De tijd is er rijp voor: genieten van autorijden in z’n puurste vorm. Van complex naar goedkoop, zo luidt het motto van deze revolutie.

Maak je geen zorgen. Dit is geen dubbeltest waarbij we ‘iets’ vergelijken met ‘iets compleet anders op één detail na’. Ik noem bijvoorbeeld de Toyota Aygo versus de Ferrari FF; allebei vierzitters, maar welke is de beste?

De conclusie van testen als deze ligt voor de hand. Als je een stadsauto wilt waarmee je op krappe plekken kunt parkeren, moet je de Aygo hebben, maar wil je met 250 kilometer per uur over het circuit, dan kun je beter de Ferrari kiezen. Dus laten we alvast duidelijk zijn: als je een betaalbare lichtgewicht auto wilt voor een zomerweekeinde, neem dan de Caterham Seven 165. Heb je behoefte aan een warme hatchback met plek voor vijf personen, koop dan de Suzuki Swift Sport.

Toch hebben deze twee meer overeenkomsten dan alleen de kleur. Allebei zijn ze zeer licht, voorzien van een Suzuki-motor en kosten rond de 25 mille. Als je zelf bereid bent nog wat te sleutelen kost de Caterham 14.996 pond (iets meer dan 17.000 euro) – kant-en-klaar kost de Caterham in Nederland ongeveer 27.500 euro. De prijs in België zal er wel iets onder liggen. De Suzuki Swift Sport in driedeurs uitvoering is er in Nederland vanaf 22.999 euro en in België vanaf 15.969 euro. Maar de echte overeenkomst tussen de twee zit ‘m in de filosofie die erachter schuilgaat. Deze auto’s houden het simpel; back to basics is waar het om draait. Gewone, eerlijke old-school kwaliteiten en nergens ook maar een hint van een adaptief chassis of dubbel gekoppelde bakken.

Eigenlijk alles wat snelheid in de weg kan staan, is geschrapt. De Swift heeft een 1,6-liter viercilindermotor zonder turbo, die 136 pk aan de voorwielen levert. De Caterham beschikt over een bescheiden 80 pk uit z’n driecilinder die eveneens van Suzuki afkomstig is. Beide auto’s maken optimaal gebruik van het beschikbare vermogen door het gewicht tot een minimum te beperken. De Swift weegt 1.015 kilo en de slanke Seven slechts 490 kilo. Samen wegen ze ongeveer zo veel als een Opel Astra OPC.

Over die geweldige OPC gesproken: de Swift Sport herinnert ons aan het feit dat een hot hatch geen honderden pk’s hoeft te hebben, geen turbo’s ter grootte van een bowlingbal en ook geen diffs om wielspin te onderdrukken. De kleine Suzuki is zeker niet zo snel dat je gezicht er raar van gaat plooien, maar hij maakt dat goed door op een duidelijke manier z’n werk te doen. Alle bedieningselementen zitten op de juiste plek en de directe wijze waarop de Swift reageert, is een verademing in vergelijking met de bemoeierige, indirecte respons van het stuur en de pedalen die je in de meeste hete hatches krijgt. De Suzuki voelt als een aangename tijdsprong terug naar de jaren tachtig en de net geïntroduceerde vijfdeurs doet dat net zo goed als de driedeurs versie.


Context is alles bij het testen van auto’s. Als je in de Swift stapt na een rondje in een andere moderne hete hatch, dan voelt de Suzuki aan als de lichtste en meest compacte auto. Rijd je in de Swift na een stukje blazen in de Caterham dan voelt het, zonder overdrijven, alsof je in een Range Rover zit. De Seven lijkt ernaar gestreefd te hebben zo min mogelijk auto te zijn zonder in de natuurkundige zin op te houden te bestaan.

Dat heeft zo zijn voor- en zijn nadelen. Nadeel: de snelweg. Op een drukke driebaansweg zit de Doodsengel naast je, paraat om je geest mee te nemen als je door een dagdromende SUV-bestuurder wordt platgereden en over twee kilometer asfalt wordt uitgesmeerd. Voordeel? Hij is net zo weinig ontwikkeld als een weekdier, maar levert wél een vat vol plezier. In een serie strakke bochten zul je jezelf erop betrappen dat je zit te grinniken; al je zintuigen op scherp als ware je een speurhond.

'In deze auto's vorm jij als bestuurder het belangrijkste component in plaats van dat je passagier bent van een stuk technologie'

Dit is niet omdat het weggedrag van de 165 zo messcherp is. Dat is het namelijk niet. In plaats van de De Dion-as die de sterkere Caterhams hebben, moet de 165 het stellen met een simpele achteras uit een Suzuki-busje. Ook de hulp van een differentieel ontbreekt. Dit betekent dat de Seven met z’n kleine bandjes de grip aan de achterkant a) heel erg snel, en b) vrij willekeurig verliest. Deze eigenschappen mogen de pret echter niet drukken.

Aangezien je achterste precies tussen die twee slippende achterwielen gepositioneerd is, kun je geweldig goed opereren op de rafelige grenzen van het mogelijke. De wereld heeft behoefte aan dit soort auto’s. De moderne scheurijzers met hun stabiliteitscontrole en adaptieve onderstel geven je altijd het geruststellende gevoel dat alles onder controle is, tot het moment dat de natuurkunde zijn werk gaat doen. Daar rijd je dan met 130 een haarspeldbocht in, terwijl je niet het talent bezit om de auto door de bocht te leiden. De Caterham doet het tegenovergestelde. Hij herinnert je constant aan het feit dat een catastrofe slechts een paar seconden van je verwijderd is. Dit klinkt misschien niet echt als een compliment, maar dat is het wel.

Na een dagje razen en scheuren over de meest bochtige weggetjes van Engeland bekruipt mij de volgende gedachte: als een Chinese fabrikant zonder grote sportieve historie de Caterham 165 zou presenteren als de toekomst van de lichtgewicht sportauto, zouden ze dan hoongelach ontvangen? Ik vrees van wel. De Seven is nu eenmaal droevig achterhaald, of gewoon droevig. Kijk maar eens naar de achterlichten, die zijn net zo geavanceerd als die van een Duplo-autootje. Of het dak waarvoor je een paar uur moet uittrekken om het dicht te krijgen. Vergeet ook niet de bloederige vingers en het gescheld dat erbij komt kijken. De bediening van de pedalen vormt eveneens een heuse uitdaging. Heb je puntige geitenpoten dan kun je prima uit de voeten, maar met normale schoenen moet je moeite doen met je linkervoet alleen de koppeling in te trappen en niet de rem of nog erger, het gaspedaal.


Ondanks het verslavende element van z’n simpelheid is de 165 als weekendspeeltje voor de meeste mensen waarschijnlijk iets té Spartaans. De Caterham is voor 2014 het meest extreme voorbeeld van het schrappen van onnodige onderdelen.

De Swift gebruikt hetzelfde motto maar vertaalt dat in een versie die ook voor alledaags gebruik geschikt is. Minder gewicht betekent meer snelheid met minder pk’s en ook belangrijk: je ruggenwervel wordt niet tot appelmoes gestampt als je over een putdeksel racet. Minder technologie betekent dat jij als bestuurder het belangrijkste component vormt in plaats van dat je passagier bent van een stuk technologie.

Neem de Mercedes A 45 AMG, een technisch hoogstandje in alle opzichten. Een auto die maar liefst 360 pk perst uit een 2,0-liter (twee-liter!) viercilinder turbomotor, die op de weg overgebracht worden door een zeventraps transmissie met dubbele elektrisch aangedreven koppeling. Daarbij hoort vierwielaandrijving met een multiplate-koppeling die slip in de voorwielen detecteert en vervolgens kracht overzet naar de achterwielen. Tel daar nog een berg tractiecontrole plus stabiliteitssoftware bij op, en je hebt meer elektronica dan in het hele ISS. Als die software goed zijn best doet, heb je in de A 45 een duizelingwekkende hoeveelheid vermogen en grip.

Wat gebeurt er als je die AMG scherp naar rechts stuurt om een verlaten, kleine rotonde te nemen? Eerst krijg je te maken met onderstuur, omdat de motor voorin zit en de aandrijving normaal gesproken op de voorwielen wordt overgebracht. Dit gebeurt ook in de Swift, maar dan een stuk minder snel. Daar waar je dit in de Suzuki ondervangt met een voorzichtige duw op het rempedaal of een wat minder voorzichtige ruk aan het stuur, wil de AMG jouw dilemma zelf oplossen. Eerst gaat er abrupt vermogen naar de achteras en een paar milliseconden later past ie slimme tractiecontrole toe om wielslip te voorkomen. Als je echt geluk hebt, schakelt hij ondertussen ook nog een paar keer, want de A 45 is van mening dat je beter in een andere versnelling kunt rijden. Het nettoresultaat is een snellere bocht dan met de Swift Sport (niet alleen omdat je bijna drie keer zo veel vermogen hebt), maar intussen heb je zelf bijna niets gedaan. Net als in de Caterham legt de Suzuki je lot in je eigen handen, of je daar nou blij mee bent of niet.

TopGear is niet tegen technische ontwikkelingen, of welke vorm van hulp aan de bestuurder dan ook. We hebben grote bewondering voor een Mercedes S-klasse of een BMW 7-serie, die een Berlijnse muur vormen tussen de bestuurder en de rommelige wereld van verkeer en herrie eromheen. Maar dit zijn luxe limo’s: het creëren van een toestand van verdoving zijn hun raison d’être. Technologie moet op de juiste wijze toegepast worden. In een hete hatch wil de bestuurder zich verbonden voelen met de weg. Complexiteit vormt een barrière tussen de sentimentele mens en de stampende motor. Less is more: zowel de Seven 165 als de Swift Sport zijn er prachtige voorbeelden van.


Caterham Seven 165



Prijs: ca. € 27.500 (NL) / n.n.b. (BE)

Motor: 660 cc, driecilinder turbo, 80 pk @ 7.000 tpm, 107 Nm @ 3.400 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 6,5 s, top 160 km/u

Aandrijving: achterwielen, handgeschakelde vijfbak

Verbruik (gemiddeld): 4,9 l/100 km

CO2-uitstoot (gemiddeld): 114 g/km

Afmetingen (l x b x h): 3.380 x 1.575 x 1.115 mm, wielbasis 2.235 mm

Gewicht: 490 kg

 



Suzuki Swift Sport



Prijs: € 22.999 (NL) / € 15.969 (BE)

Motor: 1.586 cc, viercilinder, 136 pk @ 7.000 tpm, 160 Nm @ 4.000 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 8,7 s, top 195 km/u

Aandrijving: voorwielen, handgeschakelde zesbak

Verbruik (gemiddeld): 6,4 l/100 km

CO2-uitstoot (gemiddeld): 147 g/km

Afmetingen (l x b x h): 3.890 x 1.695 x 1.510 mm, wielbasis 2.430 mm

Gewicht: 1.015 kg

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear