Misschien heb je weleens gehoord van Leonardo da Vinci. Hij was een mens met vele talenten: hij was anatoom, kunstenaar, denker en een eindeloos creatieve uitvinder. Als je de Tesla Model X wilt vergelijken met een mens, is dat de hoek waarin je het moet zoeken. Er bestaat geen veelzijdiger auto dan de Model X.
Hij is extreem snel, en door z’n lage zwaartepunt voelt ie ook heel sportief in de bochten. Er past een heel gezin in, want hij heeft drie zitrijen. Hij is verbluffend stil en overdadig luxueus. Zelfs een opsomming van al z’n – vaak ogenschijnlijk tegenstrijdige – talenten doet ‘m geen recht. Want hij is meer dan een som: de Tesla kan dingen waar nog nooit een andere autobouwer aan is begonnen te denken. Hij is een elektrisch voertuig voor lange afstanden, hij heeft maffe vleugelachterdeuren, en dat alles wordt omgeven door een vormgeving die zo gelikt is en zo ‘volgende eeuw’ schreeuwt dat de wachtlijsten zo lang zijn als een reis naar Mars.
Een directe concurrent heeft ie dan ook niet. Daarom zetten we drie andere auto’s naast ‘m op een rij. Misschien dat ze ‘m samen aankunnen. Een snelle vierwielaangedreven sportauto van Jaguar, Volvo’s gezinswagen met drie zitrijen, en de BMW i3 als belichaming van Europa’s meest vooruitstrevende en avantgardistische elektrische auto. Het is zoiets als Leonardo da Vinci vergelijken met Hippocrates, Michelangelo en Edison tezamen. Oneerlijk, maar daarom zeker niet minder leuk.
De snelheidsmachine: Jaguar F-type
naar 100 km/u. Dat is niet echt langzaam, maar de F-type SVR doet het in minder dan vier seconden. De snelste Model X is de P100D; die rijdt van 0 naar 100 in 3,1 seconden. Direct vanuit stilstand doen de motoren van de 90D hun beste werk, maar vlak daarna kan de V8 van de Jaguar vrij ademen en heeft de Brit een enorm voordeel. Hij vliegt voorwaarts en knalt door z’n versnellingen om het juiste toerental – en daarmee maximale trekkracht – te behouden.
De Tesla heeft maar één versnelling en boven de 120 km/u is daar de puf behoorlijk uit; als ze veel toeren maken, valt het koppel van de elektromotoren terug. Maar zoals wel vaker zeggen cijfers niets over het echte leven. Op vuile, gladde en koude b-wegen zijn we een stuk gelukkiger in de Tesla.
De stijf geveerde Jaguar springt op oneffen wegen in het rond, en z’n gaspedaal is zelfs in de regen-modus zo bijtgraag als een blinde krokodil. Het ESP komt er maar langzaam in, en dus slipt de Jaguar nerveus door bochten – z’n licht ontvlambare gaspedaal en de gevoelige besturing maken het uiterst lastig ‘m niet te provoceren.
De elektromotoren van de Tesla reageren sneller en subtieler op de instructies van het ESP, dus maakt ie ook bij hogere snelheden een minder gejaagde indruk en geeft ie je vertrouwen. We zijn blij verrast door de manier waarop ie rijdt: de wielen volgen de ondergrond en zorgen zo voor tractie en rust.
Op gladde en zonnige wegen moeten de lichtere en snellere reacties van de Jaguar episch zijn, net zoals de smerige huil uit z’n V8. Maar dat is nu even niet waar het om gaat.
De zevenzitter: Volvo XC90
oh- en ah-geluiden. Ze kunnen worden bediend vanaf de voorstoelen, maar ze hebben geen bekerhouders of vakjes – die spullen zouden uiteraard vallen als de deuren zich openen. Jazeker, ze kunnen zich openen met beperkte ruimte, maar dat doen ze wel tergend langzaam. Normale portieren zijn ook oké, oké?
De Model X heeft standaard een bank op de tweede zitrij; individuele stoelen zijn een optie. Ze staan op een verchroomd voetstuk en schuiven elektrisch opzij om mensen door te laten naar de achterste zitrij. Ze zijn prachtig. Maar wel idioot. Het voetstuk bevindt zich namelijk exact waar de voeten van de achterste passagiers zouden moeten passen. Dubbele rails en voorover klappende rugleuningen zouden veel beter zijn geweest. Hun glimmende plastic achterkanten, dezelfde als van de voorstoelen, zullen snel bekrast raken, en opbergruimte hebben ze niet.
Maar door de afwezigheid van een motor heeft de Model X een extra bergruimte in z’n neus, en daar kun je wel twee of drie forse tassen in kwijt. Het is bovendien de enige elektrische auto die een kar of caravan kan trekken, maar je wilt niet weten wat dat zal doen met z’n actieradius.
De Volvo is vanbinnen ook prachtig, en hij is met voorsprong de auto die je wilt hebben als je een heel gezin mee op vakantie neemt. Op lange trips zal de bestuurder ook een stuk relaxter zijn, wetende dat hij of zij op elk gewenst moment gewoon kan gaan tanken. Als je gezin moet gaan staan wachten bij een snellader, kun je maar beter thuisblijven.
De elektropionier: BMW i3
scharnierend – en zoals bij de Tesla kunnen ze wijd open. Maar ze functioneren net even anders: ze kunnen alleen worden geopend als de voorportieren al open zijn, en ze moeten eerder dan de voordeuren worden gesloten.
De styling van de i3 is veel imposanter dan die van de Tesla. Z’n vreemde, hoge proporties zijn even wennen, maar een aantal van de details is schitterend. Hoewel de achterdeuren van de Model X voor het nodige spektakel zorgen, is de algehele vormgeving iets tussen ‘kalm’ en ‘een grote vlek’ in.
Vanbinnen zijn beide auto’s open en doorzichtig. De materialen in de i3 zijn goed bedacht en benut, en z’n details en bedieningsinstrumenten zijn weliswaar wat conventioneel, maar ze drijven je tenminste niet tot waanzin. Dat in de Tesla alles via het scherm gaat en moet gaan, maakt je soms gek.
Beide bieden de voordelen van een elektrisch voertuig – in de stad. Ze reageren allebei meteen en progressief op de bewegingen van je voet, terwijl ze zowel binnen als buiten de cabine angstaanjagend stil zijn. Zodoende kun je in het verkeer stiekem lekker opschieten zonder dat iemand het merkt – haal met de blaffende en grommende Jaguar dat soort trucs uit, en iedereen vindt je asociaal.
Dit is de i3 met de grotere accu, zodat je een kleine 200 kilometer vooruit kunt. Bij een snellader kun je ‘m voor 80 procent laden in 40 minuten. Voor de 90D geldt dat je er 320 kilometer mee kunt rijden en je ‘m in minder dan een uur kunt opladen. Deze i3 heeft echter de optionele benzinegenerator. Dat maakt ‘m geen hybride, maar het helpt wel als je vooruit wilt blijven komen.
Het eindoordeel
De Model X vraagt toewijding van z’n eigenaar. Niet alleen word je geacht je portemonnee om te keren, een lening af te sluiten en een nier te verkopen voor de standaard 90D, of twee nieren voor de uitvoering die wij reden. (Anderzijds: brandstofkosten heb je niet meer.) Ook moet je openstaan voor nieuwe ideeën, zelfs als die wat frustraties met zich meebrengen.
Hoewel de hardware aanwezig is om ‘m volledig autonoom te laten rijden, kun je die nog niet gebruiken omdat het systeem nog bezig is om verkeersdata te genereren. Dat betekent dat de nieuwe Nissan Micra je in feite uitgebreider assisteert. Dat neemt niet weg dat de visie van Tesla bewonderenswaardig is. Andere frustraties komen voort uit de deuren en een aantal zaken in het interieur.
Wat betreft verdere moeilijkheden heeft Tesla behoorlijke progressie gemaakt. De motoren zorgen ervoor dat je vooruit wordt geschoten door een immense magnetische kracht. Wat betreft bochtenwerk en prestaties kan ie zich meten met de beste sportieve SUV’s, en qua comfort en stilte met de beste luxe-SUV’s.
De Model X is niet alleen maar een manusje van alles. In een hoop zaken is ie behoorlijk meesterlijk.
Reacties