TopGear was het enige tijdschrift ter wereld dat werd uitgenodigd om in de nieuwe Ferrari SA Aperta te rijden. Niks aan de hand, dus.
Bedriegerij. Een gemeen woordje dat op hinderlijke wijze – en in uiteenlopende ritmische frasen – door mijn hoofd blijft spoken terwijl we in een vuurrode Ferrari SA Aperta zonder dak door het ansichtkaartenlandschap van de Italiaanse Rivièra rijden. Een zó volmaakt decor dat het gecompleteerd zou moeten worden door een flitsende en spetterende supercar, een casino, jonge katjes die wollig uit een Wellington-laars kruipen en zo mogelijk het gerochel van iemand die stikt in een cliché.
Nee werkelijk, dit had niet volmaakter kunnen zijn. De pasteltinten van de tegen de kust geplakte huisjes, het glinsterende groen en blauw van de stralende zee, de warme lentezon die lijf, leden en ziel verwarmt. We stoppen even langs de weg en er komt een oud mannetje voorbij pedaleren op een fiets die alleen maar bij elkaar wordt gehouden door roest en de goedertierenheid van Onze Lieve Heer. Het oudje wuift met zijn Ferrari-pet en roep: ‘Bella macchina!’
Evenwichtsproblemen
Geplaagd door evenwichtsproblemen slingert hij zo hevig bij dit eerbetoon dat ik bang ben dat hij gaat vallen en zich lelijk zal bezeren. Of belangrijker: de Ferrari zal deuken. In een mum van tijd loopt er een kleine, bewonderende schare toeschouwers te hoop om de indringer uit Modena, en welgeteld niet één iemand denkt – hoewel ze me hebben zien aankomen, parkeren en me uit de bestuurdersstoel hebben zien verheffen – dat ik de eigenaar ervan ben. Ik weet waarom. De enige wanklank in deze context lijk ik te zijn. Ik had in pak moeten zijn, maar ik zie eruit als een landloper. Zodat ik me een bedrieger voel.
Het helpt niet echt dat de Ferrari een blikvanger van de buitencategorie is. Deze auto is voorzien van een drievoudige verflaag die zo intens is dat je eraan zou willen likken, en de transparante deklaag ligt zo vloeibaar op de carrosserie van de Aperta dat je het gevoel hebt dat hij er zo vanaf kan glijden. Het doet denken aan een ouderwetse Hot-Rod-snoepkleur die er drie dimensies dik op gesmeerd is.
Die siert een auto die ontworpen en gemaakt is om de tachtigste verjaardag van het ontwerphuis Pininfarina (SA staat voor Sergio en Andrea, ‘Aperta’ betekent ‘open’) te vieren. Hij is gebaseerd op de Ferrari 599 GTB, maar dan zonder dak, met een special ontworpen carrosserie en de V12-motor met een vermogen van 661 pk, de versnellingsbak en de aandrijving van de onstuimige 599 GTO. Oh ja, en een twaalf-in-twee uitlaatsysteem dat vrijwel identiek is aan dat op de 599XX-raceauto. Wat weinig goeds belooft voor omstanders met een zwak zenuwgestel.
Ongrijpbaar en onbereikbaar
De Aperta is – net als die 599XX – een auto die niet zozeer vrijwel ongrijpbaar is alswel volstrekt onbereikbaar: alle tachtig exemplaren waren al verkocht voordat de productie van start ging, ook al bedroeg de prijs 410.000 euro. TopGear is het enige tijdschrift ter wereld dat erin mag rijden. Een gegeven dat in mijn achterhoofd zit tijdens de rit door een paar Italiaanse stadjes, waar de smalle middeleeuwse straatjes je vanzelf dwingen om rustig te rijden. Straatjes waar iedereen omkijkt. En lacht. En wijst. Het verbaast me niets.
Het dak is overduidelijk verdwenen, maar de luchtbogen niet: ze zijn vervangen door matzilver afgewerkte componenten uit composiet die het nu ontbrekende deel van de constructie compenseren, en een verstevigde voorruit. De grille aan de voorkant is nieuw, net als de gehele voorbumper, en de dorpelstrips van koolstofvezel hebben een ander ontwerp gekregen.
De motorkap is van aluminium en uitgesproken op de glooiende, verleidelijke vorm, en de achterkant heeft een custom bumper met een eveneens zilveren venturi met contrasteffect, met ‘chrome shadow’ 20-inch, vijfspaaks Ferrari-wielen, een speciaal ontworpen interieur en ter completering nieuwe, sublieme sportstoelen. Eerlijk gezegd klinkt het een beetje als een ratjetoe. Dat is het niet. Het ziet er verpletterend mooi uit. En zelfs onder de tweeduizend toeren maakt ie het soort geluid dat de aandacht trekt als een bal bij een tenniswedstrijd. Op een gegeven moment startte ik de auto op zo’n dertig meter afstand van een cafeetje aan zee, en meteen staken er zestig hoofden om de deur. Subtiel? Niet bepaald.
‘Ik heb nog nooit in iets gereden wat zo klinkt. Zo luid dat het pijn doet’
Ermee rondtoeren in het zonnetje – dat is het helemaal. Dit is een playboy-Ferrari voor de megavermogenden, geldsmijterij voor verwende rosso-fans. De Aperta is veroordeeld om te worden weggesluisd naar collecties en z’n eindeloze leven te slijten achter slot en grendel van de hebzucht. Hij is niet bedoeld als gebruiksautootje voor alledag. Om het ‘nooddak’ te sluiten zijn een paar minuten uitzonderlijke handigheid vereist, en ook al ziet het er goed uit en werkt het prima, het is niet berekend op snelheden boven de 130 km/u.
Hoewel de kofferruimte groter is dan die van de 599, zal hij waarschijnlijk nooit serieus gebruikt worden. En dan de klank. Ja, hij klinkt zelfs bij lage toerentallen verbazingwekkend, hier in de bebouwde kom rijdt ie zonder zich buitenmatig in te spannen, hij pruttelt op z’n gemakje. Hij voelt trouwens verdacht anders dan de 599, ook al heeft ie dezelfde 661 pk motor en de aandrijving van die buitenissige GTO.
‘Na een poosje ben ik er gerust op dat deze auto zich niet anders voordoet dan ie in werkelijkheid is, en mijn vooroordelen worden op aangename wijze bevestigd’
Door een van die kleine sadistische streken van het opperwezen is me niet eens het gebrek aan zelfbewustzijn gegund waardoor ik met een auto als deze op een plek als deze zou kunnen rijden zonder me – laten we het maar gewoon zeggen – een beetje een haveloze zwerver te voelen. Diep in mijn hart geniet ik van elke seconde, maar dat gevoel levert een zwaar gevecht om de suprematie met mijn diepgewortelde ingetogenheid. Er lopen hier mensen rond wier horloge meer kost dan mijn hele huis, en hun welgesteldheid is tastbaar doordat ze hun haar niet laten knippen maar coifferen, en ze hebben paarsroze lamswollen truien bevallig over hun schouders gedrapeerd. Alleen de megarijken doen dat. Er bestaat waarschijnlijk een wet die dat allemaal voorschrijft.
We slingeren door de kleine, dichtbebouwde dorpjes omhoog en laten de deprimerende aandacht van de kust achter ons, terwijl we blinde bochten op smalle wegen nemen en de op het allerlaatste moment claxons horen van naderbij denderende vrachtauto’s en bussen. Uiteindelijk laten we de bebouwing achter ons, en na een paar bochten komen we in een weids landschap.
In de overtuiging dat het bij de Aperta meer gaat om poeha en show dan om grip en pit, zet ik de manettino van de Sport- in de Race-stand, schakel een paar versnellingen terug en trap het gaspedaal helemaal in – zoals een echte bestuurder waarschijnlijk zou doen. In de paar milliseconden die de versnellingsbak nodig heeft voor opschakelen, heb ik oprecht het idee dat ik een heel zware motor hoor die diep inademt – zeg maar alsof je de pin uit een granaat hoort trekken.
Dan geeft ie me een vuistslag.
Mijn hoofd klapt terug tegen de steun, mijn longen worden achterwaarts om mijn ruggenwervel geboetseerd en de haren op mijn borst gaan stuk voor stuk in de houding staan. Met een woest gebulder schiet de Aperta weg, met slippende wielen in de eerste, tweede, derde en vierde versnelling. Hij zit in z’n vijf als de auto grip vindt. De vijfde versnelling. Met droog weer. De auto is in staat om in 3,6 seconden van 0 naar 100 km/u te gaan op een kleverig stuk circuit, maar probeer ‘m eens uit op de gewone weg met de tractiecontrole uitgeschakeld – ik denk dat je serieus moeite zou hebben om bij alle macht die de motor overbrengt grip te krijgen.
De versnellingsbak schakelt onvoorstelbaar snel op, en de tijd tussen twee versnellingen is met maar 60 milliseconden zes procent korter dan bij een standaard GTB. Een F1-auto heeft er 45 milliseconden voor nodig. Terugschakelen kost 120 milliseconden – je kunt net als bij de GTO multiple downshiften door de linker peddel ingedrukt te houden – en wordt, als je hard genoeg gaat, vergezeld door een gegrom waar je van terugdeinst, gevolgd door het ziedende gejank van een raceauto die een inhaalmanoeuvre inzet. Als je er niet op voorbereid bent, slaat het je echt met stomheid.
Dan kijk ik naar beneden en besef dat ik aan het shortshiften ben geweest bij 6.500 toeren per minuut. Dat deze V12-motor, dit bezielde geheel van op zich zielloze onderdelen, de grens trekt bij 8.400 toeren per minuut. Dus schakel ik naar z’n derde versnelling om te zien hoe ie dan aanvoelt. Als ie de 6.000 toeren nadert, verwacht ik dat z’n onstuimigheid afneemt, dat het vermogen wat kalmeert. Maar hij blijft maar gaan.
‘De SA Aperta is een auto die iedere keer dat je er instapt een gelukzalige glimlach op je gezicht tovert, en die zelfs een ritje van niks tot een avontuur maakt’
Het is alsof je de uitlaat van een lopende F1-auto gebruikt als spreekhoorn, een audioversterkte tandartsboor die zich door het toerenbereik heen werkt alsof het wijzertje van de toerenteller opeens van lood is. Het maximale vermogen wordt bereikt bij 8.250 toeren. Het maximale koppel bij 6.500 toeren.
Ik heb weliswaar in snellere auto’s gereden, maar ik heb nog nooit in iets gereden wat zo klinkt. Zo luid dat het pijn doet. Ik giechel als een klein kind en vraag me af waar ik de woorden vandaan moet halen om dit te beschrijven. De waarheid is dat dit met uitzondering van Le Mans of een F1-pitstraat het meest luide, waanzinnige geluid is dat ik ooit uit een auto heb gehoord. Er zit een nieuwe, speciaal ontworpen stereoinstallatie in de Aperta. Ik heb er geen seconde aan gedacht om die aan te zetten.
Hij gedraagt zich ook goed, en dwingt me mijn spreekwoordelijke hoed op te eten, maar is niet zo vervaarlijk als het geluid doet vermoeden. Hij voelt soepeler aan dan een echte raceauto, ook al ligt ie lager en is de vering veel strakker afgesteld dan bij de 599. De roll-bar achter is robuuster, het zwaartepunt ligt tien millimeter lager en de magnetische SCM-schokdempers zijn opnieuw gekalibreerd, maar de Aperta absorbeert schokken veeleer dan dat hij eroverheen hobbelt, zodat je bij hoge snelheden onbekommerd kunt genieten zonder je zorgen te maken dat je halverwege een bocht over een bobbel gaat en rechtstreeks bij de plaatselijke Eerste Hulp terechtkomt.
Het is een bruikbare en gebruiksvriendelijke afstelling, hoewel de vering sterker gedempt is dan bij de 599. Je zou op een circuit waarschijnlijk een paar tienden van de rondetijden kunnen afhalen door ‘m een beetje strakker te maken, maar het feit wil dat hij op de gewone weg met je meewerkt.
Gelukkig wordt iedere vorm van uitbundigheid in toom gehouden door gigantische – en standaard gemonteerde – koolstofvezel remmen. Remmen die al onmiddellijk zwaar aan de bak moeten, want we gaan met behoorlijke snelheid een bocht door om vervolgens te ontdekken dat de weg in gebruik is door… een varken. Zo’n tweehonderd kilo bleekroze vlees met flapperige oren, een nog niet tot ham omgetoverde zeug die langs de middenstreep waggelt als een enorme harige zitzak en die haar eigen V12 aan tepels met zich mee sleept. Kleine kogelronde biggetjes buitelen rond in de struiken en wanneer je over de heuvels kijkt, merk je dat het overal vergeven is van varkens in alle soorten en maten.
We stoppen op een parkeerplaats – nog ietwat bleek in het gezicht – en denken na over hoe we het voor de verzekering hadden moeten verwoorden: de botsing op hoge snelheid tussen een limited-edition Ferrari van 410.000 euro en een enorm varken, wanneer er op zo’n tien meter afstand opeens een helikopter landt. Op een autoparkeerplaats boven op een heuvel! Verbijsterd rijden we weer weg, terwijl we ons afvragen of de varkenshoeders hier in de streek opeens erg rijk en technisch ultramodern uitgerust zijn geworden, of dat we toch eens aan andere medicijnen moeten gaan denken.
De Ferrari SA Aperta, dus: niet zozeer een wolf in schaapskleren alswel een huilende, dolle wolf gehuld in vlezige lappen van andere wolven. Je denkt misschien dat je je kunt voorbereiden op z’n lawaai en snelheid door ernaar te kijken. Je kunt de technische specificaties doornemen en je op basis van eerdere ervaringen proberen voor te stellen hoe ie aanvoelt. Je zou nog steeds geen idee hebben.
De Aperta is niet bepaald praktisch. Het is niet de snelste Ferrari, en misschien over het geheel genomen ook niet de meest coherente. Persoonlijk houd ik niet zo van die zilverkleurige onderdelen. Hij heeft het innerlijk van een raceauto, maar als je ‘m naar een demonstratierace zou nemen, zou je worden uitgelachen. En waarschijnlijk bekogeld.
Maar de Aperta heeft een enorm pittig, niet te temmen karakter. Hij bezorgt je een zeer zonnig humeur. Het is een auto die iedere keer dat je er instapt een gelukzalige glimlach op je gezicht tovert, en die zelfs een ritje van niks tot een avontuur maakt. Sterker nog, als je uitstapt en wegloopt, bezorgt deze uitzonderlijke Ferrari je een knagend gevoel van gemis. Daarom zouden we allemaal stinkjaloers moeten zijn op de tachtig gelukkigen die er een hebben gekocht. Omdat ze hebben net een van de enerverendste auto’s ter wereld aangeschaft. Omdat ze net een stukje historie hebben aangeschaft.
Specificaties: Ferrari SA Aperta
Motor: 5.999 cc, V12 atmosferisch, 661 pk @ 8.250 tpm, 621 Nm @ 6.500 tpm
Prestaties: 0–100 km/u in 3,6 sec., topsnelheid 323 km/u, 1 op 5,7 (gecombineerd), 411 g/km CO2
Overbrenging: achterwielaandrijving, zesversnellings F1-paddleshift
Gewicht: 1.705 kg
Reacties