Porsche 911 GT3 Touring review: Kun je deze GT3 met PDK-bak gebruiken als daily driver?

De 911 staat aan de vooravond van een grote update, wat betekent dat type 992.1 wordt opgevolgd door type 992.2. Een mooi moment voor ons om een van de top-911’s te proberen die we nog niet eerder testten: de Porsche 911 GT3 Touring met PDK-transmissie.

Het ontbreken van de achterspoiler maakt ’m wat aaibaarder, op het oog. En de toevoeging Touring klinkt alsof je er ook lekker mee op reis kunt. Alsof ie een soort GT is geworden die weliswaar heel hard kan, maar comfortabel genoeg is om mee naar Zuid-Frankrijk te cruisen. Zeker omdat deze die fijne, scherpe flipperautomaat heeft. Lekker toeren dus? Vergeet het maar.

Waarom de 911 Touring geen langeafstandscruiser is

In de normale rijmodus is het geluid vrij fors aanwezig: je hoort de zes cilinders op en neer schuren in het blok. Zet je ’m in Sport, dan wordt het nog extremer. Rij een tunnel in en vrijwel al het verkeer gaat spontaan, mogelijk van schrik, voor je opzij. In eerste instantie omdat men denkt te horen dat er een roedel opgevoerde racemotoren aan komt stuiven. Dan zien ze in hun binnenspiegel een 911-neus met flinke luchthappers opdoemen, die 0,1 seconde later al een halve kilometer voor ze rijdt. Wat we willen zeggen: de Touring is luid. Heel luid.

En niet alleen voor omstanders. Binnen heeft ie weinig geluidsisolatie, dus je krijgt alles wat de motor doet flink mee. Dat krijg je als er 510 pk’s uit zes cilinders vol enthousiasme tot 9.000 toeren per minuut met je aan de slag willen. Denk nu niet dat we aan het klagen zijn, trouwens. Dat luide, dat moet ook. Aan de basis van de GT3 staat immers een raceauto.

Wat kost deze Porsche 911?

Bij deze 992.1 GT3 krijg je geen achterbank, maar wel airco en een compleet multimediasysteem. Dat mag ook wel voor de iets meer dan 275.000 euro die je er in Nederland voor moet neerleggen. Belgen betalen als gewoonlijk een flinke slok minder: 205.080 euro.

De testauto die wij rijden, heeft overigens nog voor bijna 47.000 euro aan opties. Denk aan nóg grotere wielen, achttienvoudig verstelbare elektrische sport-stoelen, buitenspiegels in carbon, een 90-liter benzinetank, zilverkleurige stickers op de carrosserie en zo nog wat gewichtverhogende zaken. Maar ja, dan heb je ook wel een heel compleet pakket. Voor erbij, zouden we zeggen.

Te heftig als daily driver

Als dagelijkse auto is ie (voor de meeste mensen) gewoon te heftig. Wil je 911 rijden met extra pit, dan heb je al lol genoeg met een GTS. Zelfs de basis-Carrera is al prima. Moet het echt nog sneller en mag het veel kosten: pak een Turbo. Die is nog 1,1 seconde eerder bij de 100 dan de GT3 ook. En niet vergelijkbaar, maar dat is een ander verhaal.

De meeste kopers hebben een GT3 voor erbij. Die willen een auto waarmee je op het randje kunt knallen, en dan vooral op het circuit. Wij zouden in zo’n geval gaan voor de standaard-GT3, dus met imposante spoiler. En dan ook gelijk in knaloranje of zo. Dit is, met of zonder achtervleugel, de ideale auto voor circuitdagen.

Wat je koopt, is een straffe, prestatiegerichte, onberispelijk afgewerkte sportauto waarmee je keer op keer voluit kunt gaan, keer op keer ongegeneerd hard kunt remmen en bochten kunt aanvallen. Hij geeft geen krimp, wat je ook met ’m uithaalt. Bij veel supercars moet je na drie keer voluit remmen oppassen dat de boel blijft werken, maar daar hoef je bij de GT3 geen rekening mee te houden. Hij is er echt op gebouwd om onder hoge belasting te blijven presteren. En de grap is: zo’n PDK is op het circuit een heerlijkheid, maar tijdens het filerijden evenzo.

Specificaties van de Porsche 911 (992) GT3 Touring (2024)