De Ceed deed het al niet onaardig, maar met een handvol wijzigingen gaat-ie nu serieus concurreren met Europese auto’s. Een middenmaat diesel van Zuid-Koreaanse bodem is niet de eerste keus waar het Nederlandse gezinshoofd voor opteert als er een nieuwe auto moet worden gekocht – maar de Kia Ceed…
De Ceed deed het al niet onaardig, maar met een handvol wijzigingen gaat-ie nu serieus concurreren met Europese auto’s.
Een middenmaat diesel van Zuid-Koreaanse bodem is niet de eerste keus waar het Nederlandse gezinshoofd voor opteert als er een nieuwe auto moet worden gekocht – maar de Kia Ceed zou je op andere gedachten kunnen brengen.
Dit is het geval: de vernieuwde Ceed (Cee’d, volgens de makers) is heel, heel zuinig, hij rijdt heel, heel prima en hij kost vrij weinig. Als de Nederlandse regering zou besluiten de dieselboete af te schaffen, zou hij zelfs heel, heel weinig kosten. Dat zal niet zo snel gebeuren (al zou het terecht zijn, zoals je inmiddels weet: personenautodiesel is milieuvriendelijk en zuinig), en toch willen we je even meenemen in het schone wonderland dat de Koreaanse diesel heet.
De Ceed is niet echt nieuw. De auto werd als eerste Kia speciaal voor Europeanen in Europa gebouwd en in West-Europa zijn er 23.000 van verkocht, terwijl er wereldwijd 363.000 zijn gebouwd. Kia bestaat sinds 1944 en voert desondanks de slogan ‘The Power to Surprise’. Die kenden we eerlijk gezegd niet, maar dat motto bevat wel enige waarheid. De vijfdeurs Ceed rijdt 150 km/u voor je het weet en hoewel het stuur ‘in het midden’ een beetje speling heeft, functioneert overigens alles zoals je dat zou kunnen wensen in een auto als deze, en zelfs een beetje beter.
Vernieuwd? Ja: andere lampen, andere grille, een uitgebreider aantal functies en accessoires. Minder trillingen en geluid. Deze nieuwe dieselmotor heeft meer dan genoeg trekkracht, een afdoende hoeveelheid pk’s en is inderdaad heel kalm – we hoorden tot op wat hogere snelheden eigenlijk vooral het rollen van de geluidsarme, dikke Michelins.
Andere voordelen zijn goede en goed verstelbare stoelen, die bovendien zijn bekleed met een soort geweven stof, in ons geval blauw met grijs. Dat zagen we niet eerder, en het zit niet alleen prima, het ziet er behoorlijk goed uit.
Niet zo leuk is het harde plastic waarmee het instrumentenpaneel en de deuren zijn afgewerkt, terwijl de bovenkant van het dashboard nota bene wel met zachter, prettiger materiaal is afgewerkt. Tijd voor meteen nog een opfrisbeurt, als je het ons vraagt, en laat Kia dan meteen ook het interieuraanzicht wat moderner en vooral herkenbaarder maken. Dat geldt ook voor de buitenkant. Want waar de Ceed het echt laat liggen – en daarmee bedoelen we dat anders iedereen best in een Ceed zou kunnen gaan rijden – is het onopvallende uiterlijk. De Ceed valt totaal niet op, en is zelfs zodanig non-descript dat je bang bent om aangereden te worden omdat andere automobilisten je wellicht over het hoofd zien. Dat gezegd: lelijk is-ie dus ook niet. Maar te sober is te sober.
Kia’s ontwerpers in Rüsselsheim hebben hun best gedaan, de nieuwe Ceed mag er zijn, maar ze mogen er best nog een schepje bovenop doen.
Reacties