watten gelegd niet. De lichtgebruinde teint van de bekleding van onze testauto is ook al geen opsteker. Onwillekeurig vind je het kale dashboard met zijn lange rechte lijnen en scherpe hoeken niet passen bij een luxeauto en de versnellingspook is domweg lelijk. Het iDrive-systeem is echter revolutionair – veel gemakkelijker en vanzelfsprekender dan eerst en weergegeven op een hoogresolutiescherm van 26 cm. Op het gebied van inbouwtechnologie ligt BMW vermoedelijk vijf jaar voor op andere fabrikanten. Het besturen van deze auto’s is niet inspannend. Ze zijn stuk voor stuk geweldig, verslavend zelfs. Net als meestal bij dit soort proefritten zou je de beste kwaliteiten van de drie willen samenbrengen.
 
We reden een traject van slingerende snelwegen, provinciale wegen en Autobahn en moesten concluderen dat de wegligging van alle drie uitstekend is en dat ze nauwelijks voorstelbare snelheidswisselingen boven de 130 km/u aankunnen. De Jaguar voelt het lichtst aan en dat is hij ook: zijn aluminium kooi levert een gewichtsbesparing van 300 kilo ten opzichte van de andere twee. Bovendien is het de meest natuurlijke auto met het meeste contact – je stapt in en je zit onmiddellijk in de beleving –, elk instrument voelt magisch aan, alles is gericht op de chauffeur en meesterlijk afgesteld, en het rijdt fantastisch door de ongelooflijk strenge zelfbeheersing van de auto en zijn gigantische 20-inch wielen. Als je een chauffeursauto zoekt, dan is de Britse machine alles wat je nodig hebt.
 
Geen van beide Duitsers kan zich meten met de chassisbalans van de Jaguar, maar de Mercedes probeert dat ook niet. Die heeft rijkwaliteit namelijk als hoogste prioriteit en op de klinkerwegen en de gebutste straten van Dresden streek hij alle oneffenheden best glad. Hij deed het zonder gewiebel of gezweef, maar strak en zonder gedoe – je kunt je niet voorstellen dat Mercedes de rijkwaliteit van deze auto nog kan overtreffen. De BMW rijdt ook niet slecht, maar die is zelfs met de vering in de comfortstand niet van plan je zo’n spiegelgladde rit te bezorgen.
 
De Mercedes is ook de beste auto om als passagier in mee te rijden – het stilst, het soepelst, het aangenaamst op de achterbank. Als je uit de Mercedes overstapt in een van de andere auto’s en hard de snelweg op scheurt, merk je dat de deurstijlen van de BMW en de Jaguar je gaan ergeren en begin je je af te vragen of er een rubber stuk is. Het is alleen de alchemie van Benz die het geruis van de wind zo knap weet weg te krijgen. In de Jaguar begin je de wind bij 80 km/u te horen. Het is een oud ontwerp waarvan de zijspiegels alleen al veel herrie lijken te veroorzaken. Het geluid van de banden en de vering worden in de 7 extreem goed onderdrukt – beter dan in de Mercedes, eigenlijk.
‘De BMW 7-serie die ik graag zou bezitten, zal toch eerst heel wat van die ingewikkeldheid moeten zien te lozen’
 
Waar de BMW het best in is, is het leveren van vermogen – de nieuwe V8-twinturbo is verbluffend soepel en ongekend krachtig. In de overdracht van de stuwkracht zit niet de geringste hapering en bij hoge toerentallen klinkt het schitterend. De BMW is op zoveel terreinen beter dan de Mercedes en de Jaguar dat je met recht zou kunnen zeggen dat het de beste auto aller tijden is. Maar – en je wist dat die ‘maar’ eraan zat te komen – maar hij heeft een gebrek aan warmte, hij heeft een gebrek aan charme en op het eerste gezicht heeft hij een gebrek aan alles waar je verliefd op zou kunnen worden.
 
Knerpend nieuwe technische snufjes zijn, zelfs in grote getale, geen equivalent voor luxe. Luxe kan per slot van rekening evenzeer een kwestie zijn van dingen weglaten als van dingen toevoegen. Eenvoud, zelfvertrouwen, compromisloosheid en leren van het verleden tellen ook. De andere twee auto’s in deze test hebben dat vertrouwen volledig – ze vertrouwen op tientallen jaren ervaring en doelgerichtheid.
 
Je zult de Jaguar waarderen om zijn ouderwetse charme, zijn gratie en tempo, zijn degelijkheid en eenvoud, zijn herenclubcabine en zijn ongelooflijke wendbaarheid. Je zult de Mercedes waarderen om zijn fluisterstilte en comfort, zijn onnadrukkelijke statigheid op de weg en de slimme eenvoud van zijn cabine – en natuurlijk vanwege het prestige van die ster op zijn neus.
 
Hoe snel en vaardig de BMW ook is, dat soort liefde roept hij bij niemand op. De mensen die hem hebben ontworpen, zijn onwaarschijnlijk getalenteerd en ze weten alles wat er op het gebied van autotechniek valt te weten. Maar ze weten misschien niet genoeg over ware luxe. Luxe is niet iets dat je kunt afdwingen door ergens met een hightech-hamer tegenaan te slaan. Het is niet iets dat je oproept door alle beschikbare technische snufjes toe te passen in de hoop dat ze meerwaarde zullen opleveren. De fraaie complexiteit van het lijnenspel van de BMW herbergt een complexe inborst die bestaat uit honderden elementen en dat vinden we in het westen te veel, hoezeer de Chinezen en de Russen er ook van genieten. Leidt ons niet af, zorg dat we op ons gemak zijn.
 
De BMW 7-serie die ik graag zou bezitten, zal toch eerst heel wat van die ingewikkeldheid moeten zien te lozen. Ik wil schokdemping met niet meer dan één stand, en wel die ene die volgens de techneuten de beste balans levert tussen rijcomfort en bedieningsgemak. Ik houd ervan als het sturen niet actief is, maar reactief en direct en gevoelvol. Aan dat agressieve oplopen van het toerental zal je op den duur best wennen, maar als je net uit een auto bent gestapt met zulk voortreffelijk stuurwerk als de Jaguar, is het zinloos en maf.
 
Ik wil vooral een 7-serie die mijn hart steelt en niet eentje die mijn bewondering opwekt. Het is geen technisch wissewasje om een luxeauto gevoel mee te geven – een ziel. Maar het is wel iets dat de ontwerpers van BMW zouden kunnen als ze de kans kregen van de marketingafdeling. De uitgangspunten zouden dan eenvoud en een enkelvoudig doel moeten zijn.
 
Niettemin is de nieuwe 7-serie een machine met zo’n breed scala aan kwaliteiten dat hij de Jaguar XJR tot wanhoop brengt zonder zich noemenswaardig in te spannen. De Brit weert zich dapper, maar zijn opvolger moet niet lang op zich laten wachten – het is domweg een verouderd model, niks meer en niks minder. Wat de Mercedes betreft: de BMW is sneller, technisch beter, moderner, fraaier en leuker om hard in te rijden.
 
Maar toen het Top Gear-team in Dresden de vraag kreeg voorgelegd: ‘In welke auto zou je nu het liefst naar huis willen rijden?’ waren we het allemaal eens over de Mercedes. Hij oogt van buiten niet kil, is prachtig, eenvoudig en elegant. Jazeker, hij is luxueus. Je zakt diep weg in de leren zetels, je gebruikt hem als een hulpmiddel en hij behandelt je met het respect dat je verdient nadat je 140.000 euro voor hem hebt neergelegd.
 
De S-klasse krijgt binnenkort een facelift en een update, maar dat heeft hij niet eens nodig om deze strijd in zijn voordeel te beslechten. Ja, hij heeft zelfs de grootste, nieuwste en geweldigste BMW verslagen. Mercedes begrijpt namelijk echt hoe ze zo’n auto moet maken. Als je aan boord klimt, besef je vrijwel onmiddellijk dat je het keizerrijk Benz hebt betreden en dat alle goedkopere modellen uiteindelijk ook zo zullen worden uitgerust. BMW daarentegen heeft de M3 centraal staan en probeert die in zijn mindere modellen na te bootsen. De S500 heeft alles wat je van een auto zou kunnen verlangen. Omdat Mercedes weet hoe het hoort.

Reacties

Meer van TopGear