Dacia Spring Business

Het was nog maar nét een paar dagen lente en ja hoor: daar was de dag dat we de eerste kilometers met de Dacia Spring konden maken. Als je nog dacht dat er zoiets als toeval bestaat: verre van. Maar goed, bij de lente hoort nieuwe hoop, nieuw leven. En bij de Dacia Spring gaat het om een nieuwe auto die nog weleens belangrijker kon zijn dan je zou denken. Het is namelijk niet alleen Dacia’s eerste vol-elektrische auto – het is ook de goedkoopste EV van Nederland. De Dacia Spring kost namelijk, deur in huis, 17.890 euro (Belgische prijzen waren ons nog niet bekend). Voor 1.000 euro meer is er de Comfort Plus-versie, die er een 7-inch touchscreen bij heeft met bijvoorbeeld navigatie, parkeersensoren, een achteruitrijcamera, USB-aansluiting en CarPlay. Voor de zakelijke markt is er de Business-uitvoering, waarmee wij reden. Die komt in hoge mate overeen met die Comfort Plus, maar is al voorzien van software en andere zaken (zoals makkelijk afwasbare nepleren bekleding) voor deelautodiensten. Die uitvoering kost 17.990 euro, maar is dus niet beschikbaar voor particulieren. Disclaimer: wij reden met preproductie-exemplaren, die niet helemaal overeenkwamen met wat je straks in de showroom gaat zien. Mocht jij dus straks opgezadeld zitten met een Spring die veel coolere led-achterlichten en comfortabeler stoelen heeft: niet bij ons gaan mauwen, maar bij Dacia.

Hij ziet er best geinig uit, die Dacia Spring

Het is een kleintje – een centimeter of 10 langer dan een VW Up, maar doordat ie hoger is, oogt ie groter. Ze vinden het bij Dacia dan ook leuk om hem een SUV te noemen. Met de U van Ukkie dan. Dat merk je natuurlijk in het interieur. Voorin valt het mee; je zit best ruim en er is 23 liter aan opbergruimte beschikbaar. Waarbij opvalt dat het sluiten van het riante handschoenenvak aanzienlijk meer solide klinkt dan het dichtgooien van een portier. Stakkers die achterin terechtkomen, moeten hopen op veel inschikkelijkheid van de voorinzittenden. Hoofdruimte gaat net, beenruimte is zéér krap aan. In de kofferbak is er een heel aardige 290 liter ruimte, met weliswaar een forse tildrempel. Gooi de achterbank plat en je kunt 620 liter kwijt. Da’s echt best veel voor zo’n kabouter. Verder is het er vooral basic. Je zit raar hoog (want SUV…), waardoor het niet-verstelbare stuur juist weer vrij laag zit. Je eerste reactie: even die stoel wat lager zetten, maar dat kan dus niet. Je kijkt uit op een digitaal dashboard uit het Commodore 64-tijdperk, met links een metertje dat aangeeft of je stroom verbruikt of regenereert, en rechts een kleurstaafjesweergave van je stroomvoorraad. In het midden staat wat zeer summiere info over je snelheid, het verwachte bereik en de staat van de accu, that’s it. In het touchscreen kun je wat meer info vinden, maar verwacht niets -bijzonders. Prettig: er zijn gewone knoppen voor het bedienen van de verwarming en (standaard, maar altijd handmatige) airco. De gebruikte kunststoffen zijn over het algemeen buitengewoon knapperig, een paar blauwe accenten doen hun best de sfeer aan boord een beetje op te leuken.

De Dacia Spring is puur bedoeld voor in en om de stad

Een van de redenen dat ie zo betaalbaar is, is natuurlijk dat ie niet is volgestouwd met batterijen. En dus zit er in de Spring een 27,4-kWh accu, waarmee je volgens WLTP 230 kilometer ver komt. Bijkomend voordeel is dat de Spring maar 970 kilo weegt. Als je echt alleen in de stad en omstreken rijdt (snelwegen vreten stroom), loopt dat op tot 305 kilometer. En dat lijkt redelijk te kloppen. Wij reden een snelwegloos rondje van 80 kilometer; we begonnen met een volle batterij en een door de auto verwacht bereik van 199 kilometer. Toen we een uur of twee later weer terug waren, hadden we 63 procent acculading over en was het verwachte bereik 139 kilometer. Dat maken we weleens anders mee.

Ook qua rijden is de Dacia Spring rechttoe rechtaan

Hij gaat vooruit, achteruit, links- en rechtsaf, en als je op het linkerpedaal drukt, remt ie af. En dat is het. Oké, beetje flauw, maar de elektromotor is 45 hele pk’s en 125 volle newtonmeters sterk – asfalt en klinkers hoeven zich geen zorgen te maken. Het duurt een vooroorlogse 19,1 seconden om bij 100 km/u te komen, waarmee hij de titel van Nederlands Langzaamst Optrekkende Auto verdient. Bij 125 km/u is de koek op. Van 0 naar 50 km/u, wat je een heel stuk vaker zult doen en dus belangrijker is, duurt trouwens 5,8 seconden; er zit dus wel wát pit in. Zie het zo: tot een kilometer of 60, 70 per uur is het net een gewone auto, daarna is het een kwestie van een lange adem. Er is geen manier om de regeneratie te beïnvloeden, je hebt het te doen met een milde vorm van afremmen op de elektromotor. Eigenlijk net zoals een benzinemotor dat zou doen. Hij heeft een fijn korte draaicirkel, maar het kruipdoor-sluip-door-weggedrag dat dat zou kunnen opleveren, wordt helaas tenietgedaan door een wel heel indirecte besturing. Bij ‘sla linksaf en direct daarna rechtsaf’ hoepel je je een ongeluk. Maar: hij is wél heel comfortabel – zo comfortabel dat elke poging tot een snelle bocht onmiddellijk wordt gesmoord door epische hoeveelheden onderstuur. Daar is de Spring ook niet voor – dan koop je maar een Honda e. Voor bijna het dubbele. Zo is het ook weer.

Het laden is een dingetje

Je kunt snelladen met de Dacia Spring, maar tot maximaal 30 kW – sta je dus alsnog een uur bij die ‘snel’lader. Bij een gewoon laadpunt (7,4 kW) ben je bijna 5 uur kwijt en wie het met een normaal stopcontact probeert, moet 14 uur geduld hebben. Er is een app waarmee je wat dingen op afstand kunt regelen, maar je batterij alvast op temperatuur brengen, dat kan niet. Al dat soort spul kost gewoon geld en de Spring moest vooral goedkoop blijven. En hij is heel nadrukkelijk niet bedoeld voor lange(re) reizen. Vanuit Amsterdam een keer naar Zandvoort op en neer gaat echt prima, maar ga nou niet proberen je familie in Zuid-Limburg ermee te bezoeken. De Spring is een leuk ding dat elektrisch rijden bereikbaarder heeft gemaakt. Een qua ruimte vergelijkbare Skoda Citigo iV is qua prestaties, bereik en afwerking méér auto, maar kost je ook minimaal vier mille extra. En je kunt je natuurlijk afvragen of je als boodschappenauto in de stad nu echt zo veel meer nodig hebt. We hebben zomaar het gevoel dat een hoop mensen om deze Dacia zitten te Springen. De Spring staat trouwens, bijzonder niet-lenteachtig, in de herfst in de showrooms.

Van Kwid naar Spring

De Dacia Spring begon zijn leven als Renault Kwid, een stads-SUV’tje waarvoor al in 2014 een concept werd getoond. Hij was bedoeld als multifunctioneel vervoerding voor opkomende markten en kostte bij zijn introductie in India dan ook maar iets meer dan 3.000 euro. De daaropvolgende zegetocht werd vervolgd in Zuid­-Amerika, en ook in China werd er, dankzij de samenwerking van ‘de Alliantie’ met plaatselijke grootmacht Dongfeng, een versie gelanceerd. Die maakten daar ook een elektrische variant van, en dat is de Spring geworden – zij het met veel aanpassingen, voornamelijk aan de stevigheid en hoeveelheid airbags. De Dacia Spring wordt dan ook in ­China gebouwd. Er komt waarschijnlijk trouwens ook nog een besteluitvoering op grijs kenteken, zonder achterbank, met een vloer die laadtechnisch praktischer is en niet minder dan 1.100 liter ruimte achterin. Handig voor de bloemisten en andere bezorgers onder jullie.Renault Nederland is momenteel nog bezig om de mogelijkheden te onderzoeken, maar als je het ons vraagt: die komt er wel.

Specificaties Dacia Spring Business (2021)

Motor
1 elektromotor
45 pk
125 Nm
27,4 kWh (accu)
Aandrijving
voorwielen
Prestaties
0-100 km/u in 19,1 s
top 125 km/u
Verbruik (gemiddeld)
11,9 kWh/100 km A label
Actieradius (opgave)
230 km (WLTP)
Laadtijd
4:51 uur bij 7,4 kW
0:56 uur bij 30 kW (80%)
Afmetingen
3.734 x 1.579 x 1.516 mm (l x b x h)
2.423 mm (wielbasis)
970 kg
290 / 620 l (bagage)
Prijzen
€ 18.890 (NL) – Comfort Plus
€ 17.990 (B)