Charmant, slim, intelligent, én bescheiden. Ontmoet de hypercarbouwer annex levende legende Horacio Pagani.
 
Horacio Pagani poetst de Huayra. Hij duwt een poetsdoek in alle hoeken en gaten en doet zijn best om de fotograaf van TopGear op alle mogelijke manieren te helpen. Dit is ongewoon gedrag voor de baas van een autofabriek. Op het moment dat we de zeemleren lap tevoorschijn halen, moeten ze in de regel plots naar een vergadering of komt er een bericht binnen op hun Blackberry.
 
Zoniet Pagani. Hij is een van de meest gracieuze mensen die je ooit hoopt te ontmoeten en is nooit te druk om zich met jou bezig te houden. Het is alsof hij vanuit het niets tijd creëert, die hij dan kan doorbrengen met jou. Hij neemt de tijd om met aandacht naar je te luisteren en je vraag goed te overdenken, alvorens deze uitvoerig te beantwoorden. Toen we voor het eerst de Huayra gingen bekijken, moesten we een vliegtuig halen en hij ook. Allebei haalden we onze vlucht maar net – omdat hij zo blij was dat hij ieder detail van de auto uitvoerig kon toelichten.
 
Mensen die erop gebrand zijn om een peperdure supercar te ontwikkelen met hun naam op de achterklep, zijn in de regel egomaniakken met te veel geld en te weinig waardering voor de obstakels die ze onderweg tegenkomen. Normaal gesproken eindigen ze met één enkel onvoltooid prototype en een pathetisch klein fortuin. Horacio niet, omdat hij geen ego lijkt te hebben.
 
Hij bouwde de auto niet als een monument voor zichzelf, maar omdat de auto erom vroeg gebouwd te worden. Als een koolstofvezel-ingenieur bij Lamborghini, en vervolgens met zijn kleine firma die koolstofvezel delen maakte voor andere autofabrikanten en raceteams, dacht hij dat hij wist wat je kon doen met dat materiaal. Wanneer niemand anders de auto bouwde die hij voorzag, nou ja, dan moest hij het zelf maar doen. Het was geen maniakale zelfverheerlijking die hem op het pad van de supercars bracht, en hij is ook niet zo geworden nu hij zo succesvol is.
 
Horacio is de Huayra’s avatar. De auto spreekt door de man, die hooguit zijn bestuurder is. Het is natuurlijk precies andersom – de auto is de stem en de koolstofvezel geworden verpersoonlijking van zijn visie. Hoe is hij ertoe gekomen om iets te bouwen dat er zo anders uitziet dan andere supersportwagens en met zoveel mooi vakmanschap?
 
Slechts wanneer je het hem direct vraagt, praat hij over zichzelf. En zelfs dan begint zijn antwoord met zijn moeder thuis in Argentinië, een schilderes die ook geïnteresseerd was in wetenschap. Dit inspireerde hem om al zeer jong te tekenen en te schetsen, maar tevens om zich te verdiepen in mechanica.
 
Zodra hij hoorde over Leonardo da Vinci, was hij geraakt door het renaissance-idee van het combineren van kunst en wetenschap. Het is een benadering die zowel creativiteit als een open geest vereist, zegt hij. Vooral de jonge Pagani, die midden jaren tachtig een koolstofvezel Countach-prototype bouwde toen hij bij Lamborghini werkte (ook al stond dit niet helemaal in zijn werkomschrijving) wist als geen ander hoe je buiten de gebaande paden moest denken.
 
En het is dat soort mensen dat hij in dienst heeft. Hij zegt dat hij opzettelijk zijn mensen leert hoe belangrijk het is om met een open geest te denken en verder te filosoferen dan de auto zelf en de zakelijke kanten van het verhaal. Alleen op die manier passen ze binnen de structuur van het team van Pagani. Er is geen technische afdeling of een designstudio; iedereen zit in een ‘creative office’. De techniekmannen, de ontwerpers, de mannen die met CAD werken, maar ook logistiek en marketing. Iedereen leert van elkaar, zegt Horacio.
 
In feite is de auto, tot in het kleinste detail, zijn creatie. Het creatieve team bestaat uit slechts tien mensen. Nou ja, de Huayra was dan wel ontwikkeld in een langer tijdsbestek dan grote sportautofabrikanten zouden tolereren, maar dit kleine team – dat de auto van binnen en buiten kent en zo goed op elkaar ingewerkt is – zorgt ervoor dat niemand dingen dubbel doet. Dat is waarom zoveel onderdelen in de Huayra een dubbele functie hebben.
 

Net als de man zelf een uomo universalis is. Ingenieur, stylist, hoofd van de afdeling innovatie, testcoureur. En autopoetser. Vlak voor de start van onze fotosessie opent hij een van de vleugeldeuren, pauzeert en fronst zijn wenkbrauwen. De mate van demping van de deuren is volgens hem niet perfect. Hij belt de fabriek en laat een nieuwe gasveer komen. De volgende dag is hijzelf bezig het nieuwe onderdeel te monteren.

Reacties