Iemand bij BMW vindt dat de X6 het antwoord is. Probleem is alleen dat niemand meer kan bedenken wat de vraag ook weer was. Als jij dat nog even probeert te bedenken, dan gaan wij er een blokje mee om.
Mode is een broze kwestie. Maar BMW houdt zich niet echt bezig met mode. Stilistisch arrogant, ja. Controversieel, ja. Maar je ziet BMW nooit achter een trend aanjagen of een extra model aan het gamma rijgen op een aangepast platform. Dus heeft die hele explosie van crossovers die net geen 4×4’s zijn, BMW ingehaald toen ze zich aan het voorbereiden waren op hun eigen aanval op dit ietwat nevelige terrein. Vandaar de nieuwe X6. Hoewel het gerechtvaardigd is om te zeggen dat als de Ford Kuga aan het ene eind van de schaal zit, dat dan de BMW zowel er een beetje boven zit qua techniek en kosten, en er iets onder wat betreft het ontwerp.
BMW noemt de vierpersoons hatchback een ‘Sports Activity Coupe’, de eerste in zijn soort, een technische krachttoer. Hoe ik hem noem, staand in een hinderlijk klam South Carolina bij de BMW-fabriek in Spartanburg – met een jetlag waarvan je zou kunnen gaan hallucineren – is: tenenkrommend lelijk. Ik moet er eigenlijk zelfs van vloeken en dan niet vanwege verrast ontzag zoals BMW wellicht had gehoopt. Het is niet voor het eerst dat BMW zijn designsmaak er in probeert te rammen met esthetisch gewaagde auto’s, maar de X6 ziet er bijna opzettelijk vreselijk lelijk uit. Na ongeveer vijf minuten kijken, zoek je nog steeds hopeloos naar redding. En doorgaans ben ik juist dol op vreemde modellen.
Kijk nou zelf. BMW heeft het over ‘een vierdeurs coupé’ die profiteert van de eigenschappen van de X-reeks. Zo, dus in essentie is de X6 een halfbloed nazaat die het gevolg is van een ongelukje tussen een SUV (X5) en een 6-serie coupé. Wat deze uitermate ongelukkige combinatie oplevert is een auto die probeert overal en nergens op te lijken: bovenop zijn het de vertrouwde vormen van een vierdeurs; daaronder is het een op de weg georiënteerde sport-SUV met dikke bumpers en enorme wielkasten die de 20-inch lichtmetalen velgen helemaal inslikken en er kleiner uit laten zien.
Er lijkt niet één invalshoek te zijn waarbij alles bij elkaar past. Er mankeert niets aan welk van de individuele bestanddelen ook, maar het lijkt alsof ze gewoon niet bij elkaar willen horen om er een geslaagd geheel van te maken. Ik zeg niet dat er niets spannends is te zien – deze auto kan je aandacht minutenlang vasthouden – maar die tijd verstrijkt niet in bewondering, maar in verbazing over de pijn aan je ogen en plannen hoe je dat nare ding van je netvlies kunt krijgen. De meeste auto’s hebben zo’n hoek waaronder ze het meest gunstig uitkomen, waar je je even kunt verlekkeren en de details in je kunt opnemen. Maar de X6 lukt dat niet. Als ik navraag doe onder Amerikaanse passanten lijkt de auto hen koud te laten, en dat is verrassend voor zo’n uitbundige natie als je vraagt wat ze vinden van een in de VS gebouwde auto.
‘De meeste mensen weten gewoon niet wat het is. Opmerkelijk genoeg – voor een nieuwe en natuurlijk kostbare BMW – schijnt het niemand echt te interesseren’
‘Is het een sporttruck of iets anders?’ vraagt een congresbezoeker naast onze hotelingang, met een badge op zijn borst waarop te lezen is dat hij ‘Bryan with an Y’ heet. ‘Ik weet het niet,’ antwoord ik, ‘al heeft hij vierwielaandrijving en een twinturbo 4,4-liter V8, dus dat sport komt aardig in de buurt en hij is behoorlijk groot, dus dat van die truck kan ook positief worden beantwoord.’
‘Uh-huh. Een 4.4 V8, zeg je?’ vraagt hij.
‘Yep’, antwoord ik zelfverzekerd.
‘Waarom wordt-ie dan 50i genoemd?’
‘Ik uh…’
Dat is de reactie op de X6. De meeste mensen weten gewoon niet wat het is. Opmerkelijk genoeg – voor een nieuwe en natuurlijk kostbare BMW – schijnt het niemand echt te interesseren. Maar gelukkig, als je in het interieur duikt, dat je nauwelijks kunt onderscheiden van de X5 (met uitzondering dan van de achterruit waardoor je, wat je ook probeert, met geen mogelijkheid iets kunt zien), dan wordt het oneindig veel beter. Zoals dat geldt voor alle BMW’s, lijkt de werkelijke kracht eerder zijn rijgedrag te zijn dan zijn uiterlijk. Dit ding herdefinieert wat een auto met weergaloze rijkwaliteiten kan doen om, laten we zeggen een M3-eigenaar, in verlegenheid te brengen.
Hier in South Carolina heb je twee typen wegen: het typisch Amerikaanse rasterwegennet met vele 90-graden kruisingen met verkeerslichten en veel gemopper van de gigantische, 335 mm achterbanden, en de bochtige wegen van de Blue Ridge Mountains. Het probleem is alleen dat juist op dit moment, 1 april 2008, de lager gelegen gedeelten van South Carolina gebukt gaan onder de aanvallen van een tropische stortbui die de bergen bedekt met een mist waar de Bermuda-driehoek jaloers op zou zijn. Als je een beetje een lompe 4×4 moet testen, is er waarschijnlijk geen betere plek te vinden.
Dus lummelen we rustig aan door Carolinische voorsteden, ons verbazend hoe BMW het kunstje heeft geklaard om de ‘bevel’-positie (in de woorden van BMW) te combineren met de lage zithouding van die van een snelle sedan. Al snel verlaten we de voorstadjes en zodra de weg klimt naar het natuurpark Caesar’s Head flankeren spookachtige bomen een opmerkelijk goed en verkeersvrij stuk asfalt dat bergopwaarts gaat. Er is niet veel te zien in deze naargeestige nevel, dus gaat alle aandacht uit naar de auto – vooral omdat hij de enige is die hier geluid veroorzaakt. En wat voor geluid.
Deze X6 xDrive 50i is uitgerust met de nieuwe twinturbo versie van de 4,4-liter V8 die 407 pk ophoest en 600 Nm aan koppel. Omdat de turbo’s keurig zijn opgevouwen tussen de ‘v’ van beide cilinderrijen is het blok uiterst compact gehouden. Hij klinkt prachtig in deze merkwaardig geluidloze omgeving, door een contrast te bieden aan alle zompige mist en de bomen die slechts kortstondig in beeld zijn. Hier gaat een helderrode X6 die op wrede wijze het muzikale panorama verpulvert met een basachtige doodsangst. En het is een goede auto om in te rijden bovendien. Vergelijk het met een 335i met ietsje meer ballen. Oké, je verliest iets van de reactie op het gas ten opzichte van een motor zonder turbo, maar wat je tekort komt in directe respons, krijg je ruimschoots terug in de vorm van onmiskenbare spierkracht in het middengebied.
‘De X6 is al met al een allegaartje. Hij oogt plomp, extreem oncomfortabel. Persoonlijk gruw ik er van. Maar hij rijdt spectaculair goed’
Het komt goed van pas dat ondanks de nattigheid en een meedogenloze weg – als de mist dicht is en de gemiddelde snelheid relatief hoog – de X6 berekend is op dergelijke erbarmelijke omstandigheden. Denk maar aan een X5 op spikes, zo ongeveer. Nu is de X5 een behoorlijk indrukwekkende auto, maar de X6, onder bepaalde condities, kan hem er uit laten zien als een stakkerig oud mannetje.
Insturen verloopt behoorlijk direct, zelfs met de optionele snelheidsafhankelijke bekrachtiging, maar indrukwekkender is wat er onmiddellijk daarna gebeurt. Om te beginnen helt hij weinig omdat hij dezelfde stabilisatorstangen heeft als de X5, precies genoeg om het niet onnatuurlijk aan te laten voelen. De X6 gedraagt zich in bochten meer als een sportwagen dan menige sportsedan en met absoluut voldoende grip onder vrijwel alle omstandigheden. Ik vergde het uiterste van hem in de nattigheid, smeet de linkerwielen door plassen water om te zien wat er zou gebeuren, remde op verkeerde momenten en stuurde sowieso lomp, maar de X6 bleef kaarsrecht.
De enige manier om te ontdekken hoe de nieuwe xDrive-vierwielaandrijving en het Dynamic Performance Control (DPC) systeem werken, is door hem tamelijk achterlijk in een natte, krappe bocht te smijten. En dan realiseer je je hoeveel slimme elektronica ze hebben verweven in het hart van deze auto. De xDrive voelt niet aan als andere vierwielaandrijfsystemen – door z’n tikje neutralere en vele malen natuurlijker werking. Je voelt de DPC het koppel verdelen over de aandrijflijn en er voor zorgen dat er zowel momentum is als grip, altijd een ietsepietsje onderstuur toelatend. Het klinkt misschien idioot, maar hij lijkt op de oude R34 Skyline GT-R, maar dan met betere vering. Echt waar. Stabiel lijkt een suf woord om de rijervaring te beschrijven, maar stabiel betekent vertrouwen. Vertrouwen betekent ontstellend snel onder alle weersomstandigheden.
De X6 is al met al een allegaartje. Hij oogt plomp, extreem oncomfortabel. Persoonlijk gruw ik er van. Maar hij rijdt spectaculair goed en is absoluut anders in een segment waarin het wemelt van de saaie, praktische auto’s. BMW gaat elk exemplaar verkopen dat ze kunnen fabriceren. Dus wordt hij het meest succesvolle fiasco waarin ik ooit heb gereden.
Reacties