Renault Captur E-Tech Intense

Weet je wanneer je veel nieuwe vrienden maakt? Als iemand binnen jouw vriendenkring een zilvergrijze Captur koopt. Want telkens als je onderweg een grijze Captur tegenkomt, kijk je toch even of het die ene bekende van je is. We verklappen vast: die is het nooit. Met je goede gedrag tuur je net te opvallend naar binnen, waardoor je gedwongen bent vriendelijk te lachen naar de wildvreemde bestuurder. Dan pas realiseer je je hoeveel van die dingen er rijden in Nederland. Niet gek, want hij staat al jaren boven aan de lijsten van bestverkochte auto’s in de particuliere markt. En nu wil Renault nog een extra beetje marktaandeel veroveren met deze plug-in hybride, de Renault Captur E-Tech. Het is de enige crossover in het b-segment die je nu kunt kopen met een plug-in hybride aandrijflijn.

Om tot het systeemvermogen van 159 pk te komen, leende Renault een atmosferische 1,6-liter viercilinder met 90 pk van Nissan en bedacht daar met hulp van het F1-team een slimme viertraps versnellingsbak bij met twee elektromotoren en géén koppeling. Het optrekken doet de Renault Captur E-Tech de eerste meters altijd op de elektromotor, waardoor de eerste twee versnellingen geschrapt konden worden. Pas bij voldoende tempo haakt de benzinemotor aan om via vier versnellingen de wielen van aandrijving te voorzien. Tot die tijd kan de benzinemotor de accu bijvoorbeeld bijladen. Eén elektromotor krijgt trouwens ook nog eens twee versnellingen, waardoor het systeem eigenlijk acht versnellingcombinaties heeft. En die tweede elektromotor? Die is er als startmotor voor de benzinemotor en als generator om de accu bij te laden. Een achteruitversnelling ontbreekt eveneens; ook dat doet de elektromotor.

De Renault Captur E-Tech doet het zelf

Klinkt allemaal heel ingewikkeld, maar als bestuurder mag je het meteen weer vergeten. De Renault Captur E-Tech bepaalt zelf – buiten de EV-modus om – of de benzinemotor niets doet, de accu bijlaadt of de elektromotor meehelpt om de wielen aan te drijven. Omdat de auto dat beter weet dan jij, installeerde Renault geen schakelflippers achter het stuur. Het enige dat jij mag doen, is de versnellingspook in ‘Drive’ of ‘Brake’ zetten. Er is ook een Sport-modus, maar parkeersensoren op een Smart Fortwo hebben nog meer nut. In de B-stand remt de auto af op de elektromotor zodra je van het gas gaat, zodat de accu bijlaadt en je in principe met één pedaal kunt rijden. Ook is er een energiebesparingsmodus waarbij de Captur zijn acculading zal bewaren voor een later moment.

De 0-naar-100-tijd van de Renault Captur E-Tech konden we in de lijvige persmap nergens ontdekken, vermoedelijk omdat ze in Frankrijk nog steeds aan het meten zijn. L’haast, wat de Franse vertaling is van ‘haast’, stond niet in het woordenboek van de techneuten van Renault. Nou is het verbruik op de 100 kilometer (1,5 liter volgens de WLTP) belangrijker dan het sprintje naar de Nederlandse maximumsnelheid, maar we zijn nu eenmaal verwend door andere plug-in hybrides. Bij Opel is de stekker-Grandland bijvoorbeeld de snelst accelererende auto in het aanbod. Zelfs een hybride van Suzuki gaat in 6 seconden naar de 100 km/u. Na wat dieper graafwerk duiken we voor de Captur een sprinttijd op van 10,1 seconden – wat eigenlijk heel acceptabel is, maar het voelt vooral niet zo.

Renault had een goede reden om geen monster van de Captur te maken. Ten eerste hebben ze ongetwijfeld naar de doelgroep gekeken, waarbij een fietsendrager de meest gewilde accessoire is. Nog veel belangrijker was de prijs van de techniek. Door zich een beetje in te houden, is het Renault gelukt om de goedkoopste plug-in hybride van Nederland neer te zetten, met een vanafprijs van 30.990 euro. Dat is wel de extra kale zakelijke uitvoering die een particulier vooral niet moet kopen. Dus reken op minimaal 33.290 euro (en dan zijn de Ioniq PHEV en Kia Niro PHEV nét iets goedkoper) voor de Intense-uitvoering. Dat is maar 2.200 euro meer dan de 155-pk benzineversie met automaat.

De hybride aandrijflijn is merkbaar

Tijdens het rijden doet het systeem niet geheel onopgemerkt zijn werk. Je voelt en hoort het regelmatig overschakelen en als je van 0 naar 100 gaat, zit er rond de 70 km/u een dip in de acceleratie wanneer de benzinemotor aanhaakt. Het is allemaal niet storend en het gaat zonder horten of stoten, dus zodra je een muziekje op hebt, merk je er weinig van.

Wat betreft de wegligging zou je niet zeggen dat de Renault Captur E-Tech 300 kilo aan batterijen en elektromotoren extra meesleurt. Hij voelt zelfs best lichtvoetig voor een auto van ruim 1.600 kilo rijklaar. De vering neigt naar het stugge (dat heb je al snel bij plug-in hybride crossovers), maar is zeker niet oncomfortabel. Het enige dat lijkt te ontbreken, is een slimme routeplanner die aan de hand van de navigatie bepaalt waar welke aandrijfbron wordt gebruikt, zoals bij veel andere merken.

Verder is het business as usual in de cabine van de Captur. Dat betekent een goed instelbaar stuur en een fijne zit, zachte materialen van het dak tot navelhoogte en verder naar beneden de wat hardere plastics. Het infotainmentsysteem is nog altijd niet onze favoriet en de navigatie zal je hier en daar een afslag laten missen door de soms wat onduidelijke aanwijzingen. Via de digitale tellerbak achter het stuur kun je in drie icoontjes met pijltjes zien hoe de energieverdeling verloopt. Daarnaast is er nog een apart scherm in het menu waarop je kunt zien welk onderdeel van de hybride aandrijflijn wat doet. Een belangrijke wijziging voor Captur-rijders van het eerste uur is de tankklep. Die zit nu aan de andere kant; de ingang voor de stekker kreeg het rechterklepje. De batterij ligt onder de kofferbak, waardoor de bodem iets hoger ligt, maar volgens Renault is de totale capaciteit niet afgenomen.

Kun je na het lezen van dit verhaal uit enthousiasme de breinaalden nauwelijks stilhouden? Wacht dan nog even met bestellen, want er is één belangrijke concurrent uit eigen stal die de keuze wat lastiger kan maken. Naast de Renault Captur E-Tech introduceert Renault de Mégane E-Tech. Deze stationwagen krijgt precies dezelfde aandrijflijn met 160 pk, voelt net zo traag aan, kost nagenoeg hetzelfde en weegt zelfs evenveel. Dat is een dilemma – de Mégane is ruimer, maar de Captur is weer wat nieuwer. Ook voelt de Captur een stuk lichtvoetiger aan dan de Mégane, maar hij levert daarvoor wel iets in aan comfort. Nog meer keuze? De Mégane E-Tech komt straks ook als normale hatchback. Iets om over te tobben.

Specificaties Renault Captur E-tech Intense (2020)