Wat je ook van het uiterlijk vindt: de kwaliteit van de 308 CC is met sprongen vooruit gegaan. En de prijs is gunstiger dan die van z’n rivalen.
 
De oude 307 CC was een van de best verkopende coupé-cabriolets van Nederland. (In ieder geval deed hij het stukken beter dan de Mégane CC.) Maar het was een drama op de weg én in de werkplaats (hij eindigde in 2006 op de twee na laatste plaats van de grote betrouwbaarheidstest van Top Gear in Engeland). De prijs was goed, dus de 307 CC werd verkocht. De slechte kwaliteit werd op de koop toegenomen.
 
Met dat idee in mijn achterhoofd ging ik met enige scepsis op pad met de 308 CC. Al snel verdampte mijn vooroordeel in het vroege voorjaarszonnetje. Ik kreeg zowaar het idee met een kwaliteitsproduct van doen te hebben. De deur sluit als een kluis, het leer zit strak op het dashboard. Ook andere dingen maken indruk: Peugeot heeft de primeur van airbags in de hoofdsteunen. Deze beschermen je hoofd sneller dan airbags die in de b-stijl verstopt zitten. Als eerste in zijn klasse biedt de 308 warme-luchtblazers in je nek, naar voorbeeld van Mercedes’ airscarf. Zo blijft je nek lekker warm, ook als de koude rijwind striemt.
 
Het mooie is dat hij met de vanaf-prijs van 31.900 euro een paar duizend euro onder de Focus CC zit, bovendien zit de open 308 beter in zijn spullen.
 
Hij zit goed in elkaar. Met het dak dicht vergeet je al snel dat je in een cabriolet rijdt. De wind fluistert heel stilletjes, maar de 1,6-turbomotor is stil en op effen wegen laten de banden niet van zich horen.
 
Een paar probleempjes: met het dak naar beneden had ik als bestuurder niet het idee in een open auto te zitten. De voorruit steekt nog een eind over je hoofd, je moet een nek als een kraanvogel hebben om de blauwe lucht te zien. Dat is typisch voor alle CC’s. Een lagere voorruit betekent dat het dak langer moet worden en dat raak je nu eenmaal minder makkelijk kwijt in de kofferbak. De achterpassagiers zullen het cabriogevoel sterker ervaren dan mensen voorin, al mogen ze niet te lang zijn. Iemand van 1,80 meter zal flink moeten inschikken als de bestuurder net zo lang is als hij of zij zelf. Maar meer beenruimte betekent minder kofferbak, dus nog minder ruimte om het klapdak op te bergen. De kont had dan nog hoger moeten zijn en een ‘opslagplaats’ voor een stalen cabriokap creëren is een drama. Als de achterbank bezet is, moet het windscherm trouwens achterwege blijven dus je zorgvuldig gestileerde kapsel wordt geheid geruïneerd.
 
Auto’s als deze zijn altijd zwaarder dan de dichte broers. In het geval van de 308 scheelt dat 170 kilo. Je begrijpt dat dit de wegligging flink van streek kan maken. De 307 CC was het levende bewijs dat je van een ranke poes een vetgemeste kater kan maken. De 308 staat op een onderstel dat goeddeels overeenkomt met dat van zijn voorganger, maar door de grotere spoorbreedte, de stijvere veren en verstevigde carrosserie is zijn weggedrag een stuk beter. Uiteraard lukt het niet om zijn 1.500 kilo te verbloemen als je ‘m de sporen geeft, maar dat is ook niet de belangrijkste overweging om voor deze auto te kiezen. Hier gaat het om het vangen van blikken, niet het scoren van snelle rondetijden. Sportiviteit kan dus op een tweede plan komen.
 
De 308 CC ziet er wel bijzonder uit, vind je niet? Sommige mensen zullen ‘m haten, andere zullen met z’n uiterlijk weglopen. Die laatste groep vindt ook hondjes met zo’n plat snuitje ‘schattig’. Zulke mensen heten Fransen, overige Europeanen gruwen ervan. Je kunt er echter zeker van zijn dat mensen naar je kijken en wat is er nu erger dan dat ze over je praten? Juist: dat ze niet over je praten. Als dat een koopargument is, dan wordt de 308 CC een topper.

Reacties