Niets mis met de huidige Jazz: eigenaren tevreden, prijzen gewonnen. Nu is er een nieuwe versie, die ongetwijfeld weer net zo goed is als de vorige. Maar waarom koopt niemand ‘m?
 
Voor een fabrikant is er niets erger dan wanneer één van je modellen door het publiek de – excusez le mot – stront in wordt getrapt. Je weet, hoe goed je ook boent, poep blijft stinken. Marketinggoeroes draaien dan overuren om het imago weer een beetje op te vijzelen. Een goed voorbeeld is de Opel Vectra, verguisd door velen. Het bracht het hele merk in diskrediet. Met een naamswijziging wil Opel het tij keren. Honda weet inmiddels echter dat het omgekeerde ook mogelijk is.
 
Het uiteindelijk toch excentrieke Japanse merk wist een aantal jaren geleden vriend en vijand te verbazen door de nieuwe Jazz te introduceren. Het was gelukt om een auto te bouwen die ruimer, veelzijdiger en hoogwaardiger was dan de ukkepukjes in zijn klasse. Er werd ‘m veel lof toegezwaaid. En toen werd het stil. Want ondanks zijn goede kaarten kwamen de verkopen niet hoger uit dan 1.458 stuks in 2005, het eerste volle jaar dat hij in Nederland te koop was. Ter vergelijking: van de Toyota Yaris werden er in datzelfde jaar 6.137 verkocht. Dat was bovendien een ‘overgangsjaar’, waarin de tweede generatie de eerste afloste. De Opel Meriva, waar Honda de Jazz graag mee vergelijkt in verband met de veelzijdigheid, verkocht datzelfde jaar 6.580 keer. De mogelijke verklaring geven we straks. Want het staat wel vast dat Honda weet hoe je een kleine auto moet bouwen. Het zou dus lastig zijn geweest om nu een slechte auto af te leveren.
 
De eerste indruk is zeker bij auto’s allesbepalend. Wordt hij afgekraakt of wordt ‘m de loftrompet geprezen? Aan het uiterlijk zal het niet liggen. Hij ziet er niet wereldschokkend uit, maar wel herkenbaar, degelijk en modern. Ten opzichte van de wat truttige vorige versie is het ontwerp scherper, slanker, ja haast sexier.
 
Honda zal echter weer een zware kluif hebben aan het verkopen van de Jazz. De eerder beloofde verklaring is namelijk: er rijden alleen maar ouden van dagen in. Niets mis mee – maar voor een merk dat zich graag afficheert als technische bolleboos en tal van sportieve modellen op zijn naam heeft staan, is dat een behoorlijke uitdaging. Maak je ‘m al te flitsend, dan lopen de ouderen weg. Kies je voor behoudende styling, dan steekt hij zijn kop niet boven het maaiveld uit en is dan dus bij voorbaat kansloos bij hippe moedertjes en dito kantoormeisjes. Honda heeft echter een goede mix weten te vinden, zodat noch de grijze garde, noch de jongere generatie de Jazz de rug zal toekeren.
 
In het interieur zie je hetzelfde, al zijn hier wel wat kanttekeningen te plaatsen. Er is flink leentjebuur gespeeld bij de Civic. Het glooiende dashboard ziet er futuristisch uit, de moderne meters worden helder verlicht. Het stuur is er weer een van de ‘diepe borden’-generatie, compleet met bedieningsknoppen voor van alles en nog wat. Ik durf er veel onder te verwedden dat je de helft van die knoppen nooit zult gebruiken, tenzij je voor Microsoft werkt.
 
Een sterk punt van de oude Jazz was de kwaliteit van zijn interieur. Je kon er een koe in loslaten en nog bleef het heel. Lekker rechttoe rechtaan, geen fratsen. Ideaal dus voor jonge gezinnetjes en ouderen die huiverig zijn voor nieuwerwetsigheden. Juist deze kwaliteit moeten moderne supermini’s ontberen. Alles moet even blits en hightech zijn. Overigens: kijk ook eens op de foto’s bij de Drive van de Fiesta elders in deze rubriek. Vergelijk dat stuur en die meters en je vraagt je af wie er bij wie in de keuken heeft gekeken. Eén ding verklap ik: de Jazz is al een tijdje op de markt in Japan, voor de Fiesta moeten ze de slingers nog ophangen. Hoe dan ook, de Civic-trekjes zijn duidelijk te zien, dus dat simpele is er wel vanaf. Degelijk zal het nog steeds zijn, daar hoef je bij een Honda niet aan te twijfelen.
 
Een ander voordeel van de oude Jazz was zijn veelzijdige interieur. Er was ruimte te over en bovendien was die ruimte erg flexibel te gebruiken. Zo was de achterbank met één knop om te klappen. Een gehaaste mama die haar Bugaboo kwijt moet kan niet zonder, de labrador (nee, begin nu niet gelijk over een rollator) van de oudere Jazz-rijder zal er ook mee in zijn sas zijn. Natuurlijk is dit gebleven in de nieuweling, sterker nog, door een iets slimmer systeem toe te passen is er ook nog eens meer interieurruimte beschikbaar. De nieuwe auto is maar 55 mm langer en 20 mm breder, maar de achterpassagiers hebben maar liefst 37 mm meer beenruimte, de ruimte op schouderhoogte is er met 43 mm op vooruit gegaan. Dat is meetbaar meer ruimte en je merkt het ook duidelijk.
 
Dat de A-stijlen dunner zijn geworden is niet alleen een unicum in deze tijd van toenemende veiligheid, het versterkt ook het ruimtelijke effect. Dat geldt natuurlijk ook voor het grotere glasoppervlak. Het topmodel wordt bovendien met een panoramisch glazen schuifdak geleverd, de hoofdruimte is dan nog voldoende. De eenvoudig toegankelijke bagageruimte is prima. Hij is diep, breed en wanneer de achterbank omgeklapt is ook nog eens heel erg groot voor zo’n compacte auto. 

Honda is er dus in geslaagd een prima concept nog verder te verbeteren en dan hebben we er nog geen meter mee gereden.

 
Zoals eerder gezegd, laat Honda zich graag voorstaan op technologische hoogstandjes. Veel daarvan zijn ontwikkeld met oog op milieubescherming. Het laat zich dan ook raden dat de Jazz leverbaar is met schone, zuiniger motoren. Er zit zelfs een hybride versie in de pijplijn. Maar het duurt nog wel even voordat die komt, eerst verschijnen de normale versies. Er is keuze uit een 1.3 met 90 pk en 1.4 met 100 pk. Het spreekt voor zich dat beide motoren het i-VTEC systeem gebruiken. Door deze techniek met variabele kleptiming is de motor zuinig (5,3 l/100 km) maar tegelijkertijd met 124 g/km co2-uitstoot mooi schoon. Belangrijk is ook dat ze soepeler en stiller zijn dan de blokken die ze vervangen.
 
Onderweg voel je duidelijk dat het vermogen niet overhoudt, maar je moet je afvragen of dit een nadeel is als er niet elke dag een horde kinderen en kilo’s spullen mee hoeven te worden gesleept. Een groter probleem is echter de harde vering. Kennelijk heeft Honda de afstelling voor de Europese markt nog steeds niet onder de knie. Er valt prima mee te leven, maar als je iets anders van deze grootte rijdt en dat bovendien in deze prijsklasse valt, ik noem een Renault Clio, voel je je toch tekort gedaan.
 
Verder niets dan goeds over de Jazz. Hij is opvallend stil, bij stationair toerental zou je zweren dat de motor niet draait. De wegligging is scherp en direct en daardoor erg plezierig. De handbak in de testauto deed zijn werk eveneens naar behoren. Later komt er ook nog een i-SHIFT robotversnellingsbak bij, leverbaar op de 1.4. Hiermee daalt het verbruik en de uitstoot tot het niveau van de 1.3. Leuk voor de portemonnee en een prima voorbereiding op de hybride versie.
 
De Honda Jazz is een auto die je aandacht waard is. Origineel is de auto zeker niet (in tegenstelling tot zijn voorganger), maar de doordachte verbeteringen zorgen dat hij in de hoogste regionen van zijn klasse verkeert. Misschien is het wel de beste compacte auto van dit moment. Het is voor Honda te hopen dat meer mensen dan tot nu toe de Jazz in hun hart sluiten. Hij verdient het.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear