BYD Dolphin review: Hoe rijdt een van de goedkoopste EV’s van Nederland?

We dachten dat we na topografie in groep acht wel klaar waren met rijtjes namen uit ons hoofd leren, maar we mogen weer opnieuw beginnen door de vloedgolf aan nieuwe merken uit China. Eén van de merken die (in tegenstelling tot veel andere) goed van de grond lijkt te komen, is BYD. Niet gek ook, want ze waren zo slim om Louwman (bekend als importeur van Toyota en Lexus) aan te haken als verkopende partij.

Eind 2023 bestaat het gamma al uit vijf elektrische modellen, waarvan deze BYD Dolphin de kleinste is. De Dolphin mag je zien als de lagere versie van de Atto 3 en hij is onderdeel van de zogenoemde oceaanreeks. In deze serie krijgen we ook de Seal. In andere landen verkoopt BYD bijvoorbeeld de Sealion en de Seagull.

Het is maar goed dat niet alle autofabrikanten de naam te letterlijk doorvoeren in het interieur; anders zou er een permanente zwavellucht in de Renault Wind hangen en alle hooikoortspatiënten zich een ongeluk niezen in de Dacia Spring. Maar in de Dolphin kan het niet veel kwaad: de deurklinken binnenin hebben de vorm van een dolfijnflipper en in de middenconsole kun je ook het slimme zoogdier herkennen.

De cabine van de BYD Dolphin is prima in orde

Het scherm op de middenconsole kan – net als in andere modellen van BYD – een kwartslag draaien. Je moet alleen geen gepolariseerde zonnebril dragen, want dan zie je plots niets meer op het display. Het is verder een nogal smaakgevoelig interieur, maar op wat hard plastic na lijkt het kwalitatief in orde.

De rugleuning van de stoel is erg fijn; de zitting mag wat langer. Voor je gevoel zit je nogal ingebouwd, onder meer door hoe het dashboard naar je toe komt, dus daar moet je van houden. Gevoelsmatig zit je in een formaatje Polo, maar volgens BYD is de Dolphin echt een C-segmenter. Er zijn concurrenten die vanbinnen een stuk ruimtelijker aanvoelen.

We missen het spuitgat op zijn hoofd

Aan de buitenkant zou je nog een BYD’tje van een dolfijn moeten herkennen, maar wij zien het niet. Sowieso is het een design dat niet per se gericht lijkt te zijn op de Europese markt. Iets waar wel meer Chinese modellen last van hebben. Wel speciaal aangepast voor Europa is het onderstel.

Voor ons relatief kleine maar kritische marktje monteren ze bij BYD een multi-link ophanging en passen ze de hardheid van het geheel aan. Blijkbaar hebben Europeanen een voorkeur voor een wat stugger onderstel.

Dat we dit onderstel bij een circuit op een behendigheidskoers mogen proberen, schept hoge verwachtingen qua sportiviteit. Maar gelukkig voor je rug valt het allemaal mee; de Dolphin voelt vooral aan als een heel doorsnee hatchback met genoeg comfort en genoeg atletisch vermogen om niet om te vallen bij een rotonde.

De eerste indruk van de BYD Dolphin

Een definitief oordeel kunnen we pas vellen als we ermee op de openbare weg hebben gereden. Met een 0-naar-100-tijd van 7,1 seconden moet je in ieder geval goed met het verkeer kunnen meekomen en de actieradius van 427 kilometer valt ook niet tegen. De instapper komt trouwens maar 340 kilometer ver, maar heeft wel dezelfde 0-100-tijd.

De eerste indruk van de BYD Dolphin is geen slechte. We vermoeden zo dat het uiterlijk in veel gevallen niet per se de doorslaggevende factor zal zijn, maar dankzij ze gunstige prijs van de kleine hatchback zal BYD hier best wat klanten tevreden kunnen stellen. De goedkoopste kost hier 29.990 euro en dan krijg je nog bijna 3.000 euro cadeau van de overheid als particulier.

Specificaties van de BYD Dolphin Comfort(2023)