Ontmoet Ferrari’s snelheidskoning, de buitengewoon coole Dario Benuzzi.
 
Nee, Dario Benuzzi behoeft geen introductie. Maar soms lijkt het wel alsof deze man slechts een introductie is. Het zijn altijd dezelfde twee zinnen die hem neerzetten, maar bijna niemand weet meer over hem te vertellen. Zelfs op Wikipedia staan slechts acht zinnen.
 
Om het verhaal compleet te maken, introduceren we hem toch maar even, met excuses voor het feit dat sommige zaken je bekend voorkomen. Hij is al een generatie lang Ferrari’s belangrijkste testcoureur. Hij kan een Formule 1-auto op racesnelheid besturen. Hij heeft de beste baan ter wereld. Om zijn zonnebril van zijn neus te verwijderen is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk. Daarom is hij de King of Cool. Maar buiten dat is er via de gebruikelijke zoeksystemen niets te vinden. Er is simpelweg niets.
 
Wacht eens even. De vergelijkingen zijn te toevallig. Dat mystieke, de verborgen ogen, het belachelijke racetalent. Sommigen zeggen dat, wanneer hij zijn zonnebril afzet, alle hagedissen in Italië knipogen. Alles wat wij weten, is dat hij Dario Benuzzi heet.
 
Genoeg nu. Als je het niet vraagt, zul je het nooit weten. Dus we namen plaats aan een tafeltje met Benuzzi, en een tolk. Het was avond. We zaten in een tamelijk donkere kamer. Hij droeg geen zonnebril. Het is een mens, vrienden. Dit is de mens die de soul in Ferrari’s sleutelt. Je wilt toch niet dat hij een of andere kleurloze menselijke robot is?
 
Eerder die dag hadden we met enkele Ferrari-mensen wat sneeuwtestwerk gedaan met de FF, hoog in de bergen. De auto was er al naartoe gebracht met een helikopter, maar wij stonden nog te wachten op de eerste skilift in de vroege ochtend. Een beetje bibberen, rondhangen, handen wrijven, roken. Maar toen de lift te laat bleek, was het Benuzzi die het meest ongeduldig was. Hij staat aan de vooravond van zijn pensioengerechtigde leeftijd, maar kennelijk wil hij daar voorlopig nog niet aan denken. ‘Ik ben een van de mensen die het langst bij Ferrari werkt, maar ik voel mijn leeftijd niet. Dat is belangrijk. Ik houd van moderne techniek en muziek. Ik denk dat deze omgeving me jong houdt. Er zit vast iets in de lucht van Maranello.’ Zijn passie voor zijn baan is nog net zo vlammend als altijd.
 
Wanneer je wordt rondgereden door Benuzzi, vooral over het Fiorano-circuit van Ferrari, zie je een vastberaden, precieze en bliksemsnel reagerende coureur. Maar – tenzij een fotograaf het hem bijna smeekt – hij is geen showman en wanneer hij niet in de auto zit, maken zijn lichaam en handen zachtaardige gebaren. Hij is pezig en soepel en wanneer hij loopt, lijkt het alsof er een dunne laag lucht zit tussen zijn instappers en de grond eronder. Iets wat bij meer coureurs het geval lijkt. Hij is een zachtaardig mens, maar hij leeft een snel leven.
 
Benuzzi is geboren in januari 1946 (uit menselijke ouders) in Vignola, op 15 kilometer afstand van Maranello. Hij liep geen stage bij Ferrari, maar werd opgeleid in Vignola als monteur. Benuzzi ging in 1971 bij Enzo werken; een tijdperk waarin auto’s werden gemaakt als de Daytona met de motor voorin en de van een middenmotor voorziene Dino. ‘Ik volgde de cursus om testcoureur te worden, dus ik reed met en werkte aan de auto’s. Chassis, motoren, alles. Ik ben een goede coureur, want mijn ethos is dat je moet begrijpen wat je rijdt.’
 
Hij is dus niet de plug-in niet-nadenkende rij-robot. En omgekeerd, om echt bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van een auto, moet je verstand van zaken hebben. ‘Ik kan zien of er een probleem is – en wat het is – op een afstand van 500 meter. Het moeilijke van het vak is om goede feedback te geven aan de ingenieurs. Dus uitleggen wat ze moeten doen om het probleem te verhelpen.’
 
‘Benuzzi rijdt nog steeds met de Corsa Cliente-auto’s: F1-wagens van minimaal drie jaar oud. En hij houdt zich daarbij niet in’
 
Benuzzi zit al zo lang bij Ferrari dat hij ongetwijfeld de schatbewaarder is van Ferrari’s geheime ingrediënten. Mikt hij erop om iedere keer een Ferrari te maken – een opvolger van een bepaalde lijn zonder referenties met betrekking tot de rest van de supersportwagen-wereld – of staat hij open voor invloeden van buitenaf? ‘We lenen auto’s van onze rivalen en lenen hun onze modellen’, aldus Benuzzi. ‘Dat doet iedereen. Maar als ik iets vind wat me niet aanstaat bij de auto van een concurrent, is er ongetwijfeld een reden waarom ze het hebben gedaan. Ik probeer vervolgens uit te zoeken waarom ze daarvoor hebben gekozen. Maar we zullen nooit een Porsche of een Lamborghini maken.’
 
Soms, om zijn hypercoole raadselachtigheid te versterken, neemt Benuzzi zijn toevlucht tot pr-praatjes: ‘Het is belangrijk om nooit een auto om jezelf heen te bouwen. Je moet in eerste instantie denken aan de klanten.’ Of misschien gelooft hij er ook nog in. Benuzzi moet zijn handtekening zetten onder ieder nieuw model dat wordt geproduceerd. Maar hij is er niet alleen aan het einde van de ontwikkeling. ‘Ik ben vanaf het allereerste statische model betrokken bij de ontwikkeling. Ik heb medezeggenschap over het interieur, de zitpositie, de ergonomie, het in- en uitstappen. Dat is noodzakelijk als testcoureur, want wanneer je niets ziet vanaf de zitpositie of niet soepel kunt uitstappen, is het rijden altijd minder bevredigend dan je zou willen.’
 
Ten dele vanwege zijn functie, maar ook vanwege zijn overduidelijke status binnen het bedrijf en de vele dienstjaren die achter zijn naam staan, kan hij aan veel touwtjes trekken om ervoor te zorgen dat de dingen gaan zoals hij wenst. ‘Mijn directe bazen zijn technisch directeur Roberto Fedeli en bestuursvoorzitter Amedeo Felisa. Maar in feite heb ik een soort 360-graden blik binnen het bedrijf – mensen van onderstel, motor, versnellingsbak, software, aerodynamica en interieurdesign val ik regelmatig lastig. Je moet die mensen af en toe spreken en hier zitten we allemaal in één gebouw.’
 
Wat is er veranderd ten opzichte van de tijd dat Enzo er zelf nog was en toen het bedrijf een stuk kleiner was? ‘Niet veel, want ik leg nog steeds verantwoording af aan de top.’ Wat er in feite is veranderd de laatste twintig jaar is dat Felisa hier nu zit. De ambitieuze ingenieur was chef straatauto’s bij Ferrari voordat hij de baas werd van het gehele bedrijf. ‘Hij heeft de boel fundamenteel veranderd. Hij is onze gids als het ware, kent alle details en probeert het beste uit ons te halen. En Di Montezemolo veranderde zowel het bedrijf als de auto’s.’
 
Oké, welke belangrijke auto’s heeft Benuzzi gedaan? De BB, 288 GTO, F40, F40 IMSA, F50, 550, Enzo, 333 SP, 599, 458, FXX, en 599XX en de FF. ‘Maar,’ voegt hij daar snel aan toe, ‘niet de 348’. Aha, dus niet de moderne Ferrari waarvan de wegligging behoorlijk werd bekritiseerd. De auto waarvan Luca di Montezemolo altijd zegt dat het zijn persoonlijke wake-up call was dat niet alles perfect verliep bij Ferrari. Benuzzi: ‘Ik werkte aan de F40 toentertijd en brak mijn hand. Daardoor kon ik niet aan de 348 werken. Ik ging meteen door naar de 355.’ Die was, hoewel afgeleid van de 348, een heel stuk beter.
 
Benuzzi zegt dat hij het prettig vond om te werken aan de versnellingsbakken van de Formule 1-auto’s. Hij deed uiteraard nog veel meer, aangezien hij jarenlang testrijder was voor de racewagens. Hij rijdt nog steeds met de Corsa Cliente-auto’s: F1-wagens van minimaal drie jaar oud. En hij houdt zich daarbij niet in. Maar hij heeft nooit geracet? ‘Nee. Het ontwikkelen van straatauto’s is veel fascinerender en complexer. F1 is eenvoudiger.’
 

Even om te recapituleren, Man Die Officieel De Beste Baan Ter Wereld Heeft, houdt u nog steeds van uw werk? Het antwoord is net zo vastberaden en snel als een van zijn rondes op het circuit: ‘Si.’

Reacties

Meer van TopGear